Minister Beke (CD&V): "Leegstaande assistentiewoningen aanbieden aan slachtoffers van overstromingen"

Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) heeft de groepen van assistentiewoningen in Zuid-Limburg en het zuiden van Vlaams-Brabant, die het beheer en verhuur ervan in goede banen leiden, opgeroepen om allerlei informatie te geven aan het Agentschap Zorg en Gezondheid, over vrijstaande assistentiewoningen.

Beke vraagt een overzicht van het aantal leegstaande woningen, een beschrijving van de oppervlakte en de aanwezige inboedel. Hij wil ook een duidelijke vermelding van de huurprijs per dag en de eventuele bijkomende kosten. Daarna is het de bedoeling dat de verzekeringen van de slachtoffer tussenkomen. En de slachtoffers mogen kiezen van de verzekeraars op welke plek ze gaan wonen, bevestigt koepelfederatie Assuralia.

"Die woningen kunnen dan dienen voor tijdelijke noodopvang van mensen wiens huis door de wateroverlast onbewoonbaar is. Vlaanderen zal zelf niet instaan voor het koppelen van vraag en aanbod, maar we willen de Waalse collega’s ondersteunen met ons aanbod. Ik vind het belangrijk dat we dit kunnen doen. Die mensen zijn alles kwijt en alle beetjes helpen", zegt Beke.

"De uitbaters van de assistentiewoningen moeten nu zelf bekijken in hoeverre ze een aantal assistentiewoningen kunnen vrijhouden voor getroffen gezinnen. Met die gezinnen wordt dan een verblijfsovereenkomst gesloten over een bepaalde periode, mogelijk ook over onbepaalde duur. We gaan de mensen nooit op straat zetten."

En moet elke vrije assistentiewoning nu vrijgesteld worden? "Neen, een uitbater die bijvoorbeeld 10 woningen vrij heeft staan, kan aangeven dat er vijf assistentiewoningen beschikbaar zijn voor getroffen families. De andere vijf blijven dan in reserve voor ouderen die wensen te verhuizen de komende maanden. Vanuit de Vlaamse overheid gaan wij hier niet strikt op toezien, dit is iets dat lokaal wordt bepaald", voegt Beke eraan toe.