Direct naar artikelinhoud
InterviewSara Vicca en Ann Crabbé

‘Zelfs al stoppen we morgen met alle uitstoot, dan nog gaat de klimaatopwarming vele jaren door’

Ann Crabbé (l.) en Sara Vicca. ‘Het probleem is dat we veel te traag in actie schieten. Zelfs als we morgen stoppen met alle uitstoot, dan nog gaat de opwarming vele jaren voort.’Beeld Tim Dirven

Corona is nog niet helemaal weg of daar eist het klimaat al weer onze aandacht op. En dat is niet meer dan terecht, lezen we in het nieuwe klimaatboek van Sara Vicca en Ann Crabbé (UAntwerpen). ‘Als we wachten op rampen die groot genoeg zijn om iedereen te overtuigen, dan is het veel te laat.’

Extreme hittegolven in Canada en de Verenigde Staten of de eerste zomeroverstromingen bij ons. De klimaatproblemen vragen opnieuw onze volle aandacht. Niet dat het thema ooit is weggeweest, maar de sense of urgency bij het grote publiek was anderhalf jaar lang wel wat minder groot. Ten onrechte, menen biologe Sara Vicca en milieusociologe Ann Crabbé (beiden UAntwerpen). 

“Het klimaatplaatje oogt weinig rooskleurig”, zegt Vicca. “Wij gaan de situatie ons hele verdere leven alleen maar erger zien worden. We moeten hopen dat we het tij nog wat kunnen keren. Dan kan er voor onze achterkleinkinderen mogelijk toch nog een leefbare toekomst zijn.”

Al zijn er gelukkig ook enkele positieve signalen. Zoals de ambitieuze klimaatplannen waar de Amerikaanse president Joe Biden de episode onder zijn voorganger mee probeert recht te trekken. En ook de Green Deal, het pakket aan maatregelen waarmee Europa tegen 2050 het eerste CO2-neutrale continent wil worden. “Je merkt dat men duidelijk zoekt naar oplossingen”, zegt Crabbé. “En misschien, met horten en stoten en veel trager dan velen willen, kunnen wel nog ergens geraken.”

U stelde een nieuw klimaatboek samen met bijdragen van achttien experts uit verschillende disciplines. Hadden we nog geen klimaatboeken genoeg?

Vicca: “Dit boek is vrij uniek, omdat het heel breed gaat. Alle klimaatboeken die ik ken gaan over een specifiek thema of kaderen in een specifiek wereldbeeld. Ons boek doet net het omgekeerd. Het gaat over de fysische gegevens, de koolstofcyclus , klimaatmigratie, economie, energie en sociologie. Waarmee we meteen ook ons punt maken: dit is iets dat de hele maatschappij beïnvloedt en dat ook heel de maatschappij nodig heeft om opgelost te geraken.”

Crabbé: “Het boek is ontstaan vanuit het vak ‘klimaatverandering’ dat we samen aan de UAntwerpen coördineren. We merken dat niet alleen onze studenten, maar ook heel wat mensen die niet zomaar elke week naar onze lessen kunnen komen, nood hadden aan informatie, op een laagdrempelige manier en vanuit verschillende disciplines bekeken.”

Wat ik vooral bedoelde: het klimaatverhaal is ondertussen toch al behoorlijk gekend? We weten waar de problemen zitten. We weten ook wat er gedaan moet worden. Alleen gebeurt er nog te weinig.

Crabbé: “Dat klopt. En dat komt omdat er hier vaak heel grote belangen spelen, die ervoor zorgen dat het probleem geminimaliseerd en zelfs ontkend wordt. Dan wordt klimaat in het verdomhoekje gezet waardoor het politiek een heikel thema wordt.”

Welke tegenstrijdige belangen bedoelt u?

Crabbbé: “Die zitten zowat overal. Als we het hebben over de overgang van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie, dat gaat dan over hoe we onze woningen verwarmen, maar ook over hoe we onszelf verplaatsen en onszelf voeden. We spreken dus over de grote oliebedrijven maar evengoed over de auto- en landbouwsector, economisch belangrijke sectoren die zich nog al te vaak geschaad voelen in hun belangen wanneer je over klimaat begint. Terwijl er voor hen ook heel wat economische opportuniteiten zijn, die men nu nog te veel laat liggen.”

Een van de opvallendste passages in het boek gaat over het feit dat velen de afgelopen jaren zijn beginnen twijfelen aan het vermogen van de politiek om een effectief klimaatbeleid te voeren. Toch pleiten jullie niet voor een expertocratie, waar de experts de politiek instrueren. Waarom niet?

Crabbé: “Experts kunnen uiteraard de nodige argumenten aanreiken, maar uiteindelijk zijn het degenen die sturing geven aan de samenleving die de nodige en goeie keuzes moeten maken. Klimaat is toch vooral een politieke opgave, waarbij er nood is aan een democratisch debat en democratisch genomen beslissingen.”

“En ja, het probleem met de huidige politiek is dat die te veel op de korte termijn kijkt. Het time frame waarmee een politicus rekening houdt, is dat tot aan de volgende verkiezingen. Terwijl we voor zulke systemische problemen een langetermijnvisie nodig hebben. Er moet dus een wisselwerking zijn tussen experts en politici. Dat hebben we ook geleerd in de coronapandemie. Een expert moet de politiek informeren en tonen waar de oplossingen zitten. Maar een expert kan niet de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor bepaalde keuzes opnemen of verdedigen. Dat is de taak van de politiek.”

We hebben tijdens de pandemie gezien dat het net daar soms fout liep. Omdat de politiek net het tegenovergestelde deed van wat de experts aanraadden, kregen we een terugval.

Crabbé: “Daarom is het ook belangrijk dat de mening van die experts in de media kwam. Waardoor mensen op basis daarvan voor een stuk ook zelf hun eigen gedrag aanpasten. Een groot deel van de bevolking bleef de virologen volgen, ook al besloot de politiek te versoepelen.”

Vicca: “We pleiten er ook niet voor om het volledig over te laten aan de politiek. We willen geen expertocratie, maar wel meer participatie, zodat er meer actoren betrokken zijn bij het beleid.”

Helpt het dat de gevolgen van die klimaatverandering steeds duidelijker worden? Denk maar aan de hittegolven nu in Canada en de Verenigde Staten. Of dichter bij huis, de felle regenbuien met als gevolg wateroverlast.

Vicca: “Ja, de aandacht voor klimaat is erg ‘eventgedreven’. Maar het probleem is dat we veel te traag in actie schieten. We riskeren gewoon veel te laat te komen als we wachten op rampen die groot genoeg zijn om iedereen bewust te maken. Zelfs als we morgen stoppen met alle uitstoot, dan nog gaat de opwarming vele jaren verder en komen we waarschijnlijk kort bij een opwarming van 1,5 graden uit.”

Crabbé: “Het is volgens mij ook niet juist te denken dat je iedereen overtuigd moet hebben voor er maatregelen genomen kunnen worden. Ik heb ooit Bea Cantillon, expert sociale zekerheid, horen zeggen dat we nooit een sociale zekerheid hadden gehad als de voorwaarde was dat iedereen van het systeem overtuigd moest zijn. Op een gegeven moment hebben we echt wel doortastende maatregelen nodig.”

We moeten het nog over mogelijke oplossingen hebben. De energietransitie is een no-brainer, maar waar ziet u nog oplossingen?

Vicca: “De energietransitie is inderdaad cruciaal. Zonder ga je de CO2-emissies nooit omlaag krijgen. Een andere heel belangrijke bron van CO2 is ontbossing. En dan moet je naar de veeteelt kijken, want ontbossing is er vooral om de veeteelt mogelijk te maken.

“Daarnaast is er nog een mogelijkheid om CO2 uit de atmosfeer te gaan halen. Dat onderzoek is volop bezig. Er zijn nu nog geen methodes die op grote schaal toegepast kunnen worden, maar modellen geven duidelijk aan dat we zonder koolstofverwijdering nooit onder die 1,5 graden opwarming kunnen blijven en waarschijnlijk zelfs niet onder 2 graden.”

Naar die technologie wordt nu door zogenaamde ‘klimaatrealisten’ verwezen. Zij menen dat die ons in staat zal stellen om al die lastige maatregelen niet te hoeven nemen.

Vicca: “Dat is echt een utopie. We zullen maar een fractie van de CO2 die we momenteel uitstoten uit de atmosfeer kunnen halen. Op termijn gaat het om 10, misschien 20 procent van de huidige uitstoot. Het is vooral bedoeld om de uitstoot van sectoren die moeilijker kunnen omschakelen, zoals de luchtvaart, wat te compenseren. Maar zonder vergaande maatregelen zullen we het klimaatprobleem nooit kunnen oplossen. Je moet die koolstofverwijdering vooral zien als iets wat we extra nodig hebben omdat we het al zo ver hebben laten komen.”

Velen hoopten ook dat de heropbouw na corona gepaard zou gaan met meer duurzaamheid. Toch staan mensen dezer dagen weer als vroeger massaal klaar om naar een vakantiebestemming te vliegen.

Vicca: “Hier schiet het beleid echt te kort. Vliegtuigreizen zijn veel te goedkoop in vergelijking met alternatieven zoals een treinreis.”

Crabbé: “Klopt. En het is een evolutie die ik al een tijdje met lede ogen aanzie: hoe de verantwoordelijkheid te veel bij het individu wordt gelegd. Vind je dat er een probleem is met chemicaliën in het plastic melkflesje van je baby? Koop dan dat flesje niet meer. Hetzelfde met klimaatverandering, dan mag je niet meer gaan reizen met het vliegtuig. Je gaat nooit een radicale omslag realiseren door enkel te rekenen op gedragsverandering van consumenten. Er is ook goed beleid nodig, dat stimulerend en ondersteunend werkt. En dat is wat nu vaak ontbreekt. We zien bijvoorbeeld dat het aanbod van alternatieven, zoals het openbaar vervoer, eerder afkalft.”

Vicca: “Hier is de rol van de politiek uiterst belangrijk. Die moet een kader scheppen waardoor het evident wordt om het klimaatvriendelijke alternatief te kiezen. En op een democratische manier, waardoor ook de minder gegoede bevolking mee kan in het verhaal.”

Crabbé: “Dat laatste is heel erg belangrijk. Kijk naar de lage-emmissiezones (LEZ) die een aantal steden ondertussen invoerden. Die zones creëren heel wat sociale neveneffecten. Voor diegene die veel verdienen of een bedrijfswagen hebben, is zo’n LEZ niet zo’n groot probleem. Maar je zal maar met een oud dieseltje rijden en dat moeten gebruiken om te gaan werken.”

Die steden hebben wel vaak sociale correcties ingevoerd. Wie zijn oud dieseltje wegdoet, krijg dan een subsidie.

Crabbé: “De vraag is of een subsidie hier wel de juiste maatregel is? Want je kan niet iedereen die nu met een oude wagen rondrijdt genoeg geld geven om een nieuwe te kopen. Zo kom je er niet. De vraag is of je niet beter je hele stadsomgeving herdenkt en vooral veel meer investeert in openbaar vervoer tegen een democratische prijs.”

Vicca: “De LEZ is een typisch voorbeeld van een kortzichtige maatregel. Het is een maatregel die best wel wat mensen treft, maar die structureel niets verandert. Structurele aanpassingen in de mobiliteit zijn nochtans erg nodig. Terwijl in heel wat sectoren de emissies aan het dalen zijn, zorgt het autogebruik nog altijd voor een stijging.”

Kan de vergroening van het bedrijfswagenpark daar iets aan verhelpen?

Crabbé (hoofdschuddend): “Dat is beleid gericht op een welstellende middenklasse. Het is problematisch dat de overheid klimaatmaatregelen verteerbaar wil maken door een sociaal-economische klasse te bedienen die die ondersteuning niet nodig heeft om de omslag te kunnen maken. We moeten naar andere soorten beleid, die meer rekening houden met de draagkracht van de mensen die het treft. Ik denk niet dat het subsidiëren van de elektrificatie van bedrijfswagens of bijvoorbeeld subsidies voor zonnepanelen de juiste weg is.”

Vicca: “Dat denk ik ook niet. Over wat onze regeringen aan het doen zijn, ben ik weinig optimistisch. Al zitten er in het federale regeerakkoord wel goeie ideeën, er is nog veel werk aan de winkel. Maar wij richten onze blik vooral op Europa, waar men duidelijk wél door heeft dat er dringend iets moet gebeuren willen we de logge olietanker nog gekeerd krijgen.”

Van klimaatverandering naar systeemverandering, Sara Vicca en Ann Crabbé, ASP Editions, 208 p., 25 euro.