Rijnland-Westfalen krijgt grootste waterstoffabriek van Europa

In de vestiging van de Brits-Nederlandse energiegroep Shell in de Duitse stad Wesseling, in de buurt van Keulen, is het project Refhyne opgestart. De site herbergt de grootste olieraffinaderij van Duitsland, maar beschikt nu ook over de grootste elektrolyse-installatie die in zijn soort in Europa is te vinden. De installatie moet Shell toelaten om duurzame waterstof te produceren.

Refhyne werd gerealiseerd met de hulp van de Europese Unie en moet Duitsland helpen een duurzame energiesector uit te bouwen. Inmiddels koestert Shell echter al plannen om binnen een periode van drie jaar een electrolyse-fabriek te bouwen die tien keer krachtiger is dan Refhyne.

Klimaatneutraliteit

De Europese bedrijfswereld stimuleert in toenemende mate de vraag naar klimaatneutrale waterstof als grondstof voor zijn industriële processen. Onder meer de staalindustrie en de chemiesector willen met het gebruik van waterstof op het gebied van klimaatneutraliteit betere scores te kunnen halen.

Dat heeft geleid tot de bouw van een aantal elektrolyse-installaties, die water splitsen om duurzame waterstof te kunnen produceren. “Met de ingebruikname van de grootste elektrolyse-fabriek in Europa wil onze regio zijn leidende rol op dit gebied verder uitbreiden”, benadrukte Armin Laschet, minister-president van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, bij de opstart van Refhyne.

“Refhyne is de grootste Europese installatie die op basis van waterstof in staat is om fluctuaties in de energievoorziening op te vangen”, merken de initiatiefnemers op. “Daardoor is de site bijzonder geschikt voor het gebruik van variabele hernieuwbare elektriciteit die door windenergie en zonnekracht kan worden geleverd.”

“De fabriek heeft het potentieel om eerst de raffinageprocessen uitstootarm te maken en vervolgens het evenwicht op het elektriciteitsnet in stand te houden”, verduidelijkte Bart Biebuyck, directeur van de Fuel Cells and Hydrogen Joint Undertaking (FCH-JU), een samenwerkingsproject dat het project ondersteunt.

Het partnership FCH-JU bestaat uit de Europese Commissie en de sectororganisaties Hydrogen Europe en Hydrogen Europe Research. Die samenwerking ondersteunde Refhyne met een bedrag van 10 miljoen euro. Die som komt overeen met ongeveer 50 procent van de totale financiering die voor de realisatie van het project noodzakelijk was.

Refhyne beschikt over een vermogen van 10 megawatt. Daarmee kan jaarlijks ongeveer 1.300 ton duurzame waterstof worden geproduceerd, op voorwaarde dat er voldoende hernieuwbare elektriciteit beschikbaar is. Experts wijzen er daarbij op dat de Duitse industrie – raffinaderijen uitgezonderd – tegen eind dit decennium jaarlijks ongeveer 1,7 miljoen ton waterstof nodig zal hebben.

“Raffinaderijen werden in de ramingen niet meegerekend omdat ze naar verwachting ofwel hun bedrijfsmodel zullen transformeren of tegen die tijd failliet zullen gaan”, verduidelijken de experts.

Haalbaarheid

De waterstof die door Refhyne wordt geproduceerd, zal in eerste instantie worden gebruikt voor de raffinage van aardolie in  Chemicals Park Rheinland, de grootste raffinaderij van Duitsland en eigendom van Royal Dutch Shell. Refhyne is met een vermogen van 10 megawatt de grootste elektrolyse-fabriek van Europa, maar is een proefproject met beduidend grotere ambities.

“We denken in het Rijnland aan een waterstoffabriek met een vermogen van 100 megawatt”, getuigde Huibert Vigeveno, downstream director bij Shell, daarbij. Het bedrijf hoopt die uitbreiding over drie jaar te hebben kunnen realiseren. Daarmee zou het Rijnland de grootste elektrolyse-fabriek van de wereld krijgen.

Er zijn echter wel twijfels over de financiële haalbaarheid van de technologie. “Refhyne kon worden gerealiseerd omdat vanuit Europa 50 procent van de kosten werden gedekt”, zeggen experts. “Het is dan ook de vraag of een project dat tien keer groter in omvang moet worden, zonder publieke financiering leefbaar zou kunnen zijn.”

“Er zal inderdaad meer steun nodig zijn van de overheid”, bracht Fabian Ziegler, directeur van Shell Duitsland, aan. “Shell kan een belangrijke bijdrage leveren om de duurzaamheid van de industrie en het transport te verbeteren, op voorwaarde dat er voldoende financiering wordt verkregen. Onder meer de kostprijs van koolstofdioxide in de emissiehandel zal daarbij, naast een ondersteuning vanuit de publieke sector, belangrijk zijn.”

Het is momenteel echter niet duidelijk of de FCH-JU ook aan het toekomstige project zijn medewerking zal verlenen.

(evb)

Meer