Maandenlang hing er waas van mysterie rond concurrente van Thiam, maar Johnson-Thompson geeft nu toch update: “Ik scheurde m’n achillespees”

Nafi Thiam verdedigt op woensdag 4 en donderdag 5 augustus haar olympische titel op de zevenkamp. Hoewel ze geen vlekkeloze aanloop naar de Spelen kende en voorlopig niet écht indruk maakte in de voorbereidingswedstrijden, zo sprong ze op het BK in Brussel slechts over 1m84, lijkt Thiam (zonder pech) een certitude voor het podium. 

Dat kan minder worden gezegd van rivale Johnson-Thompson. De Britse snoepte in 2019 in Doha dan wel de wereldtitel af van Thiam, maar eind vorig jaar liep ze dus een zware achillespeesblessure op. Nota bene aan haar afzetbeen. Achter haar vormpeil staat een groot vraagteken, al wilde ze dat vandaag op een persconferentie zelf niet gezegd hebben.

Medaille

“Ik was er natuurlijk kapot van toen ik me blesseerde. Het kon twee kanten op, maar het werd dus de goeie”, zei Johnson-Thompson vandaag. “Ik ben klaar voor mijn derde deelname aan de Spelen en ik geloof ook dat ik een medaille kan pakken. Met dat doel zal in naar Tokio trekken - ‘t is alleszins waarvoor ik de voorbije zeven maanden zo hard gewerkt heb.”

Johnson-Thompson ging ook iets dieper in op haar blessure. “Ik scheurde de achillespees van mijn afzetbeen af, maar vorige week gebruikte ik dat been al in een hoogspringcompetitie. Da’s een heel goed teken. Ik zal morgen ook verspringen in Gateshead - alles is genezen. Mijn linkerbeen is nu zelfs sterker dan mijn rechter. Natuurlijk mis ik nog competitieritme, maar ik doe voor de Spelen nog mee aan een paar competities. En dan zien we wel hoe goed ik ben.” 

De Olympische Spelen barsten los op 23 juli en eindigen ruim twee weken later op 8 augustus.

Bekijk ook:

Lees ook:

Nafi Thiam trekt met vertrouwen naar Olympische Spelen: “Ik ben beter dan vijf jaar geleden in Rio”