Direct naar artikelinhoud
AchtergrondLuca

Een personage met één arm: so what? Pixar-film ‘Luca’ toont hoe inclusiviteit echt moet

In 'Luca' is personage Massimo geboren zonder arm. En daar worden geen vraagtekens bij geplaatst: 'Dit is gewoon hoe ik in de wereld kwam.'Beeld rv

In Pixars nieuwste film, Luca, gaat een personage met één arm door het leven. Zo is hij geboren en daarmee is de kous af. Is dat hoe diversiteit in de filmindustrie zou moeten werken? ‘Zelden zien we personen met een beperking als sterke, autonome personages.’

In het Italiaanse havenstadje Portorosso, het idyllische decor van Luca, leeft Massimo. Hij is beestig groot, draagt een collectie messen rond zijn middel en zijn T-shirt is bij zijn stompje dichtgemaakt met een vishaak. Wanneer de nieuwsgierige kinderogen van hoofdpersonages Luca en Alberto op het stompje vallen, reageert Massimo met een lach: “Dit is gewoon hoe ik in de wereld kwam.” Daarna snijdt hij in een vloeiende beweging met behulp van zijn tanden een stuk hout uit een visnet. De eenarmige zeebonk is geen watje.

Als Mira Bryssinck en Kwinten Van Heden, beiden acteurs en theatermakers, over het personage horen, zijn ze aangenaam verrast. Zo’n verfrissende kijk zijn ze niet gewend. Massimo is in de eerste plaats single vader, visser en geliefd dorpsfiguur, dan pas komt zijn beperking. Dat waarderen Bryssinck en Van Heden misschien wel extra hard, want beide acteurs hebben zelf een fysieke beperking. Ze leggen de vinger op de wonde: “Zelden zien we personen met een beperking als sterke, autonome personages, die ook andere drijfveren hebben dan hun beperking.”

Hoofdpersonages Luca en Alberto in ‘Luca’.Beeld AP

Wanneer mediamakers niet verder kijken dan de beperking lang is, komen ze algauw bij de gekende stereotypes uit. Jori De Coster, antropologe en medevoorzitter van het Disability Filmfestival in Leuven, ziet er genoeg voorbijkomen: “In wat oudere films zijn personages met een beperking vaak de slechterik. Ze worden als een soort monster voorgesteld.” Dat narratief is nog geen verleden tijd. De gemeenschap van mensen met afwijkende ledematen reageerde recentelijk nog bedroefd op de verfilming van Roald Dahls jeugdboek The Witches (2020). De misvormde handen van de diabolische Grote Hoge Heks leerden het jonge publiek bang te zijn voor afwijkingen, vonden ze.

Een andere categorie films toont mensen met een beperking als meelijwekkende slachtoffers. Hunk Sam Claflin speelt in Me Before You (2016) bijvoorbeeld een depressieve, aan zijn rolstoel gekluisterde rijkeluiszoon. Zijn personage kiest voor euthanasie en verkondigt daarmee volgens critici de problematische boodschap dat een leven met een beperking het leven niet waard is. De tegenovergestelde boodschap bestaat ook, zegt Jori De Coster: “Er zijn films waar personen met een beperking net de ‘supercrip’ spelen, iemand die ondanks zijn beperking alles overwint.”

Een personage met één arm: so what? Pixar-film ‘Luca’ toont hoe inclusiviteit echt moet
Beeld Pixar

De supercrip- en slachtofferrol liggen dichter bij elkaar dan je zou denken, verduidelijkt Susan Vertoont (UGent), die een doctoraat maakt over de Vlaamse mediarepresentaties van mensen met een beperking: “In tv-programma’s zoals Down The Road zit bijvoorbeeld zowel het element ‘kijk wat ze buitengewoon goed kunnen’ als ‘kijk wat ze niet kunnen’. De focus blijft op het ‘anders zijn’.” Publiekslieveling Forrest Gump (1994), over een aimabele man met een mentale beperking, verbeeldt voortreffelijk een vierde stereotype: de kinderlijke onschuld. Hoe kunnen filmmakers uit die vastgeroeste sjablonen breken?

Goede intenties

Voor Mira Bryssinck is het antwoord duidelijk: “We moeten personages maken die meer zijn dan enkel een diagnose.” Kwinten Van Heden is het daar klinkend mee eens. “Als we personen met een beperking in beeld brengen, moet het daar precies altijd thematisch over gaan. Het zou net interessant zijn mocht in een fictiereeks een advocaat opduiken in een rolstoel, zonder meer. Als een acteur met donkere huidskleur de rol speelt, krijgt hij toch ook geen dialoog waarin hij uitlegt dat hij uit pakweg Congo komt.” Om tot zulke verhalen te komen, moeten makers voorbij hun eigen vooringenomenheid over beperkingen durven te kijken. “Dat kan alleen als je personen met een beperking de lijnen mee laat uittekenen,” benadrukken Susan Vertoont en Jori De Coster.

Om tot Massimo’s “Dit is gewoon hoe ik in de wereld kwam”-uitspraak te komen, ging het Luca-team bijvoorbeeld te rade bij Jim LeBrecht, de coregisseur van de Oscar-genomineerde documentaire Crip Camp (2020). Als activist en ervaringsdeskundige – hij is geboren met spina bifida en gaat met een rolstoel door het leven – weet hij hoe hij mensen met een beperking gerepresenteerd wil zien. “Laat ons voorbij de tragische verhalen en de oude clichés kijken, waar iemand met een beperking alleen in een verhaal voorkomt als het draait om hun beperking,” vertelt LeBrecht in The New York Times. “Laten we doen wat we in de loop der jaren met andere gemarginaliseerde gemeenschappen hebben gedaan en eenvoudigweg zeggen: ‘Kijk, wij maken deel uit van het weefsel van de samenleving.’”

Gehoor geven aan LeBrechts pleidooi, zou ook een ander gevoelig geschil kunnen ontzenuwen. Elke keer wanneer acteurs zonder beperking zoals Sam Claflin een personages met een beperking vertolken, rijst de vraag of dat wel te verantwoorden is. “Als men zelfs voor die rollen kiest voor valide mensen, dan wordt het voor mensen als ik wel heel moeilijk”, weet Kwinten Van Heden. In een inclusievere filmindustrie waarin elk personage zomaar een beperking zou kunnen hebben, verdwijnt ook de rollenschaarste voor acteurs met een beperking. “Makers denken er nu niet aan om de rol van bijvoorbeeld ‘de leerkracht’ aan iemand met een beperking te geven. Een leerkracht heeft toch geen beperking, denken ze. Terwijl ik zelf niet alleen theater maak en speel, maar ook lesgeef.”

Luca is te bekijken via Disney+.