Direct naar artikelinhoud
ReportageIkea

Tweedehands meubelen in Ikea: heeft het kans op slagen?

Meubels in de koopjeshoek van Ikea. De hoop is dat er in de toekomst ook tweedehandsmeubels in elke Ikea komen.Beeld Hollandse Hoogte / ANP

Ikea gaat tweedehands Ikea-meubelen verkopen. Een proefwinkel in Zweden moet de weg naar de toekomst wijzen. Wordt het ook wat?

Het is niet direct de Ikea-belevenis die je verwacht, de bekende doolhof met om elke hoek perfect gestileerde ruimtes. Dit meubelwarenhuis in Eskilstuna in Zweden, is wat je noemt overzichtelijk. In één oogopslag heb je het hele aanbod gezien. Het is dan ook niet het zoveelste filiaal: het is de eerste tweedehands Ikea. In november opende de winkel zijn deuren.

Een proeftuin voor de toekomst, zegt Ikea’s circulair bedrijfsontwerper Daniel Haltia. Hier is geen sprake van de gesmeerde procedés die we van de meubelgigant gewend zijn. Nee: hier verloopt de bedrijfsvoering nog behoorlijk provisorisch.

Het atypische Ikea-filiaal heeft een oppervlakte van 72 vierkante meter. Net genoeg ruimte voor een set barkrukken, een Knarrevik-nachtkastje en een allegaartje aan stoelen en bureautjes. Zodra ze iets verkopen, vertelt Haltia, gaan de medewerkers in het magazijn beneden op zoek naar een passend hergebruikmeubel om de leemte te vullen. “De inrichting verandert zo’n drie tot vijf keer per dag”, vertelt hij. “De dynamiek is heel anders dan in een gewone Ikea. We hebben hier nu een roze Expedit. Als we die verkopen, komt er iets heel anders voor in de plaats.”

Hij wijst op een wand met foto’s: de ‘fysieke Instagram’, met meubels die al wel te koop worden aangeboden, maar waarvoor in de toonzaal geen ruimte is. Hier proberen ze antwoorden te vinden op onder meer de volgende vragen: hoe kunnen we een aanvoerketen op poten zetten voor gebruikt meubilair? Hoe overtuigen we mensen de moeite te nemen om hun oude spullen bij ons af te leveren? Welke handelingen zijn nodig om die producten op een verantwoorde manier een tweede leven te kunnen geven? En hoe kunnen we deze processen wereldwijd integreren in het bedrijfsmodel?

Als grote speler heeft Ikea een grote verantwoordelijkheid, vindt hij. “De Zweden zijn trots op hoe goed ze afval scheiden, maar op een gegeven moment is dat niet meer voldoende. Nu wordt afval nog in veel gevallen verbrand, terwijl we moeten toewerken naar hergebruik.”

In een recent verleden waren vooraanstaande grondbeginselen van Ikea’s productontwerp dat een product democratisch moest zijn – op het gebied van duurzaamheid, vorm, functie, kwaliteit en betaalbaarheid – en dat het in een platte verpakking moest passen.

“Het doel is nooit geweest wegwerpmeubilair te maken”, zegt Haltia. “Maar dat is soms wel de consequentie van die flatpack-grondslag geweest.” Het doel, licht een persvoorlichter van Ikea toe, was altijd “goede producten voor een betaalbare prijs aanbieden” zodat ze “toegankelijk zijn voor zoveel mogelijk mensen”.

Kromgeslagen spijker

Recentelijk opgestelde circulaire ontwerpprincipes schrijven voor dat alle nieuwe producten zeker drie, vier levens moeten meegaan. Losse onderdelen moeten bovendien kunnen worden vervangen, zodat niet bij elke kromgeslagen spijker de hele eettafel bij het grofvuil belandt.

Het warenhuis ReTuna, waar de tweedehands Ikea onderdeel van is, zit vlak naast een recyclagecentrum waar je al je oude rommel kan dumpen. Medewerkers sorteren vervolgens de nog te repareren en herbruikbare artikelen. Ze weten precies welke winkeliers in het warenhuis op zoek zijn naar welke producten.

Gebruikte Ikea-waar belandt in de Ikea-opslag. In dit magazijn staan honderden gedemonteerde kledingkasten, bedden, tafels. Opgestapelde stoelen, vitrinekasten vol servies, bakken met ondefinieerbare planken. Dagelijks komen tussen de twintig en dertig nieuwe oude meubels binnen.

“We werken met donaties en spullen die we uit onze eigen productiestroom hebben gered”, vertelt Haltia, refererend aan bijvoorbeeld beschadigd meubilair uit reguliere Ikea-winkels. “Het zijn veelal spullen die anders op de afvalberg waren geëindigd. De Zweden die naar hier komen, rijden soms een uur om hun oude ladenkast niet weg te hoeven gooien.” Sommige meubels die hier belanden, zijn al een halve eeuw oud. Haltia toont een grenenhouten dressoir uit de jaren zestig. Enthousiast: “Dit is antiek!”

Wekelijks worden een paar honderd meubels schoongemaakt, gerepareerd en soms geschilderd. “Wij zien erop toe dat de spullen opnieuw kunnen gebruikt”, zegt Johan Holm, die een zwarte kledingkast aan het boenen is. “Er wordt zoveel weggegooid. En dat terwijl vaak maar kleine aanpassingen nodig zijn.”

Toch is hergebruik niet altijd zo eenvoudig als het klinkt. De hygiëne van een tweedehands fauteuil met een stoffen bekleding is bijvoorbeeld al moeilijker te garanderen dan die van een houten stoel. Servies verkoopt het filiaal (nog) niet door, evenmin als spullen uit het kinderassortiment. “Die lijn is gewoonlijk razend populair, maar kinderkamermeubilair moet ook aan de hoogste veiligheidsstandaarden voldoen”, zegt Haltia. “En dat kunnen we nog niet waarborgen.”

De tweedekansmeubels worden voor 50 tot 60 procent van de nieuwprijs verkocht. Het is nog niet bepaald winstgevend. Dat is een uitdaging, erkent Haltia. “Maar dit is de enige weg vooruit”, vindt hij ook. “Dus we moeten die sprong in het diepe wagen en uitvogelen wat ervoor nodig is om dit overal onderdeel te maken van de bedrijfsvoering.”