Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenZomer van de Vrijheid

‘Na één pint vergeet ik dat corona ooit heeft bestaan’

‘Na één pint vergeet ik dat corona ooit heeft bestaan’
Beeld Johan Jacobs (Humo)

De zomer van de vrijheid, de zomer van de liefde, knaldrang, muildrang, zoenzucht… De verwachtingen voor de komende maanden zijn hooggespannen. Zeker bij de jongeren, die het voorbije anderhalf jaar zo vaak aan het kortste eind trokken en volgens onderzoek het meest hebben geleden. Kijken ze er reikhalzend naar uit om te gaan knallen, nu ze eindelijk ook volop gevaccineerd worden? Of heeft corona een rem gezet op hun jeugdige onbezonnenheid?

Theatermaker Mitch Van Landeghem (25) ontploft tegenwoordig overal te lande in de nieuwe versie van Tom Lanoyes Ten oorlog. Lise-Lore Vanstechelman (22) uit het Eén-programma Op kot staat te trappelen om de Pukkelpop-weide te bestormen. En volgens Tom Van Damme (25), zoon van vaccinoloog Pierre Van Damme, is de knaldrang nog nooit zo groot geweest. Het Bevrijdingsfeest dat hij bedacht was in 62 seconden uitverkocht.

Tom Van Damme: “Ja, de server is zelfs uitgevallen. Die kon de storm niet aan. De mail die de locatie bekendmaakt, staat klaar om verzonden te worden, maar we versturen die pas als we absoluut zeker zijn dat het doorgaat (intussen is bekend dat het evenement zal plaatsvinden in het Martinuspark in Deinze, red.). Anders zijn we bang dat, als we toch moeten cancelen, jongeren naar die plek komen om het vuur aan de lont te steken. We willen geen tweede La Boum zijn. Je weet het niet, hè, met die oplaaiende deltavariant.”

Lise-Lore en Mitch, hebben jullie ook knaldrang?

Mitch Van Landeghem: “Dat woord!”

Lise-Lore Vanstechelman: “Had je daar nog niet van gehoord? Merol uit Nederland heeft een lied gemaakt met die titel dat iedereen meteen op Instagram is gaan delen. Het is zo mooi.”

Het is een smachtende ode aan het nachtleven.

Lise-Lore: “In Nederland is het echt een woord. Het betekent: de intense drang om er eens flink een feestje van te maken.”

Mitch: “Ik weet niet precies wat het is, maar ik ervaar het wel, denk ik: echt genoeg hebben van het niksdoen en extreem willen gáán.”

Lise-Lore: “Iedereen, denk ik.”

Van welk ‘extreem gáán’ droom je, Mitch?

Mitch: “Bij mij gaat het nu vooral over eindelijk weer aan het werk zijn. Ik heb víér premières deze zomer. Ik wil alles tegelijk doen en dóé dat ook. Ik wil spelen, spelen en nog eens spelen. Ik zat er al zo lang op te wachten.”

Lise-Lore: “Ik had in het begin heel felle knaldrang: aaah! Feestjes! Ik kreeg net een herinnering op Snapchat: een filmpje van Rock Werchter. Ik kreeg letterlijk kippenvel toen ik het zag. Ik kijk er zo hard naar uit, maar toch denk ik ook: weer tussen zoveel mensen staan… Het is alsof je je veel meer bewust bent van wat je doet. Het gaat ook weer zo bizar snel. Iedereen krijgt nu halsoverkop zijn prik, alle deuren gaan open, terwijl we zes maanden geleden nog nergens stonden.”

Tom: “In Nederland is er een filmpje viraal gegaan van een jongen die aanwezig was op een testevent. Hij zei dat hij enorm blij was: niet zozeer omdat hij aan het feesten was, maar wel omdat hij merkte dat iedereen na vijf minuten weer gewoon ‘normaal’ deed. Stel je voor dat op Pukkelpop iemand opeens achteruitdeinst als je naast hem gaat staan, hoe raar zou dat zijn?”

Lise-Lore: “Ik denk dat ik corona misschien als excuus ga gebruiken. Normaal pakt iedereen op zo’n festival elkaar constant vast en soms wil ik dat helemaal niet.”

Mitch: “Mij beangstigt het ook wel hoe rap alles weer kan. Vorige zomer ging het ook zo snel met de versoepelingen en die zijn toen allemaal weer teruggeschroefd. Ik ben op mijn hoede en denk: hoe snel zal het schip weer keren?”

Tom: “Maar de cijfers zijn nu heel goed. Bijna heel België is groen.”

Jij kunt niet wachten, Tom, zei je in een Humo-interview: ‘Ik wil in de Boiler Room van Pukkelpop zo staan zweten dat je tegen elkaar plakt, en daarna buiten komen en voelen: nu ben ik lekker vies.’

Tom: “Ja. Anderhalf jaar geleden deed je dat toch gewoon? Was dat toen aangenaam? Neen! Maar nu wil je niks liever.”

Lise-Lore: “Ik merk ook dat ik bepaalde dingen veel meer ben beginnen te appreciëren. Ik heb niet gewacht tot ik de line-up van Pukkelpop kende om dan te twijfelen of ik wel zou gaan. Nee! Hoe slecht die line-up ook geweest zou zijn, I wanna go! Ik wil wel blijven beseffen wat het is om twee jaar vast te zitten, maar ik moet eerlijk zeggen: op café drink ik één pint en ik vergeet dat corona ooit heeft bestaan.”

Mitch: “Wat wil je dan? Dat we de hele tijd dankbaar zijn dat we weer mogen leven?”

Lise-Lore: “Je hoeft niet constant op je knieën te vallen, maar je moet je er wel een beetje bewust van zijn dat we geluk hebben gehad dat we dankzij vaccinologen, dokters en eigenlijk ook onszelf er relatief snel doorheen zijn geraakt, en de kleine dingen iets meer appreciëren.”

Mitch: “We hebben hier buiten net twee weken Ten oorlog gespeeld. De laatste voorstelling was zondag, de dag van de nieuwste versoepelingen. Normaal zei iemand elke avond voor de voorstelling: ‘Vanwege corona moet u uw mondmasker ophouden.’ Maar deze keer was de boodschap: ‘Check even bij uw buren of ze het oké vinden, u mag uw masker afzetten.’ En tweehonderd mensen, het hele publiek, namen tegelijkertijd hun mondmasker af. Al die gezichten werden zichtbaar en iedereen begon te applaudisseren. Ik kon wel huilen toen ik daar opeens weer voor een tribune vol gezichten stond. Dat is iets dat je altijd for granted nam, maar dat je nu echt ontroert.”

Zijn jullie al gevaccineerd?

Mitch: “Ik ga dinsdag.”

Lise-Lore: “Ik woensdag.”

Tom: “Ik heb zondag mijn eerste prik gehad.”

Mitch: “Ik was zo goedgezind toen ik die brief kreeg. Ik vond het zalig dat ik die oproep nog echt via de post kreeg. Het voelde alsof ik was toegelaten tot Zweinstein toen ik zag wat er in de enveloppe zat. Ik had er keiveel zin in.”

Tom: “Hm. Toen ik Flanders Expo binnenkwam en in de rij ging staan van kuddedieren die allemaal niet konden wachten tot ze die spuit in hun arm kregen geramd, moest ik toch vooral denken aan doemseries waarin de wereld vergaat. Ik kreeg mijn vaccin van een assistent die volgens mij haar eerste spuit zette, met een veel te botte naald, denk ik. Ik heb ook eens goed gekeken of ze er alles wel degelijk in spoot. Ik vond het best een akelige aangelegenheid.”

Mitch Van Landeghem.Beeld Johan Jacobs (Humo)

NÓÓIT MEER WANDELEN

Vinden jullie dat de overheid de coronacrisis goed heeft aangepakt? Het verdict is dat er te lang gefocust is op ouderen die stierven en volwassenen die hun baan verloren, en dat er te weinig rekening werd gehouden met jongeren, die wellicht de meeste mentale schade hebben geleden.

Lise-Lore: “Ik ben afgestudeerd tijdens de crisis en ik heb dat niet kunnen vieren. Ik heb mijn klasgenoten letterlijk níét gezien. Ondertussen heb ik een job – ik werk bij productiehuis De chinezen, een droomjob – en denk nu vaak: mijn serieuze leven is begonnen en ik heb de laatste twee jaar van mijn studentenbestaan niet onnozel kunnen doen. Die tijd kan ik nooit meer inhalen.”

Mitch: “Dat is waar, maar om dat nu zware schade te noemen? Ik weet het niet.”

Het sociale leven is essentieel voor de ontwikkeling van jongeren, dat beseft iedereen eindelijk. Het is jullie levensader. Maar misschien ervaar jij dat niet zo, Mitch?

Mitch: “Ik heb dat wel zo ervaren. Ik ben ook afgestudeerd in coronatijd en heb daar echt van gebaald, maar ik besefte dat ik een groot deel van mijn studententijd wél heb kunnen beleven. Ik denk dat het pas echt erg was voor 18-jarigen die aan het hoger onderwijs moesten beginnen, de eerste twee jaar slecht les kregen en geen enkele jaargenoot leerden kennen.”

Jij hebt ook echt afgezien, Tom.

Tom: “Ja. Ik ben een heel sociaal iemand. Ik heb lang creatief met de lockdown kunnen omspringen, me op de mogelijkheden gefocust: dit kan nog, en dat kan nog. Maar op een gegeven moment kon je echt niks meer doen. Ik woon midden in Antwerpen, maar de stad was dood, iedereen zat binnen. Ik kwam amper nog buiten, tenzij om te (spuugt het woord uit) wandelen. Echt, ik ga nóóit meer wandelen. Ik kan het woord niet meer horen. Vorige zomer ging het wel weer even. We konden weer op café, maar je moest in je bubbel van vier blijven en toen dacht ik, wanneer ik op café weer op dezelfde gezichten zat te kijken…”

Mitch: “Ik wil anderen! (lacht)

Tom: “Ja. Ik wilde kunnen uitgaan en tegen wildvreemden zeggen: ‘Hé, wie ben jij?!’ Maar de tweede golf kwam en er leek geen einde aan te komen.”

Jij bent als reisorganisator even technisch werkloos geweest.

Tom: “Ja. En ik kan niet stilzitten. Je komt dan in een sleur terecht en op den duur had ik nergens nog zin in. Ik dacht: waarom zou ik nog opstaan en douchen, ik ga toch de hele dag in de zetel liggen. Ik voelde me nutteloos en eenzaam.”

Mitch: “Ik snap wat je bedoelt. Het ergste moment van het voorbije jaar was de ochtend waarop ik me opeens kon inbeelden... (aarzelt) Ik vind het raar om dit te zeggen, omdat ik nog nooit een depressie heb meegemaakt, maar plots kon ik me voorstellen hoe het moest zijn om wakker te worden en te denken: waarom zou ik uit mijn bed komen? Het hoeft allemaal niet meer. Ik vertelde dat aan mijn moeder en die zei: ‘Dat gevoel heb ik ook.’ Dat kwam zo hard binnen: wow, dacht ik, iederéén heeft dit. We zijn collectief in een soort van depressie aan het belanden.”

Lise-Lore: “Ik denk dat ik één van de weinigen ben op wie de coronatijd een bevrijdend effect heeft gehad. Vóór corona was ik een enorm slechte student. Iedereen verwachtte superveel van mij – mijn ouders, mijn vrienden, mijn leerkrachten. Naar mijn gevoel stonden die allemaal over mijn schouder mee te kijken om te zeggen: ‘Jij moet slagen!’ Terwijl ik mijn studie eigenlijk niet meer zo leuk vond en me verzette tegen al die verwachtingen. Maar toen kwam corona en opeens móést er niks meer. Ik voelde ruimte en dacht: oké, let’s go! Het gaf een enorme boost dat er niemand achter mij stond die zei: je moet dít en je moet dát. Daarvoor waren ze allemaal te druk bezig met die corona.

“Ik ben superhard gaan knallen. Normaal deed ik nooit erg mijn best, had ik elk jaar herexamens. Maar vorige zomer deed ik de mail met mijn punten open en was ik op alle vakken geslaagd! Voor de allereerste keer! Ik was echt even volledig van de wereld. Belachelijk, hè?”

Mitch: “Nee. Het is mooi. Ontroerend.”

SERIEUS BREICLUBJE

Tom, jij bent uit wanhoop bij je ouders in de tuin een serre gaan bouwen.

Tom: “Ja. Ik deed op een gegeven moment echt álles om mezelf bezig te houden: ik reed mijn vader rond, kookte ’s avonds voor mijn ouders – meestal drie gangen, want ja, ik had toch genoeg tijd. (lacht) Maar goed, daar had ik na een paar weken ook wel genoeg van.”

Wat deed jij, Mitch? Als we het goed hebben begrepen, ben jij allergisch voor vrije tijd.

Mitch: “Klopt. (lacht) Ik ben werk gaan creëren. Ik heb een monoloog over religie geschreven.”

Je bent zoals velen over het Wezen van de Dingen beginnen nadenken.

Mitch: “Ja. Hoe meer ik over religie sprak met anderen, hoe meer bleek dat veel mensen over het geloof zijn beginnen nadenken.”

Lise-Lore: “Ik heb dat ook gemerkt. Enkele vrienden zeiden: ‘Ik heb mijn band met religie teruggevonden.’”

Mitch: “Ik denk dat het vooral over zingeving gaat.”

Lise-Lore: “Volgens mij zijn veel mensen actief gaan zoeken naar hoe ze hun mentale welzijn konden opkrikken. Veel mensen zijn gaan mediteren, gaan werken in de tuin of iets anders beginnen te doen om grond te vinden, om zichzelf te aarden.”

Je monoloog gaat over hoe je je al dan niet aan religie kunt vastklampen, Mitch.

Mitch: “Weet je, als ik nee zou antwoorden op de vraag of ik geloof, dan zou ik het gevoel hebben dat ik lieg. Maar als ik ja zou antwoorden, zou ik dat gevoel ook hebben. Eigenlijk onderzocht ik in mijn monoloog de vraag: kun je het nog aan jezelf toegeven dat je het misschien wilt, religieus zijn of geloven? Daar lijkt een taboe op te rusten.”

Lise-Lore: “Ik snap wat je bedoelt: ik voel ook snel een vooroordeel in me opdoemen als iemand zegt dat hij of zij gelovig is.”

Mitch: “Waarschijnlijk omdat je geloof associeert met het instituut de kerk en alles wat daar fucked-up aan is. Terwijl ik het over het spirituele gevoel heb waar religie eigenlijk over gaat.”

Lise-Lore: “Je hebt gelijk, Mitch. Ik vind religie vooral een moeilijk thema vanwege al die verschillende godsdiensten die eigenlijk allemaal hetzelfde zeggen en toch niet overeenkomen. Dan denk ik al snel: zoek het maar uit. Maar als je over spiritualiteit en zingeving begint, ben ik één en al oor.”

Heeft corona jou ook naar zingeving doen zoeken?

Lise-Lore: “Neen.”

Mitch en Tom: (lachen)

Lise-Lore: “Nu, ik heb wel samen met twee vriendinnen het bedrijfje Warrem opgestart. We breien truien voor een goed doel, het Centrum ter Preventie van Zelfdoding waar ook De Zelfmoordlijn deel van uitmaakt. We zijn daarmee begonnen bij wijze van grap. (denkt na) Wanneer was het?”

Mitch: “Toen iederéén is beginnen te breien.”

Lise-Lore: “Ja. (lacht) Iedereen is dat op een bepaald moment beginnen te doen. Wat begon als breiclubje, werd plots veel serieuzer. Toen we voor de eerste keer alles online zwierden, waren al die truien in vijf minuten uitverkocht. Daarna zijn we steeds blijven groeien en nu zijn we dus een bedrijfje dat al bijna 10.000 euro heeft ingezameld voor het Centrum ter Preventie van Zelfdoding. Dat we voor een goed doel zijn gaan breien, is natuurlijk ook omdat het ons een gevoel van zingeving geeft, een gevoel dat je iets kunt betekenen voor een ander.”

Het aantal zelfmoordpogingen is tijdens corona enorm toegenomen.

Lise-Lore: “Ik weet het. Vrienden van mij hebben er in hun omgeving ook mee te maken gehad. Daarom kozen we voor dat doel, er moest iets aan gedaan worden. Heb je gelezen hoeveel studenten er nu naar de psycholoog gaan? Dat is echt crazy. Ik vind dat ook wel heel goed. Ik zeg het tegen iedereen: ‘Als het niet gaat, praat erover!’”

Tom: “Ja, want hoeveel van hen zetten die stap nog niet omdat ze al die berichten over de wachtlijsten zien en denken: het lukt toch niet?”

Lise-Lore: “Weet je wat mij tegenhoudt? De gedachte dat ik nog niet echt een ramp heb meegemaakt. Als ik nu naar een psycholoog ga, pak ik de plaats af van iemand die het misschien meer nodig heeft. Eigenlijk zou iedereen vanaf zijn 18de gewoon moeten kunnen gaan. Ik ben ervan overtuigd dat dat iedereen zo goed zou doen.”

Tom: “Helemaal mee eens. Je zou gewoon moeten kunnen gaan met een klevertje van de mutualiteit, zoals bij de huisdokter.

“Ik hoop echt dat ze in de regering eens echt gaan nadenken hoe ze geestelijke gezondheidszorg op hetzelfde niveau krijgen als lichamelijke gezondheidszorg. Dat dat de winst van de coronacrisis mag zijn. Ik heb toch wel wat aanmerkingen, hoor, op de aanpak van de crisis.”

Lise-Lore: “Achteraf gezien, ja. Maar we hadden zoiets nog nooit meegemaakt, dus hoe kon de regering weten wat goed was?”

Lise-Lore Vanstechelman.Beeld Johan Jacobs (Humo)

DE TOL VAN ALCOHOL

Zoveel mededogen vind ik wel mooi, Lise-Lore. Mitch, het doet denken aan wat jij ooit zei over Bret Easton Ellis, naar wiens roman je de voorstelling The Rules of Attraction maakte: zijn verhaalwerelden zijn erg cynisch en nihilistisch, maar je breekt hem niet af. Je omarmt hem, borduurt verder op zijn wereld en zet er tegelijk iets tegenover.

Mitch: “Voor die voorstelling vertrokken we vanuit de idee: elke generatie wil zichzelf identificeren door zich af te zetten tegen de vorige en de verschillen te benadrukken. Dat is zeker zo met generatie X van Ellis, die zo cynisch naar de wereld keek en heel luid zat te roepen dat alles toch alleen maar buitenkant is. Wij wilden die generatie niet alleen maar platslaan. We zijn ook schatplichtig aan hen. We willen een deel van die erfenis omarmen, terwijl we rustig uitleggen: ‘Kijk, het is nu 2021 en sommige dingen willen we voortaan anders doen.’”

Lise-Lore: “Interessant idee, maar ik word daar zenuwachtig van. Dan schiet het toch niet op? Mij lijkt die aanpak heel vermoeiend. De makkelijkste manier om iets duidelijk te maken, is gewoon één keer duidelijk zeggen waar het op staat, vind ik. Neem nu racisme: als wij ons één keer hard afzetten tegen hoe onze ouders en grootouders daarover denken, dan is het meteen duidelijk.”

Mitch: “Mij gaat het er vooral om dat we het gesprek blijven aangaan met andere generaties. Het gaat misschien trager, maar het resultaat is wel duurzamer.”

Tom, jij blijft ook de discussie aangaan met je vader, die de dingen soms helemaal anders ziet.

Tom: “Da’s waar, en dat doe ik zeker niet altijd op een rustige manier. Soms ben ik hard. Dat gaat inderdaad sneller: dan krijg ik hem op zijn paard en raken we tenminste ergens.”

Mitch: “Nu moeten jullie ook niet denken dat ik helemaal zen ben, hè. Het gaat er mij om dat je je vader dan niet helemaal aan de kant schuift.”

Net als iedereen zat jij in de lockdown ook weleens eenzaam voor je computerscherm te aperitieven.

Mitch: “Verschrikkelijk om daaraan terug te denken. Wandelen wil ik nog wel blijven doen, maar ik wil echt nooit meer zoomen. Ik maak duizend keer liever een nutteloze verplaatsing dan dat ik weer achter zo’n scherm moet zitten.”

Lise-Lore: “Als iemand nu voorstelt om een Zoom-vergadering te doen, dan kan ik niet snel genoeg zeggen: ‘Neenee, ik kom wel naar het kantoor.’”

Moeten jullie nog veel telewerken?

Tom: “Wij hanteren bij Travelbase (de reisorganisatie waarvoor hij werkt, red.) een rotatiesysteem van wie mag komen en wie niet, maar ik zit wel altijd op kantoor. Ik werk er dan ook al het langst. (grijnst)

Lise-Lore: “Op kantoor werken is tegenwoordig een privilege.”

Jij bent net begonnen aan je eerste job.

Lise-Lore: “Toen ze me de job aanboden, heb ik meteen gezegd: ik wil de eerste twee weken wel echt op kantoor werken. Hoe kon ik anders mijn collega’s leren kennen? Ik wilde absoluut vermijden dat mensen me over twee maanden zouden vragen: ‘En wie ben jij?’”

Tom: “Vóór corona deden we hier geregeld een teambuilding. Dan gingen we paintballen of samen op café, een pint en een kaasplankje bestellen. Toen dat plots niet meer kon, voelde je hoe frustraties zich veel sneller opstapelden. Die stress moet je ergens kwijt en dat kon lange tijd niet.”

Mitch, vorige keer zei jij dat je door corona aan de drank bent geraakt.

Mitch: “(lacht) Weet je, gisteren besefte ik opeens dat mensen in mijn omgeving heel goed op de hoogte zijn van alcoholvrij bier en welke merken het lekkerst zijn. Dat doen ze niet vanuit een gezondheidsreflex, maar wel om te compenseren dat ze het voorbije jaar zo ontzettend veel hebben gedronken. Ik drink nu zelf ook weleens een alcoholvrij biertje.”

Lise-Lore: “Ook wij hebben op kot wel de gewoonte gekweekt om ’s avonds een glas wijn te drinken. Dat deden we voor corona nooit. We klasseerden dat onder onze nieuwe instelling om te genieten van de kleine dingen.”

Ben je ook meer gaan eten?

Lise-Lore: “Er zijn wel wat coronakilo’s bijgekomen, ja. Dat is normaal: ik sportte niet meer. Ik had er geen zin meer in. In het begin deed iedereen thuis allerlei work-outs. De eerste maanden deed ik mee, maar het voelde te veel als een verplichting. Op den duur stoorde ik me meer aan de opgelegde druk dan aan de extra kilo’s.”

Tom: “Je zat toch binnen opgesloten, dus wat maakten die extra kilo’s dan uit?”

Mitch: “Dat gevoel had ik dus met drank. Na een tijd werd alles zo flou dat ik om elf uur ’s ochtends al dacht: waarom kan ik niet gewoon nu al een glaasje drinken? Het heeft wel z’n tol geëist. Ik heb net twee weken lang gespeeld. Die voorstelling is fysiek zo intens dat we allemaal al blessures hebben opgelopen. Zelf zat ik met een spierverrekking. Dan voel je dat je conditie niet meer is wat ze voor corona was.”

Tom: “Tja, dat komt door al dat drinken. (lacht) Dat hangt dus samen met de corona-aanpak: ik heb het altijd crazy gevonden dat de overheid niet veel eerder een duidelijk zomerplan had. Niet dat ze met exacte data hadden moeten komen voor de versoepelingen. Maar ze hadden ons een vooruitzicht moeten geven, iets om naartoe te leven.”

Lise-Lore: “Precies. Nu hingen de vage beloftes maar wat in de lucht.”

Tom: “Daardoor zijn veel jongeren afgehaakt en naar La Boum getrokken, om een middelvinger in de lucht te steken. Je kunt geen marathon lopen als je niet weet waar de eindmeet ligt. Of die nu hier ligt of vijf meter verder maakt niet uit, zolang ze er maar ligt. Het heeft gewoon veel te lang geduurd voor ze iets zeiden over de cultuursector en de horeca. Voor de reissector is het nog altijd onduidelijk wat er deze zomer kan. Het is nu zelfs erger dan vorig jaar, toen je nog vrij normaal kon reizen naar zones met goeie cijfers. Nu moet je voor elk land opzoekwerk verrichten over de precieze regels. In het ene land mag je PCR-test maximaal 72 uur oud zijn, in het andere maar 48 uur.”

Lise-Lore: “Een roadtrip door Europa is nu echt gekkenwerk.”

Mitch: “Wel een goeie corona challenge: hoe raak ik in zoveel mogelijk landen? Daar zou een goed bordspel in zitten, denk ik.”

Zullen jongeren deze zomer al die moeite doen om te reizen?

Tom: “Dat merken we toch aan de boekingen. In september trekken we met duizend 18-jarigen op afstudeerreis naar Lloret de Mar. Ik organiseer die reis al drie jaar en ga elke keer mee. (tot Lise-Lore) Als je in september nog niks te doen hebt en je wilt toch nog eens vieren dat je bent afgestudeerd…”

Lise-Lore: “Dan ga ik mee!”

Tom Van Damme.Beeld Johan Jacobs (Humo)

DE BOM GEDROPT

Jij hebt intussen een vriend, Lise-Lore. Heb je die in huis gehaald om niet eenzaam te zijn tijdens corona?

Lise-Lore: “Onze relatie is gestart tijdens corona, maar we kenden elkaar al langer. We waren wat casual aan het daten, toen corona kwam en we opeens een beslissing moesten nemen. Mijn vriend woonde op een klein kot en zat toch continu bij ons, dus was het logisch dat hij voor de duur van corona bij ons zou intrekken. Dat maakte wel dat onze relatie een versnelling hoger schakelde en we 24 uur per dag samen waren.”

Tom: “Nu snap ik waarom je bang bent dat alle maatregelen worden losgelaten: dan zijn jullie niet meer zo vaak samen.”

Lise-Lore: “Ik ben doorgaans geen jaloers type, maar nu betrap ik mezelf erop dat er iets wringt als hij op café gaat. Alsof ik me nu ineens bewust word van het feit dat hij ook andere mensen kent, buiten onze bubbel. Ik weet ook wel dat we die stap naar buiten moeten zetten, anders kan onze relatie niet groeien, maar het voelt toch aan als een test.”

Vroeger wilde je pas voor iemand gaan als die ander je een wauw-gevoel gaf.

Lise-Lore: “Vroeger was ik daar heel zwart-wit in. Ik wilde alleen met iemand samen zijn als ik me helemaal overdonderd voelde en gaf mensen nauwelijks een kans. Maar door de lat zo hoog te leggen, maakte ik het anderen heel moeilijk om bij me binnen te komen. Doordat mijn vriend en ik nu noodgedwongen zoveel samen waren, is hij langzaam binnengeslopen en daar ben ik heel blij om. Mijn lief en ik zijn ons heel bewust van het feit dat de zaken ook wel anders hadden kunnen lopen en we zonder corona misschien geen koppel waren geworden. Corona heeft me volwassener gemaakt in relaties.”

Ben jij anders naar relaties gaan kijken, Tom?

Tom: “Ik had een tijd een relatie met een meisje, maar vlak voor corona ben ik uit de kast gekomen. Ik heb de bom op Facebook gedropt terwijl ik op skivakantie was. Toen ik terugkwam, gingen de cafés net hun eerste lockdown in. Mij kwam dat goed uit: ik hoefde geen vervelende vragen te beantwoorden. Maar na een tijd werd het wel saai. Ik wilde beginnen daten en mensen leren kennen. Ik was eindelijk uit de kast, het hoefde niet meer geniepig.”

Lise-Lore: “Heb je niet getinderd?”

Tom: “Jawel, ik heb de hele bataclan gedaan. Maar dat swipen word je beu. Ik voerde de hele tijd dezelfde gesprekken. En als ik dan iemand vond met wie ik wilde afspreken, wat kon je dan doen? (vol afgrijzen) Wandelen.”

Mitch: “(lacht) Jouw wandelhaat is echt wel groot.”

Tom: “Ik voel me klaar voor meer. Niet dat ik me nu meteen in een relatie ga storten. Ik wil eerst even genieten.”

Wat voor levenslessen heeft corona jullie nog meer bijgebracht?

Tom: “Ik dacht vroeger eerst aan anderen en dan pas aan mezelf. Niet dat ik nu een egoïst ben geworden, maar ik zet mezelf wel meer op de eerste plaats. Ik heb anderhalf jaar binnen gezeten en bij momenten was dat de hel. Nu ga ik volop plezier maken. Als ik de kans krijg om naar Pukkelpop te gaan, ga ik die niet laten schieten, omdat ik twee maanden geleden toevallig heb gezegd dat ik die dag met jou iets zou doen. Ik heb een gigantische vriendenkring en ben vaak degene die alles organiseert. Nu denk ik: laat een ander het maar organiseren.”

Mitch: “Da’s gek: ik heb door corona net ontdekt dat we wat meer voor elkaar moeten zorgen.”

Tom: “Misschien was jij vroeger wat egoïstischer.”

Lise-Lore: “Hebben we door corona allemaal niet wat meer balans gevonden?”

Tom: “Dat klopt wel.”

Mitch: “Ik denk dat we vooral hebben geleerd uit te spreken hoe we ons voelen, zelfs al gaat het slecht. Dan weten de anderen tenminste wat er aan de hand is en kun je hulp vragen. Ik sta het mezelf nu ook toe dat ik een dip heb. Anderen hebben dat ook en dat is oké.”

Tom: “Onder vrienden sturen we nu veel vaker naar elkaar: amai, ik heb een kutdag. Vroeger deed iedereen vooral alsof alles altijd goed ging. Van mij dachten ze dat ik non-stop gelukkig was en altijd energie te over had, terwijl ik ook weleens plat op de zetel lag.”

Jullie zijn natuurlijk de generatie van de leuke Instagram-plaatjes. Hebben jullie dat nu losgelaten?

Mitch: “Dat denk ik wel. Nu gaan jullie natuurlijk vragen: wat heeft corona jullie geleerd? Ik denk dat we dat nu pas gaan ontdekken. We zijn even helemaal door elkaar geschud. Pas nu de wereld weer begint te lijken op hoe ze vroeger was, gaan we echt de verschillen merken. Zullen we blijven uitspreken hoe we ons voelen? Of schieten we straks terug in die Instagram-kramp en sluiten we ons weer af als het slecht gaat? Het zal moeten blijken.”

Jullie werden heel lang gezien als de verwende, gepamperde generatie die nog niks had meegemaakt. Die stelling gaat niet meer op.

Lise-Lore: “Ik ben echt benieuwd hoe we dit later aan onze kinderen gaan vertellen.”

Tom: “Snakt iedereen naar interactie met wildvreemden? Gaan we vriendelijker zijn tegen elkaar? We’ll see.”

We komen te vroeg met onze vraag naar de impact van corona.

Lise-Lore: “Nee, jullie timing zit goed. Alleen zouden jullie ons over een jaar nog een keer dezelfde vraag moeten stellen. Ik ben zo benieuwd of alles dan anders zal zijn.”

© Humo