Direct naar artikelinhoud
ReportageVan Afghanistan naar Turkije

Wolven, ravijnen of kou: hoe deze jongeren zich door niets laten tegenhouden bij hun vlucht uit Afghanistan

Deze Afghaanse jongens zijn net aangekomen op het busstation in het Turkse Tatvan. Ze kwamen te voet vanaf de Iraanse grens en willen vanaf hier verder reizen, naar misschien wel Istanbul.Beeld Nicola Zolin

Vluchten uit Afghanistan kent een lange traditie. Maar nu buitenlandse troepen vertrekken en de taliban hun kans zien, trekken steeds meer Afghanen weg. Vooral jonge jongens, te voet naar Turkije. ‘Ze weten dat naar Europa gaan zo goed als onmogelijk is.’

Afghanistan loopt leeg. Elke dag kun je de Afghanen zien stappen langs de autoweg tussen Van en Tatvan, aan de rand van het Van-meer in het oosten van Turkije. Jonge mannen van begin twintig, tieners soms nog. Een voor een achter elkaar gaan ze in groepjes van vier, vijf, acht, tien over de vluchtstrook. Rugzak om, met kleding die lang niet gewassen is. Het tempo is stevig, maar de lichaamstaal vertelt dat ze al veel, heel veel kilometers in de benen hebben.

De zon brandt behoorlijk, vandaar dat ze dit deel van hun odyssee het liefst in de vroege ochtend afleggen. In Tatvan, 135 kilometer ten westen van de provinciehoofdstad Van, hopen ze een bus of vrachtwagen te vinden die hen naar de volgende halte in Turkije kan brengen, naar een stad als Konya, Diyarbakir of het grote Istanbul, de stad van de duizend-en-een mogelijkheden.

Hopen, want alles is onzeker op deze reis die hen in vier of misschien wel zes, zeven weken van Afghanistan naar Turkije heeft gebracht, dwars door Iran. “Çok problem, çok problem”, veel problemen, vat de 24-jarige Cemil Rahman met een paar woordjes Turks en Engels de tocht samen die hij met een groep neven en vrienden ondernam vanuit de provincie Laghman, in het noorden van zijn land.

De taliban drongen daar eind mei de buitenwijken van de provinciehoofdstad Mihtarlam binnen, het regeringsleger houdt wanhopig stand. Rahmans vader was soldaat van de taliban, maar deserteerde en staat nu op de dodenlijst van de beweging.

Tocht

In busjes gingen de vrienden naar de Iraanse grens. Vanaf daar moesten ze lange einden lopen, afgewisseld met stukken in bussen en trucks. Voor elk onderdeel van het traject moesten ze flink betalen. Mensensmokkelaars hielpen hen de Iraans-Turkse grens over, een riskante operatie door de bergen, vol militaire controleposten. Zo’n 1.000 euro per persoon zijn ze tot nu kwijt aan hun ontsnapping uit de Afghaanse hel.

Op de autoweg tussen Van en Tatvan, groepjes jonge Afghanen die hopen in Turkije (of misschien Europa) een beter leven te vinden.Beeld Nicola Zolin

“We waren met tien, een van ons werd ziek en is onderweg overleden”, zegt Rahman. De tochten zijn vol gevaar. Sommige migranten vallen in het ravijn. Ze raken bevangen door de kou. Bij het invallen van de lente komen soms lijken tevoorschijn van migranten die in de sneeuw waren weggezakt. Er gaan verhalen over agressieve wolven. Mishandeling is schering en inslag, vaak door mensensmokkelaars.

In Van is een veldje ingericht om gestorven migranten te begraven, zo’n 150 meter voorbij de begraafplaats van de stad. Grijze plakken steen van 50 bij 20 centimeter staan rechtop tussen het onkruid, witte cijfers en letters erop gekalkt. De nummers verwijzen naar het dodenregister. ‘TIP’ staat voor een anoniem lijk dat na forensisch onderzoek hier is beland. Zo’n tweehonderd migranten liggen hier, zegt beheerder Mohammed, die voor elke begrafenis een imam laat komen voor het gebed.

Taliban rukken op

In Afghanistan hebben de taliban in de afgelopen week de controle overgenomen van zeker nog eens 28 districten. Daarmee is ongeveer een kwart van de 421 districten van het land nu in handen van de islamisten. Veel van die districten waren bij aankomst van de taliban al door de Afghaanse veiligheidstroepen verlaten, waardoor ze zonder strijd konden worden veroverd. De veiligheidstroepen zouden het moreel hebben verloren door een gebrek aan luchtsteun en voorraden. Vrijdag verlieten alle internationale troepen het vliegveld van Bagram, de grootste Amerikaanse militaire basis in Afghanistan. De VS willen hun terugtrekking eind augustus hebben voltooid.

De risico’s weerhouden honderdduizenden voor het merendeel jonge Afghanen er niet van afscheid te nemen van hun familie en de wanhoopsmars te beginnen. In het sinds lang door burgeroorlog geplaagde Afghanistan raakten altijd al mensen op drift, vooral naar Iran en Pakistan, maar de laatste twee jaar neemt de migratie naar Turkije een grote vlucht. De drijfveren zijn een onontwarbaar kluwen van armoede en onveiligheid.

Taliban rukken op
Beeld rv

In 2017 werden volgens officiële Turkse cijfers 45.000 Afghanen opgepakt die illegaal het land waren binnengekomen. In 2019 was dat gestegen tot 200.000. Door corona zakte het iets in, maar alles wijst erop dat het niveau van twee jaar geleden weer is bereikt, en meer dan dat. En het aantal migranten dat níét wordt opgepakt is nog vele malen groter.

VS-troepen vertrekken

Vooral de laatste drie maanden is een scherpe stijging waarneembaar. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het offensief van de taliban, die hun kans schoon zien nu de Amerikaanse troepen het land verlaten.

In Afghanistan is de paniek tastbaar. Duizenden visumaanvragen van welgestelde Afghanen hebben de Turkse ambassade in Kabul overspoeld, meldde persbureau AP vorige week. Duizenden mensen staan in de rij bij het overheidskantoor dat paspoorten uitgeeft. Arme inwoners moeten het doen op de clandestiene manier, rugzakje om. “Vrijwel iedere Afghaan die ik spreek probeert het land te verlaten”, zegt Grace Escamilla, medewerker in Kabul van de Afghaanse ngo ACE.

Hoeveel Afghanen komen Turkije binnen? Dat weet niemand precies. In de provincie Agri werd onlangs een muur gebouwd van 81 kilometer lengte, maar dan blijft er nog 450 kilometer aan Turks-Iraanse grens over, met tal van sluipwegen om met behulp van mensensmokkelaars ongezien Turkije binnen te komen.

Van, de eerste rustplaats na de uitputtende en vaak gevaarlijke tocht over de Iraans-Turkse grens.Beeld Nicola Zolin

De meesten lopen vervolgens naar Van, de eerste grote stad nabij de grens. Dan gaan ze via Tatvan verder, meteen door naar Istanbul of eerst naar een andere grote stad. De advocatenorde van Diyarbakir meldde eind juni in een rapport dat sinds drie maanden elke dag honderden migranten – de meesten Afghanen, een kleine minderheid komt uit Pakistan en Bangladesh – zich melden bij het busstation. En dat is dus alleen nog maar Diyarbakir.

Om de vele controleposten van politie en leger rond Van te omzeilen, zetten de smokkelaars ook vissersboten in om migranten naar Tatvan te brengen, het grote Vanmeer (de ‘Vanzee’ heet dat hier) over. Propvolle bootjes uiteraard, en soms gaat dat mis. In juni vorig jaar verdronken 61 migranten, een miniversie van de humanitaire ramp op de Middellandse Zee.

Verrassing

De Afghanen zijn de onthutsende verrassing van het Turkse vluchtelingendrama. Toen de Turkse president Erdogan begin vorig jaar dreigde ‘de poorten naar Europa’ open te zetten en duizenden migranten zich verzamelden aan de Turks-Griekse grens, bleek tot ieders stomme verbazing dat Syriërs daar maar een zeer kleine minderheid vormden. Ruim de helft kwam uit Afghanistan, de rest was een mix van andere nationaliteiten.

Dat roept ook nu de vraag op: willen de honderdduizenden Afghanen – voor het merendeel jonge mannen – die hun land ontvluchten allemaal naar Europa? Het antwoord is: nee. Althans, lang niet allemaal.

Het Mixed Migration Centre, dat in juni vorig jaar een rapport publiceerde, kreeg van bijna 45 procent van de ondervraagde Afghanen in Turkije te horen dat zij Turkije als hun eindbestemming zien. Eenzelfde aantal noemde een westers land, maar dat kan ook een vage stip aan de horizon zijn. Velen proberen vooralsnog in Turkije werk te vinden. Daarna zien ze verder, afhankelijk van de mogelijkheden.

Dat is ook de indruk die we krijgen in gesprekken met tientallen migranten langs de autoweg tussen Van en Tatvan en bij het busstation van Tatvan. Een opmerkelijk aantal geeft aan helemaal niet naar Europa te willen. Mehmet (20) en zijn vier vrienden uit Mazar-i-Sharif zeggen het liefst in de buurt van Konya, Centraal-Anatolië, als schaapherder aan de slag te gaan. Dat vak kennen ze immers. Het verdiende geld zullen ze dan naar de familie thuis sturen.

Voor deze jongens geldt wat voor velen hier geldt: ze hebben weinig of geen onderwijs genoten. Aan hun gezichten is het rauwe, eenvoudige bestaan op het Afghaanse platteland af te lezen. Hoe zouden zij de connectie kunnen maken met het ingewikkelde leven van de Europese stad?

Groot litteken

Maar uiteraard zijn er ook Afghanen die dat wel kunnen. Naast het busstation, op stukken uitgespreid karton, ontwaakt een hele familie – vijf vrouwen, twee mannen, twee kleine kinderen. De 32-jarige Mustafa werkte al twee jaar in Istanbul en ging vorige maand terug om zijn familie in het door de taliban platgelopen Kunduz op te halen. Hij laat een groot litteken op zijn arm zien: taliban.

Ze willen eerst een tijdje naar Istanbul, om te werken en sparen voor deel twee van het traject, richting Europa. “Mijn broer woont al zeven jaar in België, mijn zus sinds een jaar in Duitsland”, zegt hij. Zulke connecties zijn belangrijk in de migratie. De stap richting Turkije is vaak ook een familiebeslissing. De jonge, sterke zonen trekken eropuit. Zij hebben de beste kans van slagen, op de barre tocht zowel als op de arbeidsmarkt.

“Ze willen heen waar ze maar heen kunnen”, zegt Escamilla. “Ze zijn niet dom. Ze hebben een behoorlijk goed idee van hun opties. Ze weten dat Europa zo goed als onmogelijk is. Dus als ze besluiten naar Turkije te gaan, is dat omdat ze dat als hun beste optie zien, niet per se omdat ze van Turkije houden.”

Ook andersom is er weinig liefde te bespeuren. Turkije is de afgelopen jaren gastvrij geweest voor ruim vier miljoen ontheemden, maar van hen hebben Syriërs – veruit de grootste groep – een streepje voor. Zij krijgen ‘bescherming’, de Turkse variant van de asielstatus. De meeste anderen niet. Als er al een uitzondering wordt gemaakt is dat voor vrouwen, kinderen en ouderen, niet voor sterke jonge mannen.

Het beste waarop zij kunnen hopen, is ‘internationale bescherming’, een vorm van basale steun totdat er opvang is gevonden in een derde land. De uitvoering van dat systeem is in 2018 echter door de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR overgedragen aan de Turkse overheid. Sindsdien is het schimmig wat er op dat vlak nog gebeurt.

Dubbelspel

De Turkse regering speelt met de migranten dubbelspel, volgens Mahmut Kaçan, migratiespecialist van de advocatenorde van Van en oud-staflid van de UNHCR. Aan de ene kant worden er muren gebouwd en worden af en toe Afghanen en anderen op het vliegtuig gezet naar hun thuisland. Anderzijds lijken overheidsdiensten dikwijls een oogje toe te knijpen.

Turkije kan de migranten goed gebruiken als ‘diplomatiek wapen’, zegt Kaçan, vooral jegens Europa. “Met het dreigement de poorten open te zetten, hoopt de regering geld te krijgen van Europa en de kritiek op het schenden van mensenrechten te laten verstommen. En het lukt ze ook nog.”

Ook op een lager niveau speelt geld een rol. Leger, politie en ambtenaren pikken volgens de advocaat graag een graantje mee van de lucratieve mensenhandel. “Corruptie? Natuurlijk, dat is een feit”’ zegt Kaçan. “Omdat de PKK hier zit, is dit een zeer streng bewaakte grens. Er zijn wachttorens, drones, thermische camera’s. Het leger kent de grens op z’n duimpje. Als jij naar de grens gaat, word je ogenblikkelijk gearresteerd. Hoe kan het dan dat er elke dag honderden mensen zomaar het land binnen lopen? Hoe kan dat?”

Jonge Afghaanse vluchtelingen in de Turkse grensstad Van.Beeld Nicola Zolin