Direct naar artikelinhoud
NieuwsEconomie

ECB-bestuurder waarschuwt: inflatie in de eurozone kan sneller oplopen dan verwacht

Jens Weidmann van de Europese Centrale Bank.Beeld Reuters

De inflatie in de eurozone kan sneller oplopen dan verwacht. Daarvoor waarschuwt Jens Weidmann, bestuurder van de Europese Centrale Bank (ECB) en tevens voorzitter van de Duitse centrale bank, in de Duitse krant Welt am Sonntag.

Weidmann vindt dat de ECB niet langer steun moet verlenen voor het aangaan van schulden. Volgens hem is de centrale bank er niet om de solvabiliteit van staten veilig te stellen. Hij dringt erop aan ook het risico van een te hoog inflatiecijfer goed in de gaten te houden en niet alleen te kijken naar het risico van een te laag inflatiecijfer. “Hogere inflatiecijfers kunnen niet worden uitgesloten”, liet hij optekenen.

Er is de laatste tijd veel te doen om de inflatie. Die loopt op, onder meer door de gestegen kosten voor grondstoffen als gevolg van de sterk groeiende economie na het dieptepunt van de coronacrisis. Ook stijgen de kosten voor energie sterk. Daardoor zijn consumenten meer geld kwijt aan producten en diensten. De vraag voor de centrale banken is nu of deze inflatie tijdelijk is, of dat ze moeten ingrijpen door steunmaatregelen af te bouwen en de rente te verhogen.

De ECB verwacht dat de inflatie dit jaar gemiddeld 1,9 procent zal bedragen, voornamelijk als gevolg van tijdelijke factoren, en daarna zal dalen tot 1,5 procent volgend jaar en 1,4 procent in 2023. Hoewel de onderliggende prijsdruk zou moeten toenemen naarmate de economie zich herstelt, voorzien de huidige vooruitzichten een inflatie die ruim onder het streefcijfer van 2 procent van de ECB ligt.

Inflatie neemt snel toe

De inflatie in alle eurolanden bij elkaar, gemeten volgens een Europese geharmoniseerde methode, neemt de laatste tijd echter hard toe. In juni lag deze nog op 1,9 procent, in juli was dat 2,2 procent. De ECB gaat er vooralsnog van uit dat deze flinke geldontwaarding een tijdelijk fenomeen is. Maar als dat niet zo zou zijn, dan zou er in theorie ingegrepen kunnen worden door steunmaatregelen af te bouwen en de rente te verhogen.

Weidmann zegt dat het noodprogramma van de ECB voor de aankoop van obligaties, bekend als PEPP, moet stoppen als de coronacrisis voorbij is. “De eerste P staat voor ‘pandemie’, niet voor ‘permanent’. Het is een kwestie van geloofwaardigheid”, zei Weidmann. Het programma loopt nog tot maart.

De werkloosheid loopt intussen steeds verder terug. Volgens Eurostat zat in juni 7,7 procent van de beroepsbevolking in de eurolanden werkloos thuis, oftewel zo’n 12,5 miljoen mensen. Een maand eerder ging het nog om 8 procent. Onder meer de jeugdwerkloosheid daalde, vermoedelijk door de heropening van winkels en horeca. Dat zijn sectoren waar vaker jongeren werken. Hiermee is de werkloosheid nog niet terug op het niveau van voor de crisis. Voordat de pandemie in februari vorig jaar toesloeg, lag die op 7,4 procent.