Ethiopische premier Abiy Ahmed roept op tot algemene mobilisatie in strijd tegen opstandige regio Tigray

Het conflict in de opstandige regio Tigray is sinds november vorig jaar aan de gang. Het Ethiopische regeringsleger startte met een offensief tegen het TPLF, het Tigrese Volksbevrijdingsfront. De Tigreeërs hadden jarenlang de politiek in Ethiopië gedomineerd, maar daar kwam een eind aan toen Abiy Ahmed, van de Oromobevolkingsgroep, premier werd. Abiy kreeg in 2019 de Nobelprijs voor de vrede voor zijn verzoening met het noordelijke buurland en aartsvijand Eritrea.  

Eind november begon een eindoffensief tegen de provinciehoofdplaats Mekelle, de uitvalsbasis van het TPLF. Maar de gevechten bleven voortduren en de humanitaire sitiuatie werd steeds erger. Er was ook sprake van oorlogsmisdaden door alle partijen van het conflict, ook door Eritrese soldaten die door Ethiopië waren  ingezet. 

Sinds juni dit jaar is de situatie drastisch omgeslagen. Na de herovering van Mekelle door de opstandelingen, kondigde premier Abiy een eenzijdig staakt-het-vuren af, om humanitaire hulp toe te laten. Maar het Volksbevrijdingsfront voor Tigray ging daar niet op in en veroverde niet alleen een groot deel van de provincie, maar trok ook de grenzen van de naburige provincies binnen: Afar in het oosten en Amhara in het zuiden. De milities uit Amhara zijn er niet in geslaagd om samen met het Ethiopische leger de opmars te stoppen.

Het Volksfront veroverde zelfs de oude koningsstad Lalibela, in de provincie Amhara. Intussen bleven hulporganisaties aanklagen dat ze niet tot bij de hulpbehoevende bevolking geraken. De Verenigde Naties spreken van 4 miljoen mensen die bedreigd worden door ernstige hongersnood. 

Met zijn oproep tot een algemene mobilisatie neemt premier Abiy Ahmed de vlucht vooruit. De nobelprijswinnaar vindt "het moment aangebroken voor geschikte en meerderjarige Ethiopiërs om zich weer te voegen bij de defensiestrijdkrachten, de speciale troepen en de milities, en hun patriottisme te tonen."