Direct naar artikelinhoud
InterviewPhilippe Van Linthout

Deze onderzoeksrechter wil een andere Justitie: ‘Stop mensen niet zomaar weg in een gevangenis’

Onderzoeksrechter Philippe Van Linthout: 'Dat de juiste mensen in de gevangenissen zitten, en dat we plaatsen in de zorg vrijmaken voor de personen die eigenlijk die zorg nodig hebben. Dat is mijn grote droom.’Beeld Wouter Van Vooren

In de reeks ‘De Verbeteraars’ inventariseert De Morgen vernieuwende ideeën om de samenleving te doen vooruitgaan. Vandaag: onderzoeksrechter Philippe Van Linthout. Vier jaar nadat, na een hobbelig politiek parcours, de aanhoudingstermijn in ons land verlengd werd naar 48 uur, wil hij nog verder gaan. ‘Niet om zomaar mensen langer op te sluiten. Net om minder mensen op te sluiten die hulp nodig hebben in plaats van een gevangenisstraf.’

“We moeten minder mensen in de gevangenis stoppen die daar niet horen.” Het lijkt de logica zelve. Misschien klinkt de Mechelse onderzoeksrechter Philippe Van Linthout, covoorzitter van de Vereniging van Onderzoeksrechters en een gezaghebbende stem in het justitieapparaat, net daarom enigszins geagiteerd wanneer hij het onderwerp van ons gesprek aansnijdt. Het is naar eigen zeggen een van zijn grootste frustraties over onze justitiesysteem. “Ik mag mensen in de bak draaien, maar ik mag ze niet in de psychiatrie stoppen, waar ze eigenlijk moeten zitten.”

Geen mensen in de gevangenis opsluiten die daar niet moeten zijn: dat zou toch niet zo moeilijk mogen zijn?

“Als u het zo zegt, klinkt het eenvoudig, maar er zijn twee kanten aan het verhaal. Het gaat over mensen die door ons, onderzoeksrechters, in de gevangenis geplaatst worden terwijl ze kampen met een problematiek die beter anders aangepakt zou worden: verslavingen, seksuele problematieken, psychologische moeilijkheden, geestesstoornissen. Je moet je de vraag stellen of de gevangenis voor hen wel de beste plaats is.

Lees ook

In de reeks ‘De Verbeteraars’ inventariseert De Morgen vernieuwende ideeën om de samenleving te doen vooruitgaan. 

Kirsten Catthoor. Volgens deze psychiater moet het radicaal anders: ‘Ik denk dat veel nieuwe patiënten zich zullen aanmelden: mensen met een existentieel onbehagen’

Federico Bisschop. Projectontwikkelaar: ‘Cohousing is de toekomst van wonen, maar op de juiste plaats en de juiste manier’

Yves T’Sjoen. Het onderwijsniveau opkrikken? ‘Breek de canon open’

Econoom Kevin Spiritus. Herteken de belastingen. Dat is eerlijker, democratischer en beter voor de economie’

“Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen reden is om ze op te sluiten. Op een zeker moment hebben die mensen wel feiten gepleegd. Sommigen blijven terugkomen omdat het probleem niet wordt aangepakt, of omdat men hen op andere plaatsen niet moet hebben.”

Waar dan?

“Bijvoorbeeld in de psychiatrie. Daar zeggen ze dan: dat is een moeilijke mens, hij was al voor de tweede keer gaan roken in de gang, dus we zetten hem eruit. Dat is toch heel frappant. Vooral met mensen die een meervoudige problematiek hebben, zogeheten dubbeldiagnoses, kan men moeilijk om.”

En die mensen belanden dan uiteindelijk toch in de gevangenis?

“Ja, omdat ze nergens naartoe kunnen. Dat zijn niet altijd doetjes, dus ik begrijp dat het een impact heeft op de instelling waar ze zijn opgenomen. Maar ik zie in dossiers heel vaak dat er niet eens een plan B is. Je kunt toch niet zomaar iemand op straat dumpen? Vroeg of laat zie je die mensen dan terug. Ik heb al mensen tegenover mij gehad die van geen hout pijlen meer weten te maken en gewoon toegeven: ik heb feiten gepleegd om weer opgesloten te kunnen worden. Dan moet je als maatschappij toch een beetje beschaamd zijn dat er geen vangnet is.”

Hoe komt het dat er geen plan B is?

“Dat is voor ons een duistere wereld. Justitie is federale materie, zorg is regionaal georganiseerd. Eigenlijk krijgen wij van die kant heel weinig feedback. Als onderzoeksrechter kun je een zware ingreep doen – iemand die niet veroordeeld is van zijn vrijheid beroven – maar je hebt geen middel om iemand gedwongen rechtstreeks in een psychiatrie verplicht te laten opnemen. Het is hallucinant en eigenlijk onbegrijpelijk.”

De staat van onze gevangenissen is erbarmelijk, en ze zijn flink overbevolkt. Dan is de kans heel klein dat die mensen daar beter uitkomen.

“Je komt er zelden beter uit, dat is een feit. Het is een probleem dat al lang aansleept, maar het punt is wel dat het ooit eens een keertje opgelost moet worden. Als er een gedetineerde buikloop heeft, zijn zijn celgenoten daar een hele dag live getuige van: ze moeten hun gevoeg doen waar de anderen televisie zitten te kijken. Het is mensonterend, dat heeft niets meer te maken met bescherming van de maatschappij. We moeten daar echt van af.”

Zijn er geen alternatieven voor een opsluiting voor de mensen over wie u het had?

“We kunnen iemand vrijlaten onder voorwaarden. Je zou kunnen zeggen: ‘U mag gaan, op voorwaarde dat u zich meteen laat opnemen.’ Maar dat is een heel gekke voorwaarde, want die mensen kunnen zelf niet bepalen of ze die kunnen vervullen. Ze kunnen wel naar een instelling gaan, maar die kan hen weigeren. Wat moet je dan doen, die mensen straffen door hen toch op te sluiten? Het is toch niet aan hen om plaats te creëren in de zorg?

“Ik zou die mensen naar huis kunnen laten gaan, omdat het hun schuld niet is dat ze de voorwaarden niet kunnen naleven. Maar dan zit je met potentieel een tikkend tijdbommetje. Je wilt niet meemaken dat iemand vervolgens in een psychose of uit wanhoop iets doet. Dan sta ik morgen weer in de krant: ‘Persoon zus-en-zo, vrijgelaten door Van Linthout, gaat niet naar de psychiatrie en vermoordt iemand. Wat is dat toch met justitie?’”

Philippe Van Linthout: 'Als je iemand veroordeelt voor zes maanden, mag je uitleggen dat dat eigenlijk in de praktijk weinig of niets is. Straffen onder de drie jaar worden namelijk niet uitgevoerd.'Beeld Benny Proot

Ik denk dat dat ongeveer klopt.

“Ah voilà. Zo dwingt de pers magistraten om bijna geen risico’s meer te nemen. Maar als ik hem aanhoud, gaan dezelfde journalisten schrijven: wat is dat toch met België, er zitten veel te veel mensen in de gevangenis.

“Het zou natuurlijk anders zijn als er wel plaatsen zijn waar die mensen terechtkunnen. Dat is volgens mij wat we op dit moment ontberen: een instelling die wettelijk bedden moet voorzien. Dan hoeven wij mensen die hulp nodig hebben niet op te sluiten in de gevangenis, maar sturen we hen naar daar om hun problematiek of hun verslaving van voren af aan te pakken.

“En als we dan toch over oplossingen aan het nadenken zijn: misschien moeten we de aanhoudingstermijn in sommige gevallen verlengen.”

De aanhoudingstermijn staat vandaag al op 48 uur. Waarom zou die nóg langer moeten?

“Voor een gewone zaak volstaat die termijn. Er zijn er buiten twee op elkaar aan het slaan, dus je haalt ze uit elkaar, pakt ze op, er komt een advocaat, ze verschijnen voor de onderzoeksrechter, et voilà. Maar voor mensen met bepaalde zware problematieken is 48 uur eigenlijk niet voldoende, omdat je dan heel weinig over die personen weet. Een onderzoeksrechter moet op relatief korte tijd oordelen, kan niet het hele dossier doornemen en is ook geen psycholoog of psychiater. Die mensen zouden erbij gebaat zijn dat een aantal specialisten eens met hen kunnen praten voor een onderzoeksrechter finaal moet oordelen wat er met hen gebeurt. Zij kunnen ons helpen een evaluatie te maken en de juiste beslissing te nemen. Maar dan ga je met 48 uur niet toekomen.”

Hoe lang moet de arrestatietermijn dan worden?

“Dat kan ik niet zeggen, daar moeten slimmere mensen dan ik over nadenken. Het is niet aan mij om aan politiek te doen.”

Bestaat het risico niet dat er misbruik gemaakt wordt van zo’n langere termijn?

“Het mag geen vrijgeleide zijn om mensen langer op te sluiten en er niks mee te doen. Het kan niet de bedoeling zijn zware gevallen in het cachot te gooien en er drie dagen later eens naar te kijken. Je zou kunnen dromen van een systeem waarbij er al snel een eerste toetsing is van een rechter, die dan moet oordelen of het om een problematiek gaat waar we eens langer naar moeten kijken. Die kan dan beslissen of de aanhoudingstermijn langer dan 48 uur moet duren. Maar dan moet er wel meteen een en ander in gang gezet worden. Op die manier doe je iets voor de mensen in plaats van hen zomaar weg te stoppen in de gevangenis.”

Is justitie te veel gericht op straffen en te weinig op herstellen?

“Er zijn al veel initiatieven en nieuwe manieren van bestraffen, zoals probatie of werkstraffen. Maar we hebben gewoon veel meer nodig, misschien omdat de maatschappij gewoon veel complexer is. Het gaat ook niet enkel om justitie. De psychische zorg volstaat niet, daar moeten we eerlijk over zijn. Als ik een skater ben die elke vijf minuten zijn pols breekt, dan krijg ik de beste medische zorg ter wereld. Voor complexe breuken zoeken we de beste dokters, we laten die vier uur aan die pols werken, ik krijg een schone kamer, en als ik daar volgende week weer sta, is er niemand die daarom maalt.

“Maar als ik door corona eenzaam ben, dringend psychologische hulp nodig heb en naar een psychiatrische afdeling bel? (imiteert telefonist) ‘Ja goeiedag, meneer, het spijt ons, we zitten momenteel met een inschrijvingsstop. U kunt eventueel proberen om langs een andere dienst binnen te raken.’ Maar je mag wel uit miserie van een berg springen, voor een auto gaan liggen of je een alcoholvergiftiging zuipen. Dan word je opgenomen voor het fysieke leed en die zorg wordt betaald.”

U bent covoorzitter van de Vereniging van Onderzoeksrechters. Hebt u die problemen al eens aangekaart bij de minister van Justitie?

“Absoluut. En de huidige minister heeft zeker een luisterend oor. Maar het is niet de verantwoordelijkheid van één departement of de persoon die nu toevallig even minister is. Het gaat erom dat je een tanker moet laten keren.

“Weet u, telkens er een nieuwe minister is, worden wij eens uitgenodigd om te praten. Het eerste probleem dat altijd op tafel gelegd wordt: dat er te veel mensen in voorlopige hechtenis zitten in vergelijking met andere landen. Maar eigenlijk klopt dat niet. De reden is dat bij ons veel meer straffen niet uitgevoerd worden. De gedetineerden in strafuitvoering vormen daardoor een kleiner deel van de gevangenispopulatie. En als je de straffen niet uitvoert, dan zien wij later ook weer de gevolgen daarvan.”

Eigenlijk is het cynisch: u moet mensen in de gevangenis stoppen die er volgens u niet horen, en er is geen plaats voor mensen die er wel zouden moeten zitten.

“Dat is inderdaad een vaststelling. Op zeker moment is in het wetboek ingeschreven dat rechters aan een veroordeelde moeten uitleggen wat de impact van het vonnis is. Dus als je iemand veroordeelt voor zes maanden, mag je uitleggen dat dat eigenlijk in de praktijk weinig of niets is. Straffen onder de drie jaar worden namelijk niet uitgevoerd. ‘Veel plezier meneer, ga maar naar huis, u zult later nog wel opgeroepen worden voor een enkelband die u een week moet dragen.’

“Sommige collega’s leggen dan maar drie jaar en één dag op, of 37 maanden, om die veroordeelden toch even uit de maatschappij te kunnen verwijderen. Maar zo wordt het systeem eigenlijk verkracht.

“Dat de juiste mensen in de gevangenissen zitten, en dat we plaatsen in de zorg vrijmaken voor de personen die eigenlijk die zorg nodig hebben. Dat zou toch fantastisch zijn? Dat is mijn grote droom.”

Wordt u er nooit moedeloos van dat dat niet lukt?

“Dat is soms ontmoedigend ja. Maar onderzoeksrechter zijn, dat is een roeping. Je hoopt dat door wat je doet je een steen in de rivier verlegt.”