De nu 26-jarige Enya Egbe herinnert zich het moment, inmiddels zeven jaar geleden, als de dag van gisteren. Hij en zijn medestudenten aan de Universiteit van Calabar drommen zich samen rond enkele lichamen. Daarmee kunnen ze experimenteren voor hun studie geneeskunde.

Enkele minuten later rent Enya huilend en schreeuwend de klas uit.

Het lichaam waar op gewerkt zou moeten worden, is dat van Divine, waarmee Enya zeven jaar lang bevriend was. “We gingen samen stappen”, zegt Enya. “Er zaten twee kogelgaten aan de rechterkant van zijn borst.”

Familie: we weten van niets

Enya neemt contact op met de familie van Divine. Die bleken wanhopig op zoek naar hun zoon en hadden al bij verschillende politiebureaus aangeklopt. Hij was opgepakt na een avond stappen. Meer was er niet bekend.

De familie heeft het lichaam uiteindelijk teruggekregen.

Crimineel?

Het incident is symptomatisch voor het systeem, schrijft de correspondent van de BBC. Registratie van doden schiet tekort. Officieel is negentig procent van de lichamen van onbekende afkomst een ’doodgeschoten crimineel’ maar vaak zou het om mensen gaan die zijn doodgeschoten door de veiligheidstroepen.

Hoogleraren anatomie hebben zich verenigd en hopen op strengere wetten rond het gebruik van lichamen.