zaterdag 17 juli 2021 - Wielrennen
camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

REUTERS

Ronde van Frankrijk

Wout van Aero

Zaterdag Tijdrit

In een tijdrit van dertig kilometer mikt Wout van Aert op een tweede ritzege in deze Tour. Als het lukt is dat ook een overwinning voor Hoeselaar Bert Blocken, hoogleraar aan de Universiteit van Eindhoven. Hij legt uit hoe tests in de windtunnel Van Aert helpen om de beste tijdrijder ter wereld te worden.

De helm

“Wout rijdt sinds vorig jaar met de Lazer Volante-tijdrithelm, maar pas in december 2020 hebben we de positie daarvoor verder geoptimaliseerd in de windtunnel. Een nieuwe helm betekent altijd ook een ietwat nieuwe positie van het hoofd ten opzichte van het torso en daarvoor hebben we een beetje gepuzzeld. Je probeert een mooi geheel te maken van helm, hoofd en torso.”

“We hebben dit jaar ook onderzoek gedaan naar racehelmen, voor een studie die nog niet gepubliceerd is. En dan is er toch wel veel verschil tussen de merken. De racehelm van Specialized, niet toevallig een constructeur met een eigen windtunnel en de nieuwste van AGU scoren ongelofelijk goed. In de zoektocht naar de perfecte aerodynamica zitten we zeker nog niet aan het optimum, maar de marginal gains worden wel steeds marginaler. Daarom denk ik dat we na de custom made sturen straks ook naar de custom made helmen gaan.”

De rug

“Vorig jaar was die bij Wout nog niet helemaal horizontaal. Alleen was hij zo goed dat hij tijdritten won in een positie die - tussen aanhalingstekens - aerodynamisch gezien niet ideaal was. Nu zit hij echt veel beter. De punt van de helm komt niet hoger dan het hoogste punt van de rug. De stroomlijn gaat perfect van de helm tot achteraan zijn rugnummer.”

Bert Blocken. DBA

“Bij al de betere tijdrijders zie je dat daar veel aandacht aan is besteed. Het hoofd zit dan soms als een schildpad tussen de schouders. Bij een frontaal aanzicht moet het hoofd volledig binnen het silhouet van het torso vallen. Dan is het voor de wind geen extra obstakel meer.”

“In de Tirreno reed Wout voor het eerst in die nieuwe houding en iedereen was enorm enthousiast. Je zag echt de positie van de windtunnel heel mooi terug. Hij won die ook. Ook in de eerste tijdrit in deze Tour hield hij zijn positie goed vast, maar na zijn appendix-operatie kwam Wout fysiek nog een paar procenten tekort. Voor de tijdrit zaterdag heeft hij volgens mij betere papieren.”

De armen

“Ook op de armen hebben we in december gewerkt. Die komen nu iets meer naar binnen, om het frontaal oppervlak kleiner te maken, maar wel op zo’n manier dat hij nog zijn volledige longvolume kan gebruiken. Het zijn kleine verbeterpunten, die Wout nu beter doet dan vroeger.”

“Elke positie die goed scoort in de windtunnel, testen teams later op de rollen en de weg. Dan wordt er meetapparatuur op de renners geplaatst en gefilmd met drones. De bedoeling is om de positie uit de windtunnel zo goed mogelijk te reproduceren, maar ook om te zien of die niet ten koste gaat van het vermogen dat een renner kan trappen. De vraag is altijd: weegt de aero-winst op tegen het eventuele verlies aan vermogen? Je kan de schouders heel dicht bij elkaar duwen en de ellebogen elkaar laten raken, maar dan duw je ook de borstkas dicht. Dan krijg je een netto-verlies in prestatie.”

Het stuur

Wout heeft nu ook een op maat gemaakt stuur. Hij volgt de trend om de onderarmen niet horizontaal, maar geheld te houden. Weliswaar in veel mindere mate dan bijvoorbeeld Stefan Küng of Filippo Ganna. De maximale hellingsgraad van het stuur is beperkt door de UCI, maar renners zoeken de grens op door het stuur echt bovenaan vast te grijpen, waardoor ze bijna met de knokkels naar voor zitten. Je ziet steeds meer renners die dat overnemen.”

“Ganna en Küng zijn ook exponenten van een trend om met ‘spacers’ steeds hoger te gaan met het tijdritstuur. Bij hen zit er tien, vijftien of zelfs twintig centimeter tussen het balhoofd en de steunpunten voor de ellebogen. Asgreen is daar ook tamelijk extreem in. Bij Wout zitten de armen een stuk minder hoog.”

“En als je echt op de details gaat letten: bij Küng en Ganna zijn het twee staven naast elkaar die het stuur omhoog brengen. Het stuur van Wout heeft er maar één - de zogenaamde ‘mono-riser’. Dat heeft ook weer een licht voordeel, maar dan spreek je over marginal marginal gains (lacht).”

De fiets

“De Cervélo-fiets van Wout scoort zeer goed in windtunneltesten. Je ziet dat het merk vertrokken is van aero-specialisten die gedacht hebben ‘wij gaan fietsen bouwen.” Dat is toch iets anders dan fietsconstructeurs die later denken ‘we gaan ‘aero’ toevoegen.”

“Ik heb op Sporza José De Cauwer wel eens horen zeggen: ‘al die fietsen zitten heel dicht bij elkaar’. Niets dan waardering voor José - wat hij in ’89 heeft gerealiseerd in aerodynamica, daar schrijven ze vandaag nog boeken over. Maar wat hij zegt klopt niet helemaal. Onze windtunnel is opengegaan eind 2017 en het jaar nadien zijn veel teams hier komen testen. Ik heb altijd gezegd: ‘breng zeker een fiets mee’. Zo hebben we heel veel verschillende fietsen kunnen testen. Het verschil in luchtweerstand tussen de beste en de minst goede was meer dan vijfentwintig procent. Als je dat vertaalt naar vermogen voor een vlakke tijdrit, zonder wind, dan moet de renner op de beste fiets zevenentwintig watt minder trappen in vergelijking met de renner op de minst goede fiets om vijftig kilometer per uur te halen. Dat lijkt weinig, maar vertaald naar een tijdrit van vijfentwintig kilometer zorgt de beste fiets dan voor vijfendertig seconden winst.”

De wielen

“Team Jumbo-Visma had dit jaar de vrijheid om een wielset voor de tijdrit volledig vrij te kiezen. Daarom hebben we voor hen heel veel verschillende wielen getest in de windtunnel. Achttien verschillende sets in totaal. Ik mag niet verklappen welke daar als beste uitkwamen, maar laat mij zeggen dat de beste merken heel dicht bij elkaar lagen. (In de eerste tijdrit in deze Tour reed Jumbo-Visma op ‘zwart gemaakte’ Metron-wielen van constructeur Vision, nvdr.)”

“We hebben voor hen nagegaan welke merken het beste presteren aan verschillende snelheden en onder verschillende hoeken, om het effect van zijwind na te gaan. Bij wielen gaat het niet alleen over optimale luchtweerstand, maar ook over stabiliteit.”

De sokken

“Hoe hoger de sokken, hoe beter. Ze hebben een bepaalde ruwheid, die de luchtweerstand doet afnemen. Dat is een basisregel in de aerodynamica. Je ziet het heel goed als je een cilinder in de windtunnel zet. In de ideale wereld volgt de luchtstroom perfect de vorm van die cilinder om pas helemaal op het einde los te laten. In de praktijk zal die stroom bij een vlak oppervlak veel vroeger los schieten en beginnen te flapperen. Die turbulentie zorgt voor energieverlies. Door het oppervlak ruwer te maken stel je het loslaten van de luchtstroom uit. Daarom heeft een golfbal bijvoorbeeld ook putjes.”

“Om renners meer aero te maken focussen we heel erg op de lichaamsdelen die op een cilinder lijken. Dan kom je uit bij onderbenen, bovenarmen. In een pak zitten daar ruwe oppervlakten in een bepaald motief. Het is wel belangrijk om de sokken op de juiste hoogte te dragen. Dat vindt niet alleen de UCI (lacht). Als je ‘halve’ sokken gaat uitrekken, doorbreek je de optimale ruwheid.”

Lees meer

Aangeboden door onze partners

Nieuwe Video's

Nog meer nieuws