Direct naar artikelinhoud
InterviewHuis van Hiele

Alexander De Croo: ‘Ik voel nu ook dat het niet gezond was, zo te pushen om in de aandacht te staan’

Alexander De Croo: ‘Natuurlijk kan ik bevriend zijn met mensen die zich niet willen laten vaccineren. Maar ik zal hen wel proberen te overtuigen.’Beeld DM / Bob Van Mol

Negen zaterdagen lang gaan journalisten in het restaurant van Willem Hiele in Koksijde enkele uren in gesprek met een spraakmakende gast. Deze week: premier Alexander De Croo (Open Vld). ‘Ik heb me ook bezondigd aan ellebogenwerk, maar ik denk niet dat ik daar de sterkste in ben.’  

Of hij op de foto zou mogen met de premier, vraagt een jongen van een jaar of elf die al de hele middag wat dichter bij onze tafel probeert te komen. Alexander De Croo lacht breed: “Pakken we een selfie?”

Het is een dubbel vrolijk tafereel. De jongen is gelukkig en wij hebben het idee dat als je weer zorgeloos met wildvreemden voor een foto kunt poseren, de wereld stilaan weer normaal aan het worden is. Want dat het een schraal jaar geweest is, hoeven we u niet meer te zeggen. Ook Alexander De Croo zelf ondervond het. “En ik weet dat ik niet eens te klagen heb. Als ik het dus al schraal vond, dan moet 95 procent van de mensen dat toch zo ervaren hebben? Wat mocht je? Alleen alles wat een doel had; al de rest was verboden. Terwijl het doelloze doorgaans voor de meeste schoonheid zorgt in het leven.

BIO • geboren in 1975 in Vilvoorde • studeerde voor handelsingenieur (VUB) en behaalde een MBA in de VS • begon in 2000 bij Boston Consulting Group • richtte in 2006 zijn eigen consultancy­bedrijf op • werd in 2009 voor­zitter van Open Vld • was van 2012 tot 2020 vicepremier • werd in oktober 2020 premier • woont in Brakel met vrouw en twee kinderen 

“Toen ik aan politiek begon, had ik nooit gedacht dat dit beslissingen waren die ik ooit zou moeten nemen. Hoeveel mensen je bij je thuis mag ontvangen, met hoeveel mensen je mag gaan eten, dat je Kerstmis niet met je familie mag vieren – dat is onwaarschijnlijk verregaand. En het vreemdste is nog dat je dat doet in naam van het algemeen belang. Dat moet je heel goed uitleggen. Ik denk dat dat de reden is waarom we erdoor gekomen zijn: niet door de regels, wel op basis van motivatie.”

Nochtans hadden veel mensen het idee dat we aan het voetballen waren terwijl de spelregels constant veranderden. Dat was niet zo bevorderlijk voor de motivatie. Recent ook weer: in mei kondigde u nog enthousiast aan dat Pukkelpop zou kunnen doorgaan, ondertussen weten we dat dat niet zo zal zijn.

“Ik had het ook liever anders gezien. En ja, de regels zijn veranderd. Maar wat als ik dat niet zou doen – omdat ik te fier ben om terug te komen op mijn stappen – en vervolgens vinden er duizend besmettingen plaats? Wat is dan het belangrijkste? Dat ik kan zeggen: ik ben toch standvastig geweest? We hebben op een bepaald moment ook gezegd: we gaan de kappers niet meer sluiten en toch hebben we dat opnieuw moeten doen. When the facts change, I change my mind, zei John Maynard Keynes (Brits econoom en grondlegger van de keynesiaanse economie, AVB). Ik heb daar geen probleem mee.

“Wij hebben nooit gezegd dat Pukkelpop niet mocht doorgaan, wij hebben gezegd dat als ze vier dagen lang een festival wilden organiseren, ze met testen moesten werken. Was Pukkelpop een festival geweest voor voornamelijk twintigers en dertigers, dan was er geen enkel probleem geweest. Die zijn gevaccineerd. Dan had je slechts een kwart van je publiek dagelijks moeten testen. Maar bij Pukkelpop is driekwart van het publiek 14 à 18 jaar. Dat is een totaal andere logistieke ­operatie.”

Dat wisten we van meet af aan. Jongeren hebben het idee dat u ze moedwillig een wortel hebt voorgehouden, zodat ze zich toch maar zouden laten vaccineren.

“Dat is niet waar. Nogmaals: when the facts change, we change our mind. In mei gingen we er nog van uit dat een negatieve test 72 uur geldig zou zijn. Dat was gebaseerd op wat we weten over de alfavariant van Covid-19, de variant die na een jaar pandemie in maart overnam en ons het leven nog moeilijker maakte. Maar amper vier maanden later was er de deltavariant, die niet alleen dubbel zo besmettelijk is als de alfavariant, maar ook vroeger besmettelijk blijkt te zijn. Vandaar dat we de regels hebben moeten bijstellen en er veel meer getest moest worden.

“Ik snap de frustratie hoor, echt waar. Ik zou evenzeer gefrustreerd zijn. Geloof me: Frank (Vandenbroucke, minister van Volksgezondheid voor Vooruit, AVB) en ik hadden niet liever gehad dan dat Pukkelpop was doorgegaan. Maar bon, Pukkelpop heeft de beslissing genomen om het festival af te gelasten. Er zijn heel veel andere festivals die wel plaatsvinden. Alleen geen meerdaagse. Dus kom ons niet vertellen dat we festivals onmogelijk gemaakt hebben.”

De ticketverkoop voor die andere festivals loopt niet erg vlot. Misschien ook daardoor: wie wil een ticket kopen zonder zeker te zijn dat de regels weer niet veranderen?

“Is dat zo? Opnieuw: ik zou de werkelijkheid graag naar mijn hand zetten, maar dat kan ik niet. Er is een verschil tussen de juiste beslissing en de juiste uitkomst. De juiste beslissing heb je in de hand, de juiste uitkomst helaas niet.”

Bent u zo soms slecht gaan slapen?

“Vaak. Ik vond de periode rond Kerstmis heel, heel moeilijk. Toen heb ik met enorm veel twijfel gezeten. Overdrijven we niet? Samen met Luxemburg waren we op dat moment de strengste van Europa. Luxemburgs premier Xavier Bettel en ik hadden heel veel contact en zaten allebei met diezelfde twijfel: zijn we wel juist? Gaan we mensen wel kunnen motiveren? We zijn een land van mensen die niet graag hebben dat je hun regels oplegt, we doen graag onze goesting.

“Ik heb continu in twijfel gestaan, maar eigenlijk is dat ook goed, niet? Stel je voor dat je iemand bent die zulke beslissingen moet nemen, maar die geen twijfel kent. Dat zou toch zeer gevaarlijk zijn? Zulke complexe beslissingen neem je alleen goed wanneer je de koppen bij elkaar kunt steken.”

Bent u er al uit wanneer we definitief naar onze oude levens kunnen terugkeren? We kunnen toch niet wachten op nul besmettingen?

“Nee, natuurlijk niet. Maar zeg eens, welke maatregelen die zeer ingrijpend zijn, gelden vandaag nog? Bevrijdingsdag, dat was op 9 juni. Sindsdien mag je ook binnen zitten in de horeca en mag je thuis doen wat je wil, en de avondklok was al weg. Reizen mag. 95 procent van de dingen die we willen doen, mogen we doen. Onze ambitie is om de eerste schooldag zo normaal mogelijk te laten verlopen. Als we willen dat de mondmaskers in de scholen afkunnen, is het belangrijk dat alle jongeren die gevaccineerd kunnen worden, dat ook doen.

‘Ik had bijna zelf zin om naar een controlepost te rijden om, als men mij vroeg waar ik heen ging, te zeggen: dat gaat u niet aan.’Beeld Bob Van Mol

“Al die maatregelen waarvan ik vind: we steken ze in een schuif, de diepste schuif die we kunnen vinden, we doen die op slot en zetten nog een bijkomend slot op het slot – die maatregelen zijn ­eigenlijk al een hele tijd weg. En ik hoop dat ik ze nooit in mijn leven nog terugzie.”

En dan was er de avondklok in Verviers.

(zucht) “Het is zorgwekkend dat daar zo snel weer naar gegrepen is. En oké, die burgemeester heeft geoordeeld: de overstromingen zijn uitzonderlijke omstandigheden. Maar het is een slippery slope. Een avondklok zorgt ook voor minder weekendongevallen. Straks vindt iemand dat ook een goede reden om er eentje in te voeren. Dit is een periode waarmee we, wanneer dit allemaal voorbij is, in het reine moeten komen. Wij zullen als politici heel goed moeten uitleggen waarom we bepaalde dingen gedaan hebben.

“In de eerste golf hadden we een beperking op niet-essentiële verplaatsingen. Toen had ik bijna zin om zelf in mijn auto te stappen en naar een controlepost te rijden. Om als men mij had gevraagd waar ik heen reed, te antwoorden: ‘Dat gaat u niet aan.’ Ik vind ook dat dat niemand aangaat.

“Mijn leuze is: controle is goed, vertrouwen is beter. Het is eigenlijk een knipoog, want ik weet dat de uitdrukking van Lenin omgekeerd is. Maar je moet die switch maken. Je kunt en mag niet elk gedrag controleren. In zo’n samenleving wil ik niet wonen.”

Is dat niet naïef?

“Welja, dat zal aan mijn opvoeding liggen. Ik heb zelf altijd ongelooflijk veel vertrouwen van mijn ouders gekregen. En mijn ervaring is altijd geweest: geef mensen vertrouwen en je krijgt vertrouwen terug.

“Kijk ook eens naar de cijfers. Ja, we hebben weer wat meer besmettingen en hospitalisaties. Maar waar? Daar waar de vaccinaties het laagst zijn. In Brussel, Antwerpen en Henegouwen.”

Kent u mensen die zich niet willen laten vaccineren?

“Nee, eigenlijk niet. Maar misschien durven de weigeraars het me niet te zeggen, dat kan ook. Ik heb wel vaker het gevoel dat men mij als de opperflik aanziet.” (lacht)

Zou u nog bevriend kunnen zijn met iemand die zich niet wil laten inenten?

“Maar natuurlijk wel. Iedereen maakt zijn eigen keuzes. Dat maakt u als persoon toch niet minder interessant? Als je dat gaat doortrekken, handelt iemand met een milieuvervuilende auto ook tegen het algemeen belang. En mensen die roken. Kan ik met hen dan geen conversatie voeren? Ik vind dat je mensen moet respecteren in de keuze die ze maken. Maar ik zal hen er wel van proberen te overtuigen hoe belangrijk het is om je te laten vaccineren. Je laat je niet alleen voor jezelf vaccineren, maar ook om anderen te beschermen. Vaccinatie is ook een vorm van altruïsme. Je niet laten vaccineren is egoïstisch.

“Weet je, eigenlijk is het afgelopen anderhalf jaar een fantastische les geweest in wat wij kunnen als we onze knapste koppen bij elkaar steken. Zijn er dingen die we beter hadden kunnen doen? Ongetwijfeld. Je kunt in ons land ongelooflijk hard leuteren over staatshervormingen en structuren enzovoort, maar ondanks de complexiteit hebben we hier ook mensen die echt bereid zijn om samen te werken. En als je dat wilt, dan lukt het altijd.”

Met andere woorden: in de politiek is het heel vaak niet van niet kunnen, maar van niet willen.

“Zeer zeker. We kunnen staatshervorming ­nummer zeventien doen, maar dan gaat het land nog steeds niet werken. Het heeft te maken met mensen die begrijpen dat het hun maatschappelijke rol is om samen te ­werken.”

Horen we daar een verdoken boodschap aan N-VA?

“Als u alludeert op mijn relatie met Jan Jambon: ik werk bijzonder goed met hem samen. Met partijvoorzitters heb ik minder contact. In en tussen regeringen praat je in eerste instantie met de mensen met wie je aan tafel zit.”

Het beeld van de eendrachtige regering is intussen wel weg. U werd vrijwel tegelijkertijd ge­vraagd om zowel het dossier over de hongerstakers over te nemen, als het energiedossier en defensie.

“Wacht, wacht, je moet wel even kijken naar wie wat vroeg. De hongerstakers, oké, dat is binnen de regering gevraagd (door PS en Ecolo, AVB). Maar ik zal altijd mijn ministers steunen als ze het beleid voeren dat we overeengekomen zijn. Dat heeft Sammy Mahdi (staatssecretaris voor Asiel en Migratie, CD&V, AVB) onverkort gedaan. Defensie en energie, daar kwam de vraag van de oppositie.”

En van Jong CD&V en Jong Vld.

(glimlacht) “Dat is soms ook oppositie. En dat is normaal. Maar ga nu niet zeggen dat er drie onderwerpen zijn waar er interne problemen over waren.”

‘Er is politiek heel hard gewerkt, ook op vakantieadressen. maar als je slachtoffer van de overstroming bent, kan ik de kritiek zeker begrijpen.'Beeld Bob Van Mol

De ploeg werd wel uit elkaar gespeeld.

“Ach, een paar dagen. Het is niet omdat je zeven partijen in de meerderheid hebt, dat die zeven over alles altijd dezelfde mening hebben. Een hongerstaking is voor elke regering een zware beproeving. Ook persoonlijk is dat een van de moeilijkste momenten geweest. Je kunt daar niet abstract over nadenken.”

Hoe boos was u toen vicepremier Pierre-Yves Dermagne plots aankondigde dat de PS uit de regering zou stappen wanneer er een dode viel onder de hongerstakers?

“Ik was eerder verbaasd. Die uitspraak van de PS was raar, omdat zij ook wisten dat er wat aan het bewegen was. We waren een bemiddelaar aan het zoeken, er was een neutrale zone geïnstalleerd, er werd druk met het Rode Kruis overlegd.

“Het was heel raar dat zij dan plots afkwamen met ‘l’immobilisme du gouvernement’. Ik was verbaasd en teleurgesteld.”

Juist, en u heeft niet naar Dermagne gebeld om te vragen waar hij in hemelsnaam mee bezig was?

“Natuurlijk wel. En niet alleen naar hem.

“Ik heb de indruk dat sommigen onderschat hebben wat de impact van zo’n uitspraak is. (fijntjes) En ik spreek uit ervaring (refereert aan 2010, toen De Croo als voorzitter van Open Vld de stekker uit de regering-Leterme trok over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, AVB).”

Tegelijkertijd stond het land onder water. De eerste keer wellicht dat we hier zo rauw met de klimaat­verandering geconfronteerd zijn. Is dit ook geen confrontatie met politiek falen? Hadden we de betonstop niet al veel eerder moeten laten ingaan, om maar te zwijgen van de energie­omslag?

(bedachtzaam) “Het is niet omdat wij in België maatregelen nemen om minder broeikasgassen uit te stoten, dat we hier geen overstromingen meer zullen krijgen. Zo werkt het niet. Klimaatverandering is een globaal probleem. Je moet dat globaal aanpakken en natuurlijk moet iedereen, ook wij, daarin zijn deel doen. In tegenstelling tot in Vlaanderen speelt in Wallonië ook het probleem van de ontharding veel minder. Maar op een zeer doortastende manier dwingt dit ons wel om na te denken over waar mensen nog mogen gaan ­wonen.”

Dat is een zeer gevoelige discussie.

“Dat besef ik heel goed. Mensen wonen al eeuwen op die plekken. En er zullen er zijn die zeggen: maar kom, dit gebeurt een keer om de tweehonderd jaar. Maar het verleden is geen perfecte voorspelling van de toekomst.

“Ik ben in Pepinster en Verviers geweest. Dat was alsof ik in een oorlogszone liep. Onwaarschijnlijk. Als we dit nog eens willen vermijden, zouden we eigenlijk een muur van twee meter hoog langs de hele loop van de Vesder moeten zetten. Dat gaat natuurlijk niet. Dus we zitten met de fundamentele vraag: hoe gaan we dan wel voorkomen dat dit nog eens gebeurt?”

Alexander De Croo: ‘Ik voel nu ook dat het niet gezond was, zo te pushen om in de aandacht te staan’
Beeld Bob Van Mol

Ondertussen zien we hoe de slachtoffers daar aan hun lot overgelaten worden. Hoe is dat mogelijk?

“Van in het begin heb ik steeds heel nauw overlegd met Elio Di Rupo (Waals minister-president, PS, AVB). Oorspronkelijk coördineerde het Nationaal Crisiscentrum de hulp, maar vorige week werd die federale fase beëindigd. Dat was op uitdrukkelijke vraag van het Waals Gewest en de provincies, zij wilden de coördinatie overnemen. Ondertussen is er een federale ondersteuningscel opgericht, die de coördinatie op het terrein moet vergemakkelijken.”

De Waalse regering en de provincies zijn dus tekortgeschoten?

“Politiek vingerwijzen gaat ons nu niet vooruithelpen. Maar ik denk wel dat er een grondige reflectie nodig is over hoe wij met rampen omgaan. Dat werkt nu heel hiërarchisch, ik weet niet of we dat zo moeten blijven doen. Bovendien worden we nu geconfronteerd met rampen die tegelijkertijd zeer lokaal zijn, en toch een enorme oppervlakte beslaan. Dat vraagt om een ander soort aanpak. We moeten ons daar voor de toekomst op voorbereiden. Er komen nog dreigingen op ons af, of het nu is op het gebied van klimaat, cyberveiligheid of een nieuwe pandemie.”

Tienduizend mensen hebben nog geen dak boven hun hoofd, maar intussen is de Wetstraat wel op vakantie vertrokken. Dat steekt toch?

“Ik kan u verzekeren dat er politiek heel hard ­gewerkt is. Ook op vakantieadressen. Maar als je een slachtoffer bent, kan ik die kritiek zeker begrijpen.”

Het is ook cynisch dat er precies in de week van de overstromingen weer discussie was over de kernuitstap en de bouw van gascentrales.

“Dat vind ik ook. Je kunt hier volgens mij perfect de vergelijking tussen de klimaatcrisis en de coronacrisis maken. Corona heeft ons vertrouwd gemaakt met de exponentiële evolutie. Op een bepaald moment treedt er een versnelling op, dan ben je vertrokken en kun je niks meer doen. Dat heb je met het klimaat nu ook. Eens voorbij een kritiek punt, kun je nog op je kop gaan staan, je zult het niet meer tegenhouden.

“We hebben de coronacrisis kunnen managen omdat we ze voor een stuk gedepolitiseerd hebben. Het was geen politieke discussie meer. Dat moeten we met de klimaatdiscussie ook doen: ze weghalen van het puur politieke.”

Waar pleit u dan voor? Een GEMS voor het klimaat?

“Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change, een orgaan van de Verenigde Naties, AVB) speelt die rol in feite internationaal. Ik bedoel niet dat we geen politiek debat mogen voeren, maar wel een dat verder gaat dan dat van meerderheid tegen oppositie, of van de ene regering tegen de andere. Om het bij die gascentrale in Vilvoorde te houden: alle adviezen waren positief. Dat maakt het nog erger. We zullen de komende tijd zien hoe we dat aanpakken.

‘Ik eet heel graag, maar kook zelden. Pasta carbonara, dat lukt nog.’Beeld Bob Van Mol

“We zullen nog een aantal ommezwaaien moeten doen, en ik denk ook dat dat wel zal lukken. Kijk naar de vergroening van de bedrijfswagens. Wij hebben beslist dat die over vijf jaar allemaal elektrisch moeten zijn, de omslag start al in 2023. Mensen begrijpen dat, als je het goed uitlegt. Maar je moet ze niet wijsmaken dat ze ’s avonds de stekkers uit het stopcontact moeten trekken. En dan zeggen ze: kleine dingen zijn ook goed voor het milieu. Niet waar. Dat heeft nul impact. Wat heeft wel een impact? Vervoer, verwarming van huizen en industrie. Je moet werken op die grote pakketten. We gaan het klimaat niet redden door onze groenten bij de lokale boer te halen.”

Maar als we dat nu eens doen met elf miljoen? Verbeter de wereld, start bij jezelf, toch?

“Welja, maar elf miljoen op een wereldbevolking van bijna acht miljard? Denk niet dat je het klimaat kunt aanpakken door alleen te rekenen op individueel gedrag. Je pakt het klimaat aan met beleid.”

De echt lastige dossiers komen er dit najaar nog aan. Gaat uw regering dat volhouden?

“Lastiger dan de hongerstakers? Dat zal nog moeten blijken. We zullen maatregelen moeten nemen om te zorgen dat er meer mensen aan de slag gaan. We moeten een budgettair traject uittekenen dat doenbaar is. Maar politiek waren de hongerstakers of de discussie over de hoofddoek veel gevoeliger.”

Intussen zit u wel met partijvoorzitters als Paul Magnette (PS) en Georges-Louis Bouchez (MR) die het vuur regelmatig oppoken. Heeft u hen onder controle?

(glimlacht) “U verwacht nu van mij een antwoord met de voeten vooruit? Dat is mijn stijl niet. We zullen over een paar maanden zien hoe het afgelopen is. Loopt het goed, dan heb ik gelijk gehad. Loopt het fout, dan heb ik ongelijk.”

Chef Willem Hiele komt tussenbeide met een uitleg over een bereiding die hij simpel doet klinken, die in één hap weg is, maar die wel zesendertig ingrediënten en een handvol technieken bevat. Het dwingt de premier tot bescheidenheid. “Ik eet zeer graag, maar ik kook zelden.”

Hoe ver zijn kookkunsten reiken? De Croo gniffelt. “Pasta carbonara, dat lukt. En spaghetti bolognese. Maar ik ben al wel een tijdje aan het denken: misschien moet ik me daar eens op toeleggen, op leren koken. Wanneer ik meer tijd heb.”

Bent u het type dat dan zou koken wanneer er mensen op bezoek zijn, om complimenten te oogsten?

“Nee, zeker niet. Als er volk is, wil ik bij hen aan tafel zitten. En ik voel niet de nood om uit te ­pakken.”

Is dat zo?

“Waarom twijfelt u daaraan?”

Ik herinner me een fietstocht voor het goede doel waar er u toch veel aan gelegen was om Kris Peeters te kloppen.

(lacht) “Oké, dat is waar. Maar dat is sport. Ik denk dat ik dat vroeger ook meer had dan nu. Vroeger was ik ook gewoon... (denkt na) Je wordt gepusht in een wereld waarin je constant op zoek moet zijn naar de camera, naar de aandacht, naar een forum om je mening te geven. Je telt pas mee wanneer je je mening geeft. Dat verandert je als persoon onvermijdelijk. Iedereen die me goed kent, zal bevestigen dat politiek van mij een ander mens gemaakt heeft. Ik was absoluut niet degene die de aandacht zocht, integendeel. Ik was een van de meest introverte jongens van mijn klas. Eigenlijk ben ik dat nog altijd. Ik kan het gewoon goed verstoppen.

“Vandaag doe ik anders aan politiek, denk ik. Ik voel nu ook dat het niet gezond was, zo te pushen om in de aandacht te staan. Ik heb me er in het verleden zeker ook aan bezondigd, maar ik denk niet dat ik daar de sterkste in ben, in constant met de ellebogen werken en kwakken uitdelen.”

Het is bon ton om te zeggen dat je wel altijd dezelfde gebleven bent.

“Ach, mensen die dat zeggen... Dat kan toch niet? Het heeft ook een enorme impact op de mensen rondom je.”

Uw zus zegt dat ze haar broer kwijt is sinds u premier bent.

(stil) “Ja. Ze zei dat in een tv-programma. Ze had me dat zelf nog nooit gezegd.”

Vond u het erg dat ze dat zei?

“Ja. Maar het is zo. De politiek heeft onvermijdelijk een impact op jou en je omgeving. Je zoekt naar een evenwicht, maar is daar wel een evenwicht in? En hoelang kun je dat aanhouden?

“Ik ben er gevoelig voor omdat ik het zelf ook heb ondergaan. Ik kijk op een andere manier naar mijn kinderen, omdat ik ook in hun plaats gezeten heb. Mijn vader is iemand die ongelooflijk de aandacht trekt. Bij hem is dat wel aangeboren. En ik vond dat als kind niet leuk. Ik wilde zoveel mogelijk Alexander zijn en zo weinig mogelijk De Croo. Ik heb de indruk dat mijn kinderen daar beter, veel onbevangener mee omgaan.”

Uw vader vertelt ook graag hoe hij elke dag met u en uw zus samen at. Alleen was dat wel om tien uur ‘s avonds en werden jullie daarvoor uit je bed gehaald.

“O ja. Nu, de tijden zijn ook veranderd. Ik kan perfect vroeger naar huis gaan om samen te eten met mijn kinderen, en dan thuis voortwerken. Dat was voor mijn vader gewoon geen optie.

“Anderzijds zijn er ook dingen die ik wel op dezelfde manier doe. Mijn vader is altijd met mij gaan paardrijden – tot een jaar geleden deden we dat altijd samen. Nu doe ik dat met mijn oudste zoon van dertien. Ik merk dat ik hem precies dezelfde dingen vertel als mijn vader vroeger aan mij. Door het heuvelachtige landschap zie je veel kerktorens liggen, en dan wijs ik er een aan en vraag welke dat is. Precies zoals mijn vader deed.

‘Je moet werken op de grote pakketten. We gaan het klimaat niet redden door onze groenten bij de lokale boer te halen.’ Beeld Bob Van Mol

“Tobias herkent intussen ook een buizerd, en het verschil tussen een fazant en een patrijs, tussen een haas en een konijn. (glundert) Ik had nooit gedacht dat ik daar zoveel belang aan zou hechten. Maar ik vind dat echt mooi. Mijn vader heeft dat ook opgepikt van zijn vader. Ik vind het heel fijn om die verbondenheid met de streek waar we wonen door te geven. Je kunt perfect een wereldburger zijn, en toch van ergens zijn. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om weer thuis te komen.”

Is het ooit een optie geweest om ergens anders te gaan wonen dan op tien meter van uw ouders?

“Wel, laat ik zeggen dat die tien meter niet helemaal het plan waren. (lacht) Mijn grootouders woonden trouwens ook in dezelfde straat. Maar dat is echt toeval. Anderzijds had ik ook niet gedacht dat we ergens anders zouden gaan wonen dan in Brakel. Al heb ik mijn vrouw daar wel van moeten overtuigen. Zij is van Schoten. Ze komt van de beschaving, ja. (lacht) Ik heb nochtans ook in Brussel en Chicago gewoond, maar ik heb altijd geweten dat ik terug zou keren.”

Dat kerktorengevoel is iets zeer Vlaams. Doorgaans vinden wij dat ook iets negatiefs.

(knikt) “Mijn generatie zegt nog steeds: steek maar niet te hoog boven het maaiveld uit. Maar de huidige jonge generatie, die is zeer on-Belgisch ambitieus. Ik kijk daar geweldig naar op. Je ziet dat bij de Rode Duivels, waar Kevin De Bruyne vindt dat er niks te vieren valt wanneer ze derde worden op het WK, want hij wilde eerste worden. Bij de organisatoren van Tomorrowland, die niet zomaar een festival wilden organiseren, maar het beste ter wereld. Ze gooien het Belgische juk van zich af. En je hoeft er niet meer voor te verhuizen. Je kunt vandaag perfect de wereld veroveren vanonder je kerktoren.”

Alsof u niet brandend ambitieus bent.

(denkt lang na) “Ik ben in ieder geval niet met politiek begonnen om premier te worden.”

Uw vader zei onlangs in Humo: ‘Eind september belde Alexander me op om te zeggen dat ze hem gepolst hadden als premier. ‘Ik denk dat ik het zal doen. Of het van mogen of van moeten is, moogt ge zelf kiezen.’ Volgens mij is het van moeten.’ En?

“Mijn redenering was steeds: als anderen vinden dat ik het moet doen, zal ik het doen. Maar ik ga anderen er niet van overtuigen dat ik het moet zijn. Zo is het ook gelopen. Mijn ambitie vandaag is vooral: tegen 2024 tonen wat deze regering kan doen.”

Waar mag u dan op afgerekend worden?

“Ik ben alvast erg trots op het feit dat we de kinderen van de IS-moeders uit de vluchtelingenkampen hebben kunnen laten terugkeren. We houden daar een andere lijn aan dan in de vorige regering. Daar maakte ik ook deel van uit, maar achteraf gezien vond ik dat niet meer te verantwoorden. Geen enkel kind kiest zijn ouders. Je laat geen kinderen half creperen, omdat we de moed niet hebben om mensen die bij ons veroordeeld zijn in onze gevangenissen te steken. De voorbije tien maanden is er veel gebeurd, maar dat is er eentje die mij het meest geraakt heeft.

“Deze regering zal ook nog een aantal transities moeten doorvoeren. De bedoeling is dat alle kernreactoren stoppen, op voorwaarde natuurlijk dat we geen black-out krijgen. Er moeten meer mensen aan de slag, we willen een werkzaamheidsgraad van 80 procent. En we willen aantonen dat je in ons land aan politiek kunt doen op een niet-conflictueuze manier, en dat je niet constant de polarisatie moet opzoeken. Je hoeft niet de hele tijd politiek te voeren tégen iemand. Je kunt perfect beleid voeren zonder van de ene crisis naar de andere te rollen. Deze ploeg kan dat.

“Niet dat het middel belangrijker is dan het doel, maar de manier waarop je het bereikt is voor mij toch extreem belangrijk. U kent dat zinnetje uit die hit van Bazart? ‘Liever snel naar de hel dan traag naar de hemel.’ Ik vind dat een van de mooiste zinnen die er zijn. Ik heb daar lang over nagedacht, wat wil dit nu eigenlijk zeggen? Mijn interpretatie is niet dat ik het ene boven het andere verkies, maar wel dat de manier waarop je iets doet, belangrijk is.

“Een van de dingen die me in vorige regeringen altijd gestoord heeft, is dat het zo moeilijk was om een teamgeest te creëren. Ik had me er eigenlijk bij neergelegd: misschien kan het gewoon niet in politiek. Misschien is dit een omgeving waarin je geen teamgeest kunt hebben. Waarin het normaal is dat je elkaar constant een hak probeert te zetten. Maar vandaag vind ik dat het anders is. Iedereen gunt elkaar iets. Er is een gemeenschappelijk streven.”

Dan zegt de cynicus in mij: wacht tot de corona­crisis echt gaan liggen is.

“Dat kan. Maar het is mijn opdracht om dit te behouden.

“Sinds ik premier ben, ben ik trouwens begonnen met lessen Duits per video. Ik vind het essentieel dat ik kan communiceren in onze drie landstalen. Niet dat ik nu al in staat ben om een interview in het Duits te doen, maar ze mogen nu wel de vragen in het Duits stellen, ik antwoord dan in het Frans. Ik maak vorderingen.” (lacht)

De kennis van de andere talen gaat er in Vlaanderen en Wallonië wel op achteruit.

“En of. Ik merk dat bij mijn eigen kinderen. Toen ik een jaar of zeven, acht was, stuurde mijn moeder mij naar een vakantiekamp van Fransen. Van mijn acht tot mijn achttien bracht ik iedere zomer drie weken alleen in Frankrijk door.

“Dat zou ik mijn kinderen zelf nooit aandoen. Maar het is dan ook te merken aan hun taalkennis. Ik heb wel plannen om er iets aan te doen. We hebben Franstalige vrienden waar ze wel eens een weekje heen zouden kunnen voor een taalbad. En straks vertrekken we op vakantie. Ik rij met een van mijn zonen met de auto naar Italië, dan zijn we twee dagen samen onderweg.”

Wacht, u bent van plan om alleen maar Frans te praten in de auto met een dertienjarige?

“Nee, dat zal niet lang duren, vrees ik. (lacht) Maar ik heb wel een ander voornemen: ik ben een playlist aan het samenstellen met alle muziek waar ik sinds mijn twaalfde naar heb geluisterd. Ik ben door alle affiches van Torhout-Werchter gegaan en heb eruit gepikt wat ik goed vond. Ik zit al aan zeven uur playlist. Dus ik ben van plan om hem daarin onder te dompelen en wat muzikale smaak bij te brengen.

“Ik was een echte festivalganger. De ironie is dat ik zelf doodgraag naar Pukkelpop ging. Vandaar ook dat ik echt graag had gehad dat het zou kunnen doorgaan.”

Bent u ermee bezig hoe u herinnerd zal worden als premier?

“God, nee.”

Van buitenaf lijkt het alsof het wel de rol is waarin u zich het meest in uw sas voelt. Doet u het ook echt graag?

“Ja. Het beste uit een ploeg halen, dat geeft me veel voldoening. Ik vind het interessant dat het lijkt alsof ik meer op mijn gemak ben. Misschien is dat wel zo. De eerste job die ik deed, in de consultancy, deed ik ongelooflijk graag. Maar er zat ook een ongelooflijke onrust in mij. Ik had het gevoel: er zit meer in. Met mijn eigen bedrijf was dat net hetzelfde. Toen ik met politiek begon, is die onrust weggegaan. Eigenlijk heb ik redelijk snel gevoeld: dit is de impact die ik wil hebben.”

Ook al moest u daarvoor iemand anders worden?

“Ja, eigenlijk wel. Ik denk dat het vandaag ook de omstandigheden zijn. Het is tot nog toe meer crisismanagement dan iets anders geweest. Misschien ben ik wel een goede crisismanager. De rest zal ik nog moeten tonen.”  

 Lees ook andere afleveringen.