Direct naar artikelinhoud
InterviewLore Bruggeman

De ideale (schoon)dochter op wieltjes: ‘Skaten is vallen, tot vijftig keer per training’

Lore Bruggeman oefent in het Ariake Urban Sports Park.Beeld AFP

Ze heeft de looks en ze kent de tricks. Als kersvers olympiër Lore Bruggeman op het skatepark aan de Blaarmeersen in Gent verschijnt, maken de anderen plaats. Het meisje met de blonde krullen is Belgiës beste skateboardster. In de nacht van zondag op maandag treedt ze aan in Tokio.

Twee Belgen staan dit weekend in het Ariake Urban Sports Park aan de start van het skateboarden, een van de vijf nieuwe sporten op de Olympische Spelen. Bij de mannen mikt Axel Cruysberghs, een Poperingenaar die in San Diego woont en daar een ster is in de lokale skatescene, zondag op een plaats in de finale. Een dag later is het de beurt aan de ook al West-Vlaamse Lore Bruggeman, de Belgische vrouwelijke topper van de glijgeneratie.

Skaten is geen sport die je in een club leert. Skaten begint als een levensstijl. Bruggeman (19) leerde het op straat en op de speelplaats. Ze was twaalf, stond op de board en was er meteen mee weg. “De eerste basistrick duurt het langst, dat is de ollie, waarbij je opspringt en het skateboard aan je voeten blijft hangen, zonder dat je je handen gebruikt. Daar heb ik een halfjaar over gedaan. Daarna komen de volgende tricks snel. De progressie is leuk en dan wil je steeds meer. Skaten is erg uitdagend, een beetje als gamen. Je wilt altijd naar het volgende level, altijd iets nieuws leren, elke dag weer.”

Kijk je dan filmpjes om bij te leren?

Bruggeman: “Je steelt met je ogen, van anderen in het park, maar ik heb ook op YouTube van alles bekeken. How to do this trick and that trick, dat is daar allemaal te vinden. En daarna oefenen tot je het kunt. Ik heb wel het meest geleerd van mijn vrienden. Niemand zegt mij wat ik moet aanleren. Wat dat betreft verschilt het erg van gymnastiek bijvoorbeeld, waar je weet welke punten je krijgt als je een bepaalde oefening doet. Bij ons gaat dat er heel anders aan toe, maar in mijn geval is het duidelijk dat de moeilijkheidsgraad naar omhoog kan. “

Jonge jurysporten betekent vaak rare jureringen. Hoe zit dat bij jullie?

“Zijn andere jurysporten zuiver? (glimlacht) Het gaat toch vooral om subjectieve waardering van de uitvoering. Bij ons wordt gecodeerd op stijl, snelheid, aantal tricks, soort tricks… Soms is het simpel: een hardflip bijvoorbeeld is moeilijker dan een kickflip en krijgt dus hogere punten, op voorwaarde dat het je lukt.”

Lore Bruggeman: "Op straat vinden de meeste mensen ons een last omdat we lawaai maken, gevaarlijk zouden zijn en dingen vernielen."Beeld BELGA

Herinner je je nog de dag dat skateboarden op het olympisch programma werd aangekondigd?

“Ik had niet direct iets van: oké, daar ga ik voor. Dat kwam automatisch omdat ik beter werd en omdat ik punten genoeg haalde in de wedstrijden die erom deden. Uiteindelijk was ik pas laat in juni zeker van de Spelen.

“Die olympische status is echt wel belangrijk om die sport op een hoger niveau te krijgen. En om respect af te dwingen in de sportwereld. Voor ons betekent het ook automatisch ondersteuning vanuit Sport Vlaanderen, zowel financieel en technisch.”

Was er geen weerstand in het skatemilieu om onder de vleugels van de Olympische Spelen te komen?

“Ja, er waren skaters tegen en er waren skaters voor, en dan waren er nog die tegen waren maar toch naar de Spelen wilden (zoals Cruysberghs, HVDW). De tegenstanders van de olympische status zijn duidelijk: skaten is meer dan een sport, het is een cultuur, een gemeenschap. Een paar hele goede skaters hebben daarom afgehaakt. Zij willen die vrijheid van het skatemilieu niet opgeven.”

Train jij nu onder een coach zoals in andere sporten?

“Neen, twee keer per week ga ik met de coach in Antwerpen trainen, maar voor het overige train ik in mijn eentje of met mijn vrienden. Daarin verschilt onze sport nog wel van andere sporten, die vrijheid is onbetaalbaar. Trainen is vooral skaten, naast mobiliteits- en core-oefeningen om de effecten van al die tricks en dat springen wat op te vangen.

“De beste skaters bij de vrouwen zijn de Braziliaanse. Niet normaal wat die allemaal kunnen en hoe hoog die gaan. Zou krachttraining mij ook helpen? We doen nog geen krachttraining. Misschien moeten we dat doen.”

Het is geen ongevaarlijke sport. Ook jij bent al eens zwaar gehavend teruggekeerd van een WK.

“In 2019 waren de wereldkampioenschappen in Rio de Janeiro. De laatste vijf seconden van mijn run ging het helemaal fout: kuitbeenbreuk, pezen afgescheurd en voet uit de kom. Daarom draag ik nog steeds een brace bij het skaten.

“De verzorging in Rio was niet ideaal. Ik belandde in een openbare kliniek waar ze niet eens pijnstilling hadden. Met een gebroken been en een ontwrichte voet lag ik daar af te zien. Drie dagen later had ik pas een vlucht naar huis. Met wat paracetamol ben ik met die ontwrichte voet op het vliegtuig gezet en van het vliegveld ging het meteen naar de kliniek. Acht maanden heb ik niet op de plank gestaan.”

Springen en grinden op een metalen rail is niet zonder gevaar.Beeld AP

Val je vaak?

“Ja. Elke sessie wel veertig tot vijftig keer. Je moet vallen voor je een trick beheerst. Het is meestal wel gecontroleerd vallen, niet zoals die blessure in Rio. Die heb ik opgelopen met een crooked grind. Dat is iets wat je doet op rails. Tot op vandaag voel ik nog mentale weerstand. Ik doe hem eigenlijk alleen nog maar op lage rails. Als het dan misgaat, gaat het maar een beetje mis.”

Er is street, jouw specialisme, en er is park. Waarom doe jij street?

“Omdat ik daar meer mijn eigen ding kan doen en kan creëren. Park of bowl is ook leuk, maar het is meer tempo maken in die halfpipe en standaard moves uitvoeren. Street is een iets wildere, vrijere cultuur. Er is een negatief beeld over skaters die streeten. Op straat vinden de meeste mensen ons een last omdat we lawaai maken, gevaarlijk zouden zijn en dingen vernielen. Op skateparken heb je dan hangjongeren die daar niet komen om te skaten en die zijn dan weer soms een probleem. Daarom is die olympische status echt een vooruitgang. Er zullen meer parken komen en ze zullen ons minder als een last zien.”