Direct naar artikelinhoud
Olympische SpelenBelgen in Tokio

De Belgische medaillekandidaten in Tokio gewikt en gewogen: wordt dit dan de gouden generatie?

Going for gold voor België (vlnr): atletes Nafi Thiam en Cynthia Bolingo, hockeyers Florent Van Aubel en Simon Gougnard, judoka Matthias Casse, gymnaste Nina Derwael, tennisster Elise Mertens, wielrenner Remco Evenepoel.Beeld rv

Ze zijn met meer dan ooit en volgens de prognoses zullen ze ook meer medailles halen dan ooit. Wie zijn de de helden en heldinnen van het Belgian Olympic Team, wanneer komen ze in actie en hoe moeten we hun kansen inschatten?

Disclaimer vooraf. Wat ook het resultaat wordt van deze Spelen, er valt geen peil te trekken op Tokyo 2020. Of: Tokyo 202ONE, een goed gevonden aardigheidje van de Amerikaanse zender NBC, de de facto eigenaar van de Olympische Spelen. Pas als alle andere ons omringende landen wel beter presteren en België niet, dringt een diepgravende analyse zich op, maar voorlopig staat deze conclusie als een huis: het gaat beter dan ooit met de Belgische sport. Nu nog de prijzen.

Helden en heldinnen van het Belgian Olympic Team, waar komt dat nu weer vandaan? Welnu, ik zat afgelopen maandag samen met de hockeyers op de vlucht(en). Eerst van Brussel naar Frankfurt, een stop-over van drie uur, dan van Frankfurt naar Tokio Haneda. Samen is een rekbaar begrip in een dikke Boeing. Ik vloog business, premium economy had ook gekund, maar met die 200.000 opgespaarde miles en de fin de carrière in gedachten, kon dat eraf.

De hockeyers, de wereldkampioenen met in hun rangen verschillende van de beste spelers in de wereld, vlogen gewoon economy. U leest het goed: geen lounge vooraf en tussenin, geen flight attendant die hen kwam instoppen, geen bed van twee meter, ook geen premium economy, wat meer beenruimte en een betere stoel inhoudt, maar de krappe zitjes. Inchecken, vliegen, uitstappen, dat alles tussen ‘de gewone mensen’.

Hockeykeeper Vincent Vanasch op een training van de Red Lions, 5 juli 2021.Beeld Photo News

In Tokio moesten ze nog eens vijf uur wachten op hun aansluitende vlucht naar Hiroshima. In totaal waren ze 24 uur onderweg, de wereldkampioenen. Toen ze in Tokio onderweg naar de speekseltest en andere formaliteiten voorbijliepen – athletes first – kon er nog een “tot volgende week” en een glimlach vanaf. “We hebben wat kunnen slapen, niet genoeg, maar toch”, zei hoofdcoach Shane McLeod. “It is what it is. Australië is nog verder.” Helden dus, jawel.

Het is geen vergelijking, maar toch: de Rode Duivels, halve finalisten op de laatste World Cup, en kwartfinalisten in Europa, reden voor het voorbije EK onder politiebegeleiding met de bus van Tubeke naar Charleroi, stapten op een privévliegtuig naar Sint-Petersburg (twee keer), Kopenhagen, Sevilla en ten slotte München, landden en werden subito presto vanaf de landingsbaan naar hun vijfsterrenhotel gebracht.

121 atleten, 20 sporten

Van de nationale hockeyploeg wordt verwacht dat ze een medaille halen, en niet zomaar een medaille, maar goud. Het goede nieuws is: zij verwachten dat ook van zichzelf.

En zo zijn er nog. In de tsunami aan sporten die over een week op u afkomt, hebben we de Belgische hoop op medailles ten behoeve van uw prioriteitenlijstje onderverdeeld in drie sterren, twee sterren en één ster. Eerst nog even dit: in een ander lijstje hierbij staan de medailles sinds 1988. Waarom 1988? Omdat dit de eerste niet-geboycotte Spelen zijn van de postmoderne sport. In de jaren 80 werd sport onder stuwing van de commercialisering (sponsoring en televisierechten) van een passie een professionele bezigheid.

Atlanta 1996 blijven de voor België meest succesvolle Spelen met zes medailles. In Rio in 2016 haalde België ook zes medailles, ook twee keer goud (Greg Van Avermaet en Nafi Thiam), twee keer zilver (hockeymannen en zwemmer Pieter Timmers) en twee keer brons (judoka Dirk Van Tichelt en baanwielrenster Jolien D’hoore), maar tussen Atlanta en Rio is het aantal te winnen medailles gestegen met 15 procent.

Het grote verschil tussen Atlanta en Rio is het aantal sporten: in 1996 scoorden alleen zwemmen en judo, in Rio kwamen daar atletiek, wielrennen en hockey bij. Die tendens heeft zich nu doorgezet.

Dat meer atleten dan ooit zich hebben gekwalificeerd, zegt niet zo heel veel, omdat ook meer atleten dan ooit zijn toegelaten op de Spelen, meer atleten dan ooit hebben afgezegd in sommige sporten en het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité is afgestapt van eigen criteria, en de selectie aan de internationale sportbonden overlaat. Behalve dan in de schandalige niet-selectie van de beloftevolle zwemster Valentine Dumont, waarover het laatste woord nog niet is gezegd.

In extremis was er nog een afzegger deze week. David Goffin die altijd verrassend uit de hoek had kunnen komen in het tennistoernooi, blijft thuis met een enkelblessure.

Atleet Bashir Abdi, zeilster Emma Plasschaert, kajakster Hermien Peters, tennisster Alison Van Uytvanck, wielrenster Lotte Kopecky, basketbalster Julie Vanloo en hockeyer Alexander Hendrickx.Beeld rv

Het Belgian Olympic Team bestaat dus uit 121 atleten, het blijft een record sinds de invoering van criteria, komende uit twintig sporten – ook een record. Daarbij dient te worden vermeld dat op het programma in Tokio vijf extra sporten zijn toegevoegd in vergelijking met Rio. Slechts in één daarvan – skateboarden street – hebben we deelnemers, een man en een vrouw.

DRIE STERREN (mooie kans op goud)

Helemaal bovenaan de lijst met bijna-zekerheden op een medaille en een mooie kans op goud staan de wielrenners Wout van Aert en Remco Evenepoel, met de nadruk op die eerste. Van Aert zegt het niet met zoveel woorden, maar hij heeft zijn zinnen gezet op goud in de wegrit op zaterdag 24 juli. Evenepoel ook, het zal er voor beiden op aankomen niet in een scenario terecht te komen waarbij de ene voor de andere moet werken.

Wout van Aert eerder deze week in de afdaling van de Tourmalet. Hij is kansrijk in de olympische tijdrit én wegrit.Beeld Photo News

Het is te hopen dat bondscoach Sven Vanthourenhout een duidelijke hiërarchie vastlegt. Op woensdag 28 juli volgt dan de individuele tijdrit, met diezelfde twee klasbakken. Daar zou het al vreemd moeten lopen, wil Van Aert geen medaille pakken. Evenepoel is minder een certitude, maar kan verrassen.

Ook op zaterdag 24 juli beginnen de hockeymannen aan hun queeste naar olympisch goud. Zij zijn regerend wereldkampioen en verrassend verliezend finalist van de vorige olympische finale. Inmiddels is de ploeg van toen verjongd maar niet minder getalenteerd. Het verschil met de wereldtop bestaat er nu in dat België beter is bestudeerd door de tegenstand. Al heeft bondscoach Shane McLeod vast wel enkele andere patronen ingeslepen die nog niet te zien waren op vorige toernooien.

In Poule B moeten ze meteen tegen Nederland, dat hen enkele weken geleden in eigen land klopte in de halve finale van het EK. Dat gebeurde met shoot-outs en België was toen nog niet top. Na Nederland volgen nog Duitsland, Zuid-Afrika, Canada en Groot-Brittannië. Ook de vierde gaat door naar de kwartfinales op 1 augustus.

Gymnaste Nina Derwael, regerend wereldkampioene op de brug met ongelijke leggers, komt voor het eerst in actie met de Belgische gymequipe op zondag 25 juli in de allroundcompetitie. De finale is op 29 juli. Haar eigen individuele grote moment zou moeten volgen op zondag 1 augustus. Rond Derwael hangt een mistgordijn. Haar laatste optredens waren niet erg overtuigend, maar Derwael is een klasbak en een koele kikker. Het valt ook af te wachten wat de concurrentie uit China tevoorschijn tovert.

Voor de Amerikanen is Sunisa Lee (18) evenwel de favoriete voor goud op de brug.

Nina Derwael.Beeld BELGA

Dinsdag 27 juli is de grote dag voor judoka Matthias Casse, regerend wereldkampioen in de -81 kilogram. In de mythische Budokan begint hij heel vroeg in de Belgische ochtend aan een lange tocht naar een medaille. Vijf jaar geleden won hij die al onrechtstreeks als sparringpartner in Rio van de bronzen Dirk Van Tichelt. De judoklasse van Casse is de zwaarst bezette van het mannenjudo. De Israeli Sagi Muki, Tato Grigalashvili uit Georgië (verliezend finalist op het WK tegen Casse maar winnaar op het EK), Vedat Albayrak (Turkije), Saeid Mollaei (Iraniër die voor Mongolië vecht) zijn geduchte tegenstanders – en dan moeten de Japanners nog komen.

Ook een bijna zekere medaille – zonder mentale of fysieke crash – is die van zevenkampster Nafi Thiam die op woensdag 4 augustus aan haar tweedaags toernooi begint. Zeker nu is gebleken dat haar grootste concurrente Katarina Johnson-Thompson (KJT) in december een scheur in de achillespees had opgelopen en pas deze week terug in competitie trad. Dat deed ze dinsdag met een bescheiden 6m10 in het verspringen, 67 centimeter minder dan haar pr dat ze in 2019 vestigde in Doha op de wereldkampioenschappen waar ze goud won ten koste van Nafi Thiam.

Zevenkampster Nafissatou 'Nafi' Thiam, 27 juni 2021 op het BK in Brussel.Beeld BELGA

Toch is er ook wat voorbehoud aan te tekenen voor de vorm van Thiam. Haar laatste optredens in individuele nummers waren niet altijd even sterk, maar ze beweert op alle onderdelen progressie te hebben gemaakt. Zowel KJT als Nafi Thiam komen in Tokio aan de start in hun eerste zevenkamp van het jaar. Annie Kunz, Erica Bougard en Kendell Williams uit de VS zijn andere concurrentes voor de medailles. Tenzij een nieuwe Thiam opstaat.

TWEE STERREN (mooie kans op een medaille)

Zeilster Emma Plasschaert (Laser Radiaal) zeilt op zondag 25 augustus voor het eerst weg van het eiland Enoshima in de Sagami-baai (op zestig kilometer van het olympisch epicentrum). Zij zou op basis van haar talent en uitslagen evengoed bij de drie sterren kunnen worden onderverdeeld, maar zeilen blijft een sport waarin toeval een grote rol speelt.

Emma Plasschaert is misschien wel drie sterren waard, maar in zeilen speelt het toeval een flinke rol. Maar ze is een bijtertje.Beeld BELGA

Haar beste resultaten haalde ze in 2018, toen ze wereldkampioen werd en in 2019 toen ze het pre-olympisch event in Enoshima won. Sindsdien zijn de resultaten iets minder, maar de bijter in Plasschaert geeft nooit op.

Op zaterdag 24 juli beginnen tennisdubbel Elise Mertens en Alison Van Uytvanck aan hun toernooi. Eénentwintig jaar na Monami-Callens stevent België in het zwakst bezette tennistoernooi sinds de sport olympisch werd, af op een zogeheten soft medal, maar makkelijke medailles bestaan niet en een prijs blijft een prijs. Zowel Mertens als Van Uytvanck spelen ook het enkeltoernooi en vooral Mertens kan verrassen.

Op zaterdag 31 juli staat de gemengde aflossing triatlon op het programma. Met Valerie Barthelemy, Claire Michel, Jelle Geens en Marten Van Riel, vijfde op het WK van 2020, heeft België een stevige optie op het podium. Individueel heeft Marten Van Riel op zondag 25 juli een kans om te stunten.

Judoka Toma Nikiforov in de klasse tot 100 kilogram kan op donderdag 29 juli dicht bij podium komen, maar evengoed ontgoochelen. De Brusselaar die bij Sport Vlaanderen een contract heeft, is wereldtop. Zijn judo is risicovol en sensationeel.

Wielrensters Jolien D’hoore en Lotte Kopecky kunnen in de ploegkoers op vrijdag 6 augustus geschiedenis schrijven door een medaille te winnen. Alle metaallegeringen zijn mogelijk, ook geen medaille. Het zal er op aankomen om on-Belgisch voorin te fietsen en de Nederlanders te volgen. In het omnium op de laatste dag van de Spelen heeft Lotte Kopecky een kans op een tweede medaille.

EEN STER (misschien een medaille)

Op zaterdag 24 juli in het holst van de Belgische nacht roeien Niels Van Zandweghe en Tim Brys in de lichte dubbeltwee hun eerste race op de Sea Forest Waterway. Zij zijn Europese top, maar de concurrentie in deze categorie is niet min en de resultaten van het Brugs-Gents duo waren de laatste jaren wisselvallig. Het kan alle kanten uit, maar de kortste weg naar roeimedailles blijft zo snel mogelijk achteruitvaren in een rechte lijn.

Basketbalster Julie Vanloo.Beeld Photo News

De nationale basketbalploeg vrouwen begint aan het toernooi op dinsdag 27 augustus met de zwaarste wedstrijd in groep C, tegen Australië. Later volgen nog Peru en China. Ook de derde van de groep gaat door, wat normaal moet lukken. Nadien wordt het altijd een dubbeltje op zijn kant. In principe zijn meer dan drie landen sterker dan België maar met dit team weet je nooit naarmate een toernooi vordert. Het EK heeft wel uitgewezen dat er geen antwoord komt als Emma Meesseman aan banden wordt gelegd, dus dat euvel moet nog even worden opgelost.

De atletiekploeg is de grootste van alle Belgische delegaties maar behalve Nafi Thiam zit er geen grote medaillekans in. De 4x400 gemengd op vrijdag 30 juli met de wonderbaarlijk herrezen Cynthia Bolingo maakt een kans op een medaille mits ze alle vier op de toppen van hun tenen lopen en de tegenstand niet. Jacques Borlée weet echter als geen ander zijn selecties te motiveren. Dat geldt ook voor de 4x400 mannen, die in een eventuele finale op zaterdag 7 augustus altijd kunnen verrassen.

400 m-loopster Cynthia Bolingo.Beeld BELGA

Een andere kanshebber die moet stunten in een normaal veel te sterk veld, maar van wie uitschieters kunnen worden verwacht, is marathonloper Bashir Abdi op de laatste zondag (8 augustus).

Op maandag 2 augustus laten Lize Broekx en Hermien Peters hun boot te water voor de K2 500 meter sprint. De kajakkende goeie vriendinnen zijn mits een goede start in elke race kanshebber op podium. Intrinsiek kunnen ze een medaille halen, nu nog zichzelf overtuigen.

Kajakster Hermien Peters.Beeld DMOW - Sport Vlaanderen

Op de voorlaatste zaterdag, 7 augustus, staan het duo Kenny De Ketele-Robbe Ghys aan de start van de 50 kilometer ploegkoers bij de mannen. Bij gebrek aan recente referentietoernooien is het koffiedik kijken: zowel de eigen vorm als die van de tegenstand is een raadsel, maar in de ploegkoers moeten Belgen altijd voor een medaille gaan.

Elke Olympische Spelen zijn er wel één of meer uitschieters die onverwacht een medaille halen. De kansen in de nieuwe sport skateboarden vallen moeilijk in te schatten. Maar als Kenny De Ketele in de omnium, Thomas Pieters en Thomas Detry in golf, Jorre Verstraeten in judo, Thomas Van Der Plaetsen in de tienkamp zichzelf overtreffen, komen ze in de buurt van medailles.

Springruiter Gregory Wathelet op Nevados S.Beeld AP

Resteert de jumpingploeg. Belgische paarden en hun ruiters  - de ploeg bestaat uit Niels Bruynseels (met het paard Delux), Jérôme Guéry (met Quel Homme) en Gregory Wathelet (met Nevados S) moeten altijd op een medaille mikken. De kwalificatie is op 6 augustus, de finale een dag later.