De harde cijfers van de “opkomstplicht”: 950.000 Belgen gingen gewoon niet stemmen, zonder gevolgen

Het Vlaams Parlement heeft de opkomstplicht afgeschaft voor de gemeenteraadsverkiezingen in Vlaanderen.

  • Het was een debat dat erg veel emotie opriep: de afschaffing van het verplicht gaan stemmenBelgië is een van de weinige landen ter wereld waar die verplichting juridisch gezien nog steeds geldt. Of gold, voor de gemeenteraadsverkiezingen dan, en dan nog enkel in Vlaanderen. Voor alle andere verkiezingen blijft het wel een wettelijke verplichting.
  • Die stemming is een rechtstreeks gevolg van het Vlaams regeerakkoord, dat in de zomer van 2019 werd onderhandeld tussen N-VA, Open Vld en CD&V. Daarbij stond die laatste manifest alleen, toen het over politieke hervormingen ging. De N-VA eiste de afschaffing van de provincies, Open Vld de afschaffing van de opkomstplicht.
  • Zeker voor CD&V, met een pak oudere kiezers in landelijke gebieden, is dat politiek een zelfmoord-dossier, dat de partij dan ook terecht in rep en roer zette. Maar opvallend genoeg koos men voor het behoud van een aantal posten op provinciaal niveau, boven het electorale zelfbehoud op lokaal niveau. En eens het akkoord op Vlaams niveau gesloten was, kon men niet meer terug.
  • Daarbij moet opgemerkt dat er in Vlaanderen achteraf – niet zozeer bij de ondertekening van het regeerakkoord, maar wel bij de stemming nu twee jaar later in het Vlaams Parlement – erg veel intellectuele tegenstand kwam: zowel in de academische wereld als bij stemmen in de media lijkt sprake van een consensus dat die afschaffing een zwaar negatief gevolg zou hebben voor de democratie. De verontwaardiging, in crescendo gaande bij sommige commentatoren, was groot. Impact had het niet: de stemming ging gisteren netjes door.
  • Verschillende simulaties en studies wijzen er tegelijk op dat slechts één partij significant schade zou oplopen door de andere regels: het Vlaams Belang. Dat moet het proportioneel meer hebben van kiezers die bij het afschaffen van de verplichting niet zouden komen opdagen.

De harde cijfers: Wie wetten invoert moet ze laten naleven, of ze hebben weinig waarde. Dat geldt niet voor de opkomstplicht.

  • De facto is er juridisch geen opkomstplicht in België. Want 949.076 stemgerechtigde Belgen kwamen in mei 2019 bij de laatste federale verkiezingen gewoon niet opdagen. Zij werden niet vervolgd. Op een totaal van 8,2 miljoen stemgerechtigde Belgen is dat dus dik 10 procent, die de wet niet volgt en daarmee wegkomt.
  • Geen enkele rechtbank komt tussen, al jarenlang niet. De vraag mag zich stellen of stemrecht in plaats van stemplicht via het gewoonterecht al niet veel langer gewoon een praktisch feit is.
  • Komt daarbij dat nog eens 6 procent van de Belgen in totaal blanco of ongeldig stemt, als ze dan wel komen opdagen. Zo komt men bij nog altijd relatief hoge opkomstcijfers, maar toch een meer realistisch beeld dan de illusie als zouden “alle Belgen” meedoen aan de democratie, omdat er een verplichting is.
  • Bovendien zijn er zorgwekkende verschillen. Per regio vallen die nog mee:
    • Vlaanderen had een opkomst van 92,16 procent en 4,95 procent blanco en ongeldig.
    • Wallonië klokte af op 86,63 procent opkomst en 8,36 procent blanco.
    • Brussel zat al aan 83,46 procent opkomst en 6,65 procent blanco.
  • Maar wanneer men naar kantons gaat kijken, vallen de verschillen pas echt op. In de armere, stedelijke gebieden zoals Antwerpen en Gent in Vlaanderen, maar zeker Luik, Charleroi of Mons in Franstalig België, en arme delen van Brussel, schiet de afwezigheid van stemmers, plus de blanco en ongeldige stemmen tot soms boven de 30 procent.
  • Wie dus beweert dat in het huidige Belgische systeem van verplicht stemmen “iedereen mee is”, moet toch eens goed naar de harde cijfers kijken.
Meer