Tadej Pogacar gaf gisteren de andere klassementsrenners een opdoffer van jewelste. ©  EPA-EFE

De klim van Pogacar die wenkbrauwen deed fronsen: straf en snel, maar níet onmenselijk

De snelheid waarmee Tadej Pogacar gisteren de Col de la Colombière opsnelde en - op Dylan Teuns - de ene na de andere renner voorbijstoof, liet de kijkers niet enkel met bewondering achter. Hier en daar werden ook wat wenkbrauwen gefronst: is dat soort bovenmenselijke vertoning - hij reed ook nog eens op zijn buitenblad - nog wel van deze tijd? De cijfers geven de uittredende (en toekomstige) Tourwinnaar gelijk: de klim van Pogacar was straf maar niet bovenmenselijk.

Nico Vanhee

Pogacar (UAE Team Emirates) is een van de groteronde-renners die wel op Strava zit. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Roglic, Carapaz, Thomas of Evenepoel (niet meer actief sinds 2018). Dat maakt het makkelijker om zijn prestaties in perspectief te zetten. De 22-jarige Sloveen reed gisteren de Colombière (7,2 kilometer aan 8,5 procent) naar boven in 21.24, goed voor een gemiddelde snelheid van 20,2 km/u.

Hoe straf ook, dat is niet de snelste beklimming ooit: de Nederlander Steven Kruijswijk heeft daar de KOM (beste tijd ooit) met 21.23. Dat was tijdens de Tour van 2018. Ook renners als Bardet (21.26), Valverde (21.27) of Caruso (21.41) laten vergelijkbare tijden noteren.

De beste tijden op de Colombière volgens Strava: Kruijswijk op één, voor de ‘bovenmenselijke’ Pogacar. ©  rr

Verrassende naam in de toptien aller tijden is Wout van Aert. De Belg van Jumbo-Visma reed op deze klim vorig jaar in de Dauphiné naar boven in 22.11 (gemiddeld 19,5 km/u). Zaterdag deed Van Aert meer dan twee minuten trager: 24.21. Interessant weetje: had de Belgische kampioen zijn besttijd van vorig jaar geëvenaard dan had hij nu de gele trui met 20 seconden voorsprong op Pogacar.

Er was ook nogal wat te doen over het feit dat Pogacar de klim “op het buitenblad” naar boven reed, wat normaal enkel in vlakke ritten gedaan wordt. Hier moet de kanttekening gezet worden dat de Sloveen achteraan dan wel op een ultraklein verzetje reed. We weten van Strava ook dat hij een trapfrequentie had van 85 omwentelingen per minuut.

De juiste versnellingen van Pogacar kennen we niet maar wie een versnelling trapt van pakweg 53 vooraan en 28 achteraan en een trapfrequentie van 85 onderhoudt, komt aan een snelheid van 20,2. Dat is exact de snelheid waarmee de Sloveen naar boven reed.

Pogacar zaterdag in actie. Vooraan op de grootste blad, achteraan op de kleinste versnelling: niet zo goed voor de ketting maar duidelijk wel efficiënt. ©  afp/belga

Ter vergelijking, wie vooraan wel op zijn klein blad rijdt - 34 bijvoorbeeld - en achteraan 19 en een iets hogere trapfrequentie heeft (90), komt aan exact dezelfde snelheid: 20,2. Dus ook hier weer: dat Pogacar voor het grote voorblad vooraan koos, hoeft niet te betekenen dat hij iets deed wat voor andere renners onmogelijk is. De rare versnellingskeuze van Pogacar zal alleen fietspuristen en mecaniciens doen huiveren hebben. De keuze voor een groot blad vooraan en een hele kleine versnelling achteraan, betekent dat de ketting helemaal scheef komt te liggen en de kans op doortrappen of snellere slijtage veel groter is.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer