Direct naar artikelinhoud
AnalyseHet rapport van Tokio 2021

Hans Vandeweghe maakt het rapport op van de Olympische Spelen 2021

Vuurwerk verlicht het Olympisch Stadion in Tokio tijdens de slotceremonie.Beeld AFP

In 1976 wonnen de Belgische springruiters brons en een dag later werd Karel Lismont derde in de marathon. Afgelopen weekend herhaalde dat scenario zich met de springruiters en Bashir Abdi. België eindigt zo op zeven medailles. Is dat goed?

1. Hoe uitzonderlijk zijn die zeven medailles?

Als iemand nog zou twijfelen aan de sportieve en, jawel, morele superioriteit van olympiërs, kijk dan eens de laatste kilometer van de marathon terug. In de nacht van zaterdag op zondag eindigde die met een onverhoopte Belgische medaille in een Belgisch-Nederlands-Somalisch onderonsje. Twee gasten, geboren en getogen in Mogadishu, die voor hun beider adoptielanden een unieke kans zien om te schitteren en elkaar aanvuren, waarbij de ene zijn zekere medaille on hold zet om de andere op sleeptouw te nemen. En dan samen uitkomen bij zilver en brons dat ze vieren als goud, mooier wordt de sport niet.

De wonderbaarlijke Bashir Abdi uit Gent liep in een bloedstollende finale in het spoor van zijn vriend Abdi Nageeye naar een derde plek. Iets later eindigde zijn grootste concurrent in eigen land Koen Naert als tiende en ook zij vielen in elkaars armen.

Om halfelf Belgische tijd is gisteren de strijd om de laatste gouden en zilveren medaille van de Spelen van de 32ste olympiade beslist: het ging om waterpolo, een clash tussen Servië en Griekenland. Servië verlengde zijn olympische titel. Iets eerder piloteerden de Amerikaanse vrouwen hun land naar de eerste plaats in de medailletabel, voor China.

Met 7 medailles (3 goud, 1 zilver en 3 brons) is België uiteindelijk 29ste geëindigd in de traditionele olympische medaillestand. Servië sprong in de allerlaatste wedstrijd van Tokio 2021 met dat waterpologoud nog over België. In de tabel volgens het totaal aantal medailles staat België 33ste.

Zeven medailles voor België is geleden van Londen 1948. Drie keer goud is geleden van Parijs 1924. Maar in Parijs waren slechts 378 medailles te winnen en in Londen 411. In Tokio waren dat er 1.080. 

Zes medailles was voor de recente moderne Olympische Spelen (na de boycots van ’80 en ’84) het beste resultaat. Die werden behaald in Atlanta 1996 en in Rio 2016. Toen telkens met twee keer goud, maar wederom deze nuance: in Atlanta waren 842 medailles te verdelen, in Rio 973. Een vooruitgang van één medaille (van zes naar zeven) is dus statistisch logisch, wetend dat alle nieuwe sporten behalve rugby met zeven appelleren aan sporters uit rijke landen.

België ziet in de medailletabel nog steeds elf landen met minder inwoners en een lager bruto binnenlands product beter doen. Het beste van die kleine landen is Nieuw Zeeland, dat met twintig medailles waarvan zeven keer goud zichzelf op plaats dertien parkeert.

Nationale euforie omwille van die zeven Belgische medailles is dus nergens voor nodig. De drie keer goud geeft bovendien een vertekend beeld. Dat overaanbod aan goud is het gevolg van enkele toppers die bevestigen, maar van wie lang niet zeker is dat die ook in Parijs nog dit niveau zullen halen.

Het intrinsiek niveau van België is en blijft meer dan tien medailles.

Marathonloper Bashir Abdi toont zijn bronzen plak aan de fotografen.Beeld AP

Hoewel conclusies op basis van deze vreemde Spelen uit den boze zijn, lijkt het toch alsof de Belgische sport op de goede weg is en dat de basis voor betere medaille-output aanwezig is. De zeven vierde plaatsen liggen in het verlengde van de vier vierde plaatsen in Rio. Idem voor de 26 topachtplaatsen (18 in Rio). Dit bewijst dat het potentieel voor tien podia aanwezig is en het bewijst eveneens dat investeren in wie behoort tot de wereldtop loont.

De vierde plaats van Noor Vidts is dan weer een ander verhaal. Zij werd als enige van de topachtfinishers tot dit jaar niet gesteund door Sport Vlaanderen. De reden? Ze had nog geen resultaten gehaald, maar haar trainer maakte wel deel uit van het meerkampproject dat wordt ondersteund. De motivatie om zonder salaris verder te doen kwam uit zichzelf. Meer van dat.

Geen enkele sport viel echt tegen of het zou tennis moeten zijn, dat al te vaak toerisme met een sporttas is. Wielrennen, met dat ene zilver van Wout van Aert, mag stilaan de vraag beantwoorden of al die investeringen in het baanwielrennen wel de moeite waard zijn. Straks wordt een nieuwe wielerbaan gebouwd in Zolder. Als die moet dienen als schuiloord voor wegrenners en crossers die in de winter graag droog trainen en niet in de file willen staan richting die andere baan in Gent is dat een onverantwoorde uitgave. Het wordt een ander verhaal als daar een model aan wordt gekoppeld dat talent naar de wielerbaan draineert en daar ook kan houden.

2. Hoe presteerden de toplanden?

Nederland eindigt met 36 medailles zevende in de medailletabel en is het kleinste grote sportland van het noordelijk halfrond. Australië is dat van het zuidelijk halfrond. Beide landen behoren tot de sterkste stijgers met zeventien medailles meer, samen met Japan en China die er ook zeventien en achttien meer halen. Van thuisland Japan was dat min of meer verwacht. China is een grote verrassing, samen met Rusland, dat onthoofd als Russisch Olympisch Comité ging maar uiteindelijk met vijftien medailles in de plus uitkomt.

De top vijf in de medaillestand wint een recordaantal van 395 medailles waarvan 148 gouden. Het waren de Amerikaanse vrouwen van het volleybalteam die uiteindelijk de 39ste gouden medaille voor de VS bij elkaar tikten, waardoor hun land zowel in het aantal gouden medailles als het totale aantal op de eerste plaats kon finishen. Toch doen de VS het minder goed dan in Rio en leveren zeven gouden medailles in.

Met vijf gouden medailles hielp Caeleb Dressel de VS naar de eerste plaats in de medaillestand.Beeld AFP

Andere flinke dalers in de top tien zijn Duitsland, nog maar eens, dat nu op 37 medailles uitkomt en zeven gouden plakken moet inleveren, waardoor het van plaats vijf naar negen zakt. In 1988 haalden Oost- en West-Duitsland samen 142 medailles (waarvan 102 voor de DDR). Vandaag wint het eengemaakte Duitsland minder medailles dan West-Duitsland alleen in 1988 en toen waren er 30 procent minder medailles te verdienen.

Ook Frankrijk deed het in de totaalstand niet goed (min negen) maar manifesteerde zich wel met acht medailles in teamsporten, waarvan drie keer goud. Zo behoudt het de tien gouden medailles van Rio.

3. Speelden corona en de tijdzone een rol?

Of er sprake is van een corona-effect is erg onduidelijk. Italië, dat in 2020 het ergst is getroffen door de epidemie, gaat er twaalf medailles en twee gouden plakken op vooruit. Misschien ga je van corona wel harder lopen, want de Italianen wonnen zowel de 100 meter individueel als de estafette. Ook coronaland Nederland, waar de topsport langer dicht bleef dan bij ons, deed het goed, net als China en Japan die op slot gingen.

Wellicht heeft corona geen effect gehad, tenzij dan op kleine en arme landen waar atleten zich minder goed konden voorbereiden. De grote landen wonnen samen meer medailles, maar tegelijk hebben meer landen dan ooit een medaille gewonnen: 94 tegenover 86 in Rio. Ook gouden landen zijn er ineens meer: van 57 naar 65. Bermuda, de Filipijnen en Qatar wonnen hun eerste gouden medaille. Burkina Faso, Turkmenistan en San Marino wonnen hun eerste medaille ooit.

Een indirect effect van corona zou het verminderd aantal dopingcontroles kunnen zijn. Zowel naar Rusland als naar China werd al uit Amerikaanse hoek met een beschuldigende vinger gewezen, maar na analyse blijkt toch dat de Amerikanen het zelf hebben laten liggen. Een aantal prestaties zal achteraf fout blijken en medailles zullen wisselen van eigenaar en land, dat is elke Spelen zo. Maar opmerkelijk en een primeur: geen enkele medaille werd op de Spelen zelf afgenomen door een positieve test.

Als China, Japan en Australië het samen opvallend goed doen, kan dat te maken hebben met de geopolitieke belangen in de regio, maar meer nog met de biologische klok. Het is bewezen dat atleten die grote tijdverschillen moeten overwinnen ook na een aanpassing nog met prestatieverlies te kampen hebben. Omgekeerd is dat uurtje verschil tussen Peking of Sydney en Tokio best te overbruggen.

Triatlete Flora Duffy schenk Bermuda de eerste gouden medaille ooit op de Spelen.Beeld Photo News

4. Werden de toeschouwers hard gemist?

Tokio heeft prachtige maar onzichtbare Spelen georganiseerd. Dat buitenlandse bezoekers werden geweerd en delegaties werden beperkt, leek logisch. Dat de Japanse bezoeker van de Olympische Spelen ineens zijn tickets terugbetaald kreeg en moest thuisblijven, was een vergissing van formaat. Er was geen objectieve reden voor lege olympische stadions terwijl voetbal, honkbal en sumo in Japan wel publiek mochten binnenlaten.

De Spelen in Tokio, de tweede na die van 1964, hadden net als toen een mijlpaal kunnen zijn in de organisatorische geschiedenis van de Olympische Spelen. Nu zullen ze worden herinnerd van atleten die net hun uiterste best hadden gedaan en gewonnen of verloren, en die voor digitale schermen met het thuisfront enkele woorden konden wisselen.

De anticovidmaatregelen waren rigide, maar uiteindelijk leefbaar en ze hebben gewerkt, met amper honderd besmettingen in de hele olympische bubbel en waarvan de helft dan nog van Japanse vrijwilligers. De vijandigheid onder de Japanse bevolking tegenover olympiërs bleek een uitvinding van vooringenomen lokale correspondenten.

Uiteindelijk zal de geschiedenis uitwijzen dat Tokio zijn eigen Spelen heeft vermoord, enkel en alleen omdat later dit jaar verkiezingen plaatsvinden. Het hele avontuur heeft de Japanse belastingbetaler klauwen vol geld gekost. De totale investering wordt op meer dan 15 miljard euro geschat.

5. Was het jaar uitstel van de Spelen een wijze beslissing?

Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en zijn voorzitter Thomas Bach kregen sinds maart 2020 tot en met vandaag bakken kritiek te slikken, maar wie met wat afstand analyseert, moet concluderen dat het IOC er wijs aan deed toen het vorig jaar de Spelen uitstelde. Het had evengoed zijn 25 miljoen euro kostende verzekering kunnen aanspreken, de Spelen schrappen en zonder te organiseren de miljarden oprapen.

Dat deed het niet, maar na dat uitstel viel de verzekering voor de editie van 2021 wel weg. (Alleen Peking 2022 is nog gedekt en daarna is het verzekeren van Spelen niet meer mogelijk.) De Japanse regering was het eens met dat uitstel, maar na een premierwissel wilde die alsnog de staart intrekken, waarop het IOC op de rem ging staan. Japan, het IOC en de wereldwijde sport zaten in een do-or-diescenario.

De Parijse burgemeester Anne Hidalgo neemt de olympische vlag over, onder applaus van IOC-voorzitter Thomas Bach.Beeld AFP

Dat ‘doen of sterven’ en vooral het sterven slaat op de wereldwijde sport en de internationale federaties die afhangen van het geld van de olympische beweging. Zonder het geld van Tokio 2021 had de helft van de olympische bonden geflirt met het faillissement. De Amerikanen, die zoveel kritiek hadden op de niet-afgelasting, zouden ook beter twee keer nadenken: zij krijgen voor deze olympische cyclus 750 miljoen dollar uit de olympische kassa, meer dan alle andere landen samen en meer dan alle sportbonden samen.

Ook de atleten zullen vroeg of laat beseffen dat het IOC er wijs aan heeft gedaan om die Spelen toch te laten doorgaan en dat zij de voornaamste begunstigden zijn van die koppigheid.

6. Parijs 2024, wat nu?

Voor België zouden Spelen in de achtertuin een aanleiding kunnen zijn om te investeren in een nog betere omkadering van topsport. Het verschil met de cultuursector is nog steeds bijzonder groot als men weet dat één eerbiedwaardige cultuurinstelling in Brussel evenveel of meer overheidssteun krijgt dan de niet minder eerbiedwaardige en veel beter presterende Belgische topsport samen.

In Parijs komt breaking (breakdance) op het programma, naast klimmen, skateboarden en surfen. Karate, honkbal en softbal verdwijnen weer, maar die laatste twee sporten komen vast terug in Los Angeles 2028.

Wat in de hectiek van het laatste weekend van deze Spelen wel is verloren gegaan, is een ultieme beslissing door de sessie van het IOC die bepaalt dat voortaan de executive board van het IOC de bevoegdheid heeft om sporten tijdelijk van het programma te halen als ze vindt dat die slecht worden beheerd. Dat is een eerste stap naar het snel kaltstellen van boksen en gewichtheffen.