Direct naar artikelinhoud
UpdateIS-vrouwen

Vliegtuig met IS-moeders en hun kinderen geland: vrouwen naar gevangenis gebracht, kinderen naar ziekenhuis

Illustratiefoto.Beeld Belga

De zes IS-vrouwen die de voorbije uren gerepatrieerd werden uit het kamp Roj in Noord-Syrië, zijn na hun aankomst in België meteen overgebracht naar verschillende gevangenissen, nadat ze afscheid hadden kunnen nemen van hun kinderen. 

Vijf van hen zijn al veroordeeld voor terrorisme, tegen de zesde loopt het proces nog. Dat meldt federaal procureur Frédéric Van Leeuw.

Lees ook:
Wie zijn de IS-vrouwen die België repatrieert uit Syrië? ‘Als ik de tijd kon terugdraaien, deed ik het nooit opnieuw’

Samen met de zes vrouwen zijn ook hun tien kinderen gerepatrieerd, allemaal geboren tussen 2012 en 2019. De kinderen zijn toevertrouwd aan de bevoegde jeugdparketten en overgebracht naar ziekenhuizen, waar hun medische en psychische gezondheidstoestand onderzocht en gemonitord zal worden. 

Eenmaal dat gebeurd is, zal voor hen een gepast kader gezocht worden. Om hun intimiteit te respecteren, zal er op geen enkele manier gecommuniceerd worden over de maatregelen die rond de kinderen genomen worden.

‘Resultaat van goede samenwerking’

De repatriëring is gebeurd in uitvoering van een beslissing van de Nationale Veiligheidsraad die in maart werd genomen, en is het resultaat van een goede samenwerking tussen verschillende diensten. Dat zegt federaal procureur Frédéric Van Leeuw. Aan de operatie is een wekenlange voorbereiding voorafgegaan en  zowel de politie, als Defensie, de Staatsveiligheid, het OCAD, Buitenlandse Zaken en het Nationaal Crisiscentrum hebben meegewerkt, onder de coördinatie van het kabinet van de eerste minister.

“Het Nationaal Crisiscentrum heeft een coördinerende rol gespeeld in deze bijzonder complexe operatie”, zegt directeur-generaal Bart Raeymakers. “We hebben de politieke en operationele diensten ondersteund  door onze infrastructuur ter beschikking te stellen, alsook onze expertise in het permanent verzamelen, analyseren en verspreiden van relevante informatie.”

Buitenlandse Zaken zorgde voor reisdocumenten voor de gerepatrieerde moeders en kinderen, maar nier vooraleer zij officieel geïdentificeerd waren. 

“Dat gebeurde tijdens een verkenningsmissie”, zegt Theodora Gentzis, voorzitter ad interim van de FOD Buitenlandse Zaken. “We hebben DNA-tests afgenomen en diepgaande interviews gevoerd om de afstamming vast te stellen. We willen uitdrukkelijk de Iraakse overheid, de  Koerdische regionale oveheid en de lokale de facto overheden in Noord-Syrie bedanken.”

Defensie speelde een cruciale rol in de planning en uitvoering van de operatie, onder meer door voor het vliegtuig en de ontvangst in Melsbroek te zorgen maar geeft geen details vrij.

“Dat gebeurt om redenen van operationele veiligheid’, zegt generaal-majoor Vincent Descheemaeker. “Onze elementen ter plaatse waren in steun en zorgden voor de beveiliging en de verbinding met het Nationaal Crisiscentrum. De goede kennis die we hadden van de omgeving, door de rol die België speelt in de internationale coalitie die in de regio actief is, heeft zeker een rol gespeeld bij het goede verloop van de operatie.”

“Deze operatie werd minutieus voorbereid en vlekkeloos uitgevoerd”, voegt commissaris-generaal Marc De Mesmaeker van de federale politie toe. “Dat is niet in het minst te danken aan de discretie die aan de dag is gelegd en die door velen gerespecteerd is.”