Direct naar artikelinhoud
AchtergrondPrijsstijgingen

Wat betekenen stijgende grondstofprijzen voor u? ‘Op het einde van de rit wordt een pintje altijd wat duurder’

Hop en gerst werden 30 tot 50 procent duurder, waardoor binnenkort wellicht ook de bierprijs stijgt.Beeld EPA

Belgische voedingsbedrijven zien de prijzen die ze moeten betalen voor hun grondstoffen exploderen. Nederlanders moeten al meer betalen voor een biertje van Heineken. Wat betekenen de stijgende grondstofprijzen voor u? Wordt het winkelmandje straks duurder?

De afgelopen maanden deden niet alleen de coronagrafieken duizelen. Voedingsbedrijven in ons land zagen de prijzen van hun grondstoffen fors stijgen. Overal worden landbouwproducten flink duurder. Een van die uitschieters is zalm, die in mei 30 procent duurder was dan in het begin van het jaar volgens internationale datasite IndexMundi. Maïs kostte 30 procent meer dan in januari en bijna 90 procent meer dan vorige zomer.

De Belgische voedingsbedrijven lijken niet zo happig om een boekje open te doen over de grondstofprijzen. Maar sectorfederatie Fevia, die hen vertegenwoordigt, trok onlangs wel aan de alarmbel, omdat bijna alle bedrijven die bij de federatie zijn aangesloten hun kosten zien oplopen.

“Uit een bevraging die we bij onze bedrijven deden, blijkt dat 95 procent er last van heeft”, zegt woordvoerder Nicholas Courant. “Het signaal dat we van onze leden kregen, is dat het problematisch wordt. Er zit altijd volatiliteit op voedingsgrondstoffen, maar nu is echt extreem. Dat komt enerzijds door corona, anderzijds door mislukte oogsten. Het hele systeem is verstoord.”

In Nederland zorgde dit al voor hogere bierprijzen bij Heineken. Topman Dolf van den Brink was daar in Nederlandse kranten erg openhartig over. De prijs van een biertje zal stijgen omdat de kosten voor het brouwen omhoog zijn gegaan, zo lichtte hij toe. Dat heeft niet enkel met de ingrediënten te maken. Alles, van de hop voor het bier tot het aluminium voor de blikjes, kost nu meer.

Tot de helft duurder

“De prijzen voor aluminium, plastic, karton en landbouwgrondstoffen als hop en gerst zijn soms wel 30 tot 50 procent gestegen”, zei Van den Brink. “In Europa stegen onze prijzen het afgelopen halfjaar met 0,8 procent. Het is duidelijk dat dat onvoldoende is als je kosten met dubbele cijfers omhoog gaan.”

Heineken is niet het enige megabedrijf dat met exploderende grondstofprijzen kampt. Ook Unilever, dat tal van zaken maakt die je in een supermarkt terugvindt, wordt ermee geconfronteerd. Unilever ziet de prijzen voor palm- en soja-olie stijgen, en dus kost het ook meer om shampoo of sausen te maken. Ook speelgoedfabrikant Mattel betaalt meer voor plastic, en dus zullen Barbies binnenkort wat meer kosten.

Bij de bekendmaking van hun halfjaarrapporten bleek dat de grondstofprijzen ook aan de winstmarges van Belgische bedrijven knagen. Biergigant AB InBev bijvoorbeeld verkocht tussen april en juni een kwart meer bier dan vorig jaar. Toch viel de winst lager uit dan voorspeld, omdat het bedrijf meer voor grondstoffen moest betalen.

Over een prijsverhoging spreekt het bedrijf niet. Een woordvoerder zegt dat InBev de impact van de grondstofprijzen kan compenseren. Maar KBC-econoom Tom Simonts denkt dat we in België op termijn ook meer voor ons bier zullen moeten betalen. “Als er één bierproducent zijn prijs verhoogt, dan zal de rest volgen”, zegt hij. “Zo zit die markt nu eenmaal in elkaar. Consumenten zullen van hun kant niet stoppen met bier drinken.”

Productie teruggeschroefd 

Het is niet enkel de prijs van de ingrediënten die de voedingsbedrijven op kosten jaagt. Zoals de Heineken-topman al aangaf in zijn interview: je hebt hop, gerst en water nodig om bier te brouwen. Maar dan moet je het nog verpakken en naar de cafés of supermarkten brengen.

En zo’n ritje met de vrachtwagen is duurder geworden. We merken allemaal aan de pomp dat het goedkoper tanken van vorig jaar voorbij is. De prijs voor een vat Brentolie zit met ongeveer zeventig dollar weer op het hoogste peil sinds de eerste maanden van 2019.

De Heineken-topman had het daarnaast over het aluminium voor de blikjes en dopjes, maar andere metalen zijn ook aan een klim bezig: koper en staal zijn flink duurder geworden sinds het begin van dit jaar. Kortom: wat een bedrijf nu moet aankopen om een product te maken en vervolgens te vervoeren, kost meer. En dat komt omdat de wereldeconomie door de pandemie behoorlijk in de war is gestuurd.

Toen de crisis begon, schroefden veel ijzer- en staalproducenten de productie terug. Ze wisten niet goed hoeveel vraag er tijdens de crisis zou zijn. Maar nu de economie een vliegende start neemt, is er veel vraag naar hun materialen. Zoveel vraag zelfs, dat de producenten het niet meer kunnen bijhouden.

De prijs voor een vat Brentolie uit de Noordzee zit met ongeveer zeventig dollar weer op het hoogste peil sinds de eerste maanden van 2019.Beeld AFP

Het gevolg is dat de prijzen stijgen en wachttijden toenemen. Wie nu een nieuwe racefiets wil, weet dat hij even geduld moet oefenen. En ook voor andere materialen stijgt de prijs. Hout om te doe-het-zelven, bijvoorbeeld. Of de prijs van papierpulp, voor tijdschriften tot toiletpapier, is sinds oktober de hoogte in geschoten.

Bovendien drijven speculanten de prijs ook nog eens op. Dat zien we bijvoorbeeld in de handel van ijzererts. Traders kopen scheepsladingen aan bij producenten en verkopen die dan weer door aan fabrieken. “Maar als zij zien dat de prijzen aan het stijgen zijn, kopen ze niet één scheepslading, maar direct drie”, zegt Simonts. “Die proberen ze dan telkens tegen een hogere prijs door te verkopen.”

Om in de scheepvaart te blijven: aangezien iedereen in snel tempo producten bestelt, zijn er zeecontainers te kort. Rederijen rekenen dan ook flink door als er iemand zo’n container nodig heeft om goederen te vervoeren. De Suez-blokkade door het containerschip Ever Given heeft de zaak zeker niet geholpen.

Kostte het in april 7.300 dollar om een container van veertig voet van Sjanghai naar Antwerpen te laten komen, dan ging dat eind juni naar bijna 13.000 dollar volgens de Shanghai Containerized Freight Index. Die index was volgens analisten toen zelfs een onderschatting van wat er in werkelijkheid werd betaald.

Stijging in supermarkt beperkt

Die containerprijzen raken de Belgische voedingsbedrijven midscheeps. De sector moet het voor een groot stuk hebben van export. De marges die pakweg een fruitbedrijf op een lading peren kan verdienen, liggen sowieso al laag. Als dat perenbedrijf zoveel geld moet betalen voor de container, is het niet meer zo interessant om te exporteren.

De andere grote klant van de voedingsbedrijven is de horeca. Maar die zit door corona zelf in moeilijke papieren. “Het laatste wat voedingsbedrijven dan willen doen, is voor de horeca de prijzen optrekken”, zegt Courant. “Maar er komt een punt waarop ze niet anders kunnen.”

Dan zijn er ook nog de supermarkten. In theorie zouden hogere prijzen voor landbouwproducten een effect moeten hebben op wat u in de supermarkt betaalt. Maar in de praktijk blijkt dat effect nog beperkt. Voedingsbedrijven en supermarkten werken namelijk met jaarcontracten waarin ze de prijs voor een heel jaar afspreken.

“Contracten met voedingsproducenten worden inderdaad op de lange termijn afgesloten”, zegt Silja Decock, woordvoerster van Colruyt. “Daardoor vertaalt een stijging van de grondstofprijs zich niet meteen in een hogere kostprijs voor de consument. Grondstoffen zijn ook maar één onderdeel in de kostprijs van een product. Tal van andere factoren spelen eveneens een rol.”

Kostte het in april 7.300 dollar om een container van veertig voet van Sjanghai naar Antwerpen te laten komen, dan ging dat eind juni naar bijna 13.000 dollar.Beeld ANP

Die andere factoren zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel. De voedingsbedrijven moesten tijdens corona investeren in veiligheidsmaatregelen voor hun werknemers. Net nu de economie weer op gang komt, krijgen ze dus behoorlijk wat roet in het eten gestrooid.

De voedingsbedrijven hebben volgens Fevia het gevoel dat ze tussen hamer en aambeeld zitten. Zij zien hun kosten langs alle kanten stijgen, maar kunnen die niet doorrekenen aan hun afnemers. “Onze sector bestaat voor 95 procent uit kmo’s”, zegt Courant. “Zij geven aan dat het water hen aan de lippen staat. Ik heb al met veel CEO’s gebeld en schrijnende zaken gehoord. Velen zeggen: ‘Het is erover. We hebben de crisis overleefd en nu dit nog eens.’ Daarom doen we als de sectorfederatie een oproep aan de retail om flexibel te zijn en niet halsstarrig aan die jaarcontracten vast te houden. Want dit zijn geen normale omstandigheden.”

Lichtpunt

Op de vraag of consumenten uiteindelijk meer zullen betalen voor voeding, lijkt het antwoord onvermijdelijk ‘ja’, al is dat nog niet meteen het geval. Het lijkt er ook op dat de soep niet zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend.

De piekmomenten in de prijzen situeerden zich vooral rond de maand mei, toen lockdowns wereldwijd werden teruggeschroefd. Ondertussen zijn de grondstofprijzen stilaan aan het stabiliseren. “De angel is er een beetje uit”, zegt Simonts. “We zien ze in het derde kwartaal zeker niet doorstijgen.”

Ook het effect op de inflatie lijkt bijgevolg mee te vallen. Economen berekenen die op basis van productprijzen in de winkel. Als je dit jaar meer moet betalen dan vorig jaar voor evenveel producten is er dus inflatie, want dan is de waarde van het geld afgenomen.

“De winkelmand is effectief duurder geworden”, zegt Simonts. “En dat komt door alles wat we net opnoemden. In België zaten we in juli op 2,3 procent inflatie. In Amerika bedroeg die in juni zelfs meer dan 5 procent. Maar veel oorzaken van die stijging zijn eenmalig.”

In België werd de inflatie begin dit jaar vooral aangestuurd door opnieuw stijgende energieprijzen, zo maakte het Prijzenobservatorium bekend. Niet-bewerkte levensmiddelen waren in het eerste kwartaal van dit jaar zelfs goedkoper dan in het laatste kwartaal van 2020.

De verwachting is nu dat de grondstofprijzen weer afvlakken als de wereldeconomie de coronapandemie heeft uitgezweet, en producenten weer in hun normale ritme komen. Bekeken over heel het jaar 2021 verwacht KBC dat er in België 2 procent inflatie zal zijn. Volgend jaar loopt dat terug naar 1,7 procent.

“De hele keten heeft wat tijd nodig om zich te herstellen”, zegt Simonts. “Maar natuurlijk moet de consument daar wel voor opdraaien. Op het einde van de rit wordt zijn pintje bier altijd maar een tikje duurder.”