Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronacijfers

Ellende na te snelle versoepelingen: Nederland had het kunnen weten

Ontslagnemend premier Mark Rutte en ontslagnemend minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge.Beeld Freek van den Bergh / Volkskrant.

Premier Mark Rutte heeft zijn excuses aangeboden: het Nederlandse kabinet heeft met de snelle versoepelingen van eind juni wel degelijk een ‘inschattingsfout’ gemaakt. Eentje maar? Op zeker zes punten had het kabinet beter kunnen – en moeten – weten. 

1. ‘Testen voor toegang’ is niet waterdicht

Lees de adviezen van het Outbreak Management Team (OMT) erop na, en je hóórt de wetenschappelijke adviseurs bijna zuchten. Vooruit, het OMT ziet ‘geen bewaren’ om nog ongevaccineerde jongeren na een negatieve sneltest een QR-toegangscode te gunnen. Maar pas wel op, snelle antigeentests hebben immers de onhebbelijkheid dat ze ongeveer een op de vijf infecties missen. “Het is niet wenselijk dat een negatieve testuitslag leidt tot risicovol gedrag”, noteerde het OMT daarom al eerder.

Maar bij het Nederlandse kabinet werd het netwerk van snelle testbedrijfjes die QR-codes uitdelen dé uitweg uit de crisis. Voor “als je iets wilt organiseren of openstellen zonder de anderhalvemeterregel in acht te nemen”, zoals ontslagnemend premier Mark Rutte zei bij de bekendmaking van de versoepelingen.

Bij grote hoeveelheden tests kunnen kleine percentages gemiste geïnfecteerden zich echter al snel vertalen naar behoorlijk wat mensen. Zo’n 1.260 mensen zullen vorig weekeinde onterecht negatief getest het uitgaansleven in zijn gegaan, becijfert informatiespecialist Martijn de Riet op basis van de eigen cijfers van het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In een uitleg verwoordt De Riet het polemisch: “Dit wist je wel. Het. Staat. In. Je. Eigen. Fucking. OMT. Rapport.”

2. Maak de QR-codes niet te lang geldig

Direct in het verlengde daarvan: de geldigheidsduur. Het OMT adviseerde dat de QR-codes maar een etmaal geldig mogen zijn, of liever zelfs korter: 12 uur. Ook dat heeft te maken met een eigenschap van de antigeen-sneltests. Die pikken bij een infectie alleen de ‘piek’ van de besmettelijke fase op. “Het kan dus gebeuren dat je negatief test en denkt: ik kan weer vooruit, ik ga feesten. Terwijl je die dagen daarop pas besmettelijk wordt”, waarschuwde OMT-lid Marc Bonten al in november vorig jaar tegen de Volkskrant.

Het Nederlandse kabinet besloot die waarschuwing echter in de wind te slaan: in plaats van 24 uur stelde Rutte de geldigheid van een negatieve test op 40 uur. “Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om op basis van één test deel te nemen aan opeenvolgende groepsactiviteiten, gedurende meerdere dagen”, kan het OMT in zijn spoedadvies van vorige week niet nalaten om toch even in te wrijven.

3. Wéér vergeten te noemen: de ventilatie

Het Outbreak Management Team kun je inmiddels niet meer aanrekenen te weinig rekening te houden met ventilatie. Zeker nu het weer gaat om het uitgaansleven, dat zich bij uitstek afspeelt in binnenruimtes waar men schreeuwt, lacht en zingt, dringt het OMT aan om “expliciet aandacht te geven aan de juiste ventilatiesystemen”. 

Ook een advies eerder wees de adviesclub al met zoveel woorden op “het risico van crowding in binnenlocaties waarbij er veel personen bij elkaar staan in soms onvoldoende geventileerde ruimtes”. En het advies dáárvoor: “Het OMT onderschrijft het belang van goede ventilatie.”

Maar beluister de laatste twee persconferenties van Rutte en ontslagnemend minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge, en het woord ventilatie valt welgeteld nul keer – terwijl al sinds de vroege uitbraken bij zangkoren en in après-skibar Kitzloch in Oostenrijk bekend is dat samenkomen in bedompte, afgesloten ruimtes vragen om moeilijkheden is.

Nu stoot men zich aan diezelfde steen: er waren onder meer superverspreidingen op de zolder van een studentenvereniging, in het ruim van een partyboot, en in diverse danscafés, clubs en kroegen.

4. Na vaccinatie: vergeet de inwerktijd niet

‘Dansen met Janssen’. De jolige soundbite van minister De Jonge is inmiddels uitgegroeid tot een pijnlijke blunder, die de minister nog lang zal achtervolgen.

In de persconferentie voor de versoepelingen was De Jonge er duidelijk over. Wie een toegangs-QR-code wil, moet volledig gevaccineerd zijn. “En wil je sneller? Dan kunnen alle 18-plussers die nog geen prik hebben gehad een afspraak maken om met Janssen gevaccineerd te worden – daar heb je maar één prik van nodig.”

Bescherming door vaccinatie is echter niet iets wat direct na de prik aanwezig is, zoals De Jonge had kunnen weten. “Er is geen sprake van bescherming direct na vaccinatie”, zoals het OMT noteerde. Het kost immers tijd voordat het immuunsysteem genoeg antistoffen en beschermende T-cellen heeft gekweekt om het virus het hoofd te bieden.

Het OMT raadde daarom aan: eerst twee weken wachten, dan pas het sein op groen. Dat geldt misschien nog wel meer voor het Janssen-vaccin, dat nog niet goed is onderzocht op werkzaamheid tegen de besmettelijkere deltavariant, schrijft het OMT in zijn nieuwe spoedadvies. “Het is nog de vraag in hoeverre dit 14 dagen na de vaccinatie inderdaad al volledige immuniteit biedt tegen de nu circulerende deltavariant.”

5. Onderschat nooit een snellere variant

Al eerder moest het kabinet te elfder ure de coronateugels weer aanhalen: dat was in december, toen Nederland geconfronteerd werd met de snel oprukkende – want extra besmettelijke – ‘Britse’ variant van het virus, tegenwoordig bekend onder de naam ‘alfavariant’.

Onderschat nooit een extra besmettelijke variant, had het kabinet daarvan kunnen leren. Er hadden dan ook best wat meer alarmbellen mogen gaan rinkelen, toen in Nederland de deltavariant opdook. Al sinds eind mei schoot in de steekproeven het aantal besmettingen met de variant omhoog: 22, 42, 91 en 143 in de week dat Rutte zijn versoepelingen aankondigde.

Maar Rutte scheen niet eens te beseffen dat de variant überhaupt in Nederland aanwezig was. “Je weet nog niet of er misschien nog besmettelijkere nieuwe varianten komen, zoals die deltavariant die in Engeland nu zo rondgaat”, antwoordde hij op een vraag van de NOS.

Drie dagen later maakte het RIVM bekend dat de deltavariant exponentieel toeneemt. “De belangrijkste boodschap is: we gaan de herfst in met een variant die nog besmettelijker is”, zoals viroloog Chantal Reusken (RIVM) zei tegen de Volkskrant.

6. Natuurlijk gaat het uitgaanspubliek de schade inhalen

Niet dat het OMT zelf alles bij het juiste eind had. De modellen hebben de “huidige piek van besmettingen onvoldoende juist ingeschat”, constateert ook het adviesorgaan beteuterd. Simpel gezegd had men er geen rekening mee gehouden dat jongeren zich zo uitbundig in het uitgaansleven zouden storten, erkent het OMT.

Dat had men best kunnen weten. Toen Seoel na de eerste coronagolf het uitgaansleven opende, ging een geïnfecteerde clubganger negen clubs af: 133 mensen raakten besmet. In zijn advies voor versoepeling is het OMT dan ook nogal voorzichtig: pas op, niet te hard. Zo wilde het OMT het thuiswerken nog wat langer handhaven, nadruk op voorlichting voor jongeren en naleving van de anderhalve meter “totdat duidelijk is dat Covid-19 blijvend onder controle is”.

Maar in handen van het kabinet werd dat advies tot voorzichtigheid meer een oproep om het leven te gaan vieren. “Dit is een bijzonder moment”, zei Rutte. “Want hoe vaak hebben we hier niet gestaan om te vertellen wat er allemaal niet kon? Nu zijn we gelukkig weer in de fase dat de nadruk ligt op wat er wel kan. En dat hebben we met elkaar verdiend.”