Direct naar artikelinhoud
OpinieManuel Sintubin

Moet de groene goegemeente ook eens in de spiegel kijken?

Moet de groene goegemeente ook eens in de spiegel kijken?
Beeld Eric de Mildt

Manuel Sintubin is geoloog aan het departement Aard- en Omgevingswetenschappen van de KU Leuven.

Net op het moment dat de EU-commissie zijn revolutionair klimaatplan ontvouwde, werden Ardennen en Eifel getroffen door een nooit geziene zondvloed. Het leek wel of de weergoden de boodschap van Europa’s klimaatchef wat kracht wensten bij te zetten.

Dat de extreme neerslag alles te maken heeft met de antropogene klimaatopwarming, daar twijfelt geen zinnig mens meer aan, buiten hier en daar een verdwaalde klimaatontkenner. De groene goegemeente was er dan ook als de kippen bij om met een beschuldigende vinger te wijzen naar de zogenaamde klimaatvertragers, die het nog steeds niet begrepen hebben. Immers, dit extreme weer hadden klimaatwetenschappers al 30 jaar geleden voorspeld. Hun noodkreet was blijkbaar bij al die klimaatvertragers in dovemansoren gevallen. En nu zitten we met de gebakken peren. Schuldig verzuim! Maar hebben alleen die zogenaamde klimaatvertragers boter op hun hoofd? Of moet de groene goegemeente ook eens in de spiegel kijken?

Even terug naar de collegezaal. Een natuurramp is het resultaat van een mix van een potentieel gevaarlijk natuurfenomeen (hazard), een bevolking die hieraan kan worden blootgesteld (exposure), en de kwetsbaarheid van die bevolking voor dit natuurfenomeen (vulnerability). Als die drie samenkomen, kan een natuurfenomeen vervellen tot een natuurramp. Er is dan ook niets natuurlijks aan een natuurramp. Natuurrampen worden steeds door menselijk handelen veroorzaakt.

In geval van natuurfenomenen waarop de mens geen vat heeft, zoals aardbevingen, nemen we dat natuurfenomeen voor wat het is. We zetten ons dan volop in op de twee andere componenten van de risicodriehoek. Maar vaak is het moeilijk om in te grijpen op het aantal mensen dat door het natuurfenomeen zou kunnen getroffen worden. Steden verplaats je niet zomaar. Wat ons rest, is in te grijpen op de kwetsbaarheid, en deze eigenlijk om te zetten in een weerbaarheid tegen het onvermijdelijke natuurgeweld. Dit is vaak onze enige mogelijkheid om het risico te verzachten en te vermijden dat het natuurfenomeen uitdraait op een natuurramp. We passen ons aan en leren leven met het natuurfenomeen. Dit is de kern van adaptatie.

Lees ook

Verzekeraars trekken zelf naar rampgebied, schade geschat op ‘honderden miljoenen, misschien miljarden euro’s’

In het geval van de huidige extreme weerfenomenen komt er een aspect bij. De mens speelt nu namelijk wél een rol in de intensiteit en frequentie van dit extreem weer, dit door de antropogene klimaatopwarming. In tegenstelling tot aardbevingen, hebben we nu vat op het natuurfenomeen, door te vermijden dat de klimaatopwarming zich doorzet. Dit valt onder mitigatie: maatregelen om de opwarming van de aarde te beperken. Door wereldwijd zo snel mogelijk naar nuluitstoot te evolueren, kunnen we het klimaat stabiliseren en steeds extremer wordende weerfenomenen nog beheersbaar houden.

Hier duikt een eerste addertje onder het gras op: tijd! Uitstootverminderingen die we nu realiseren, doen we niet voor onszelf, maar voor onze kinderen en kleinkinderen. Om het extreme weer dat ons vandaag treft te vermijden, hadden we decennia geleden onze uitstoot moeten aanpakken. Dit terwijl adaptatiemaatregelen het hier en nu betreffen, zo goed als onmiddellijk resultaat opleveren.

Terug naar het schuldig verzuim. De klimaatwetenschappers hebben ons dus al decennia geleden gewaarschuwd dat dit extreem weer ons te wachten stond. Wat hebben we gedaan? Als konijnen naar een lichtbak gekeken naar die ene zijde van de risicodriehoek van de klimaatopwarming, de mitigatie van het natuurfenomeen. Er werd ons voorgehouden dat we het klimaatbeest nog konden bedwingen. Quod non! 

Hierbij hebben we een tweede addertje onder het gras vergeten: mitigatie is globaal, adaptatie is lokaal! De getroffen mensen in Ardennen en Eifel hebben er niets aan dat Europa zijn uitstoot, ongeveer 16 procent van de wereldwijde uitstoot, tegen 2030 met 55 procent ambieert te reduceren. Zeker als de rest van de wereld het voorbeeld van Europa niet wil of kan volgen. Terwijl ze aan adaptatie wel iets gehad hadden. Stel u gewoon eens voor dat we 30 jaar geleden de boodschap van de klimaatwetenschappers hadden vertaald in een doortastend klimaatadaptatieplan onder het motto Prepare for the worst, hope for the best?

Dat opiniemakers, klimaatactivisten en groene politici nu nog altijd unisono blijven hameren op hetzelfde mitigatie-aambeeld, en adaptatie minachtend afdoen als symptoombestrijding, is eigenlijk een slag in het gezicht van al wie hebben en houden heeft verloren. Hopelijk hebben we nu onze les geleerd. Het is hoog tijd dat adaptatie niet meer weggezet wordt als een “excuus om niets aan de klimaatopwarming te doen”, maar de prominente plaats krijgt in het klimaatbeleid die het verdient.