Amerika is diverser en minder blank dan ooit tevoren en dat kan gevolgen hebben voor de politiek

Elke tien jaar houdt de overheid in de  VS een grote volkstelling en dat al sinds 1790. Er wordt dan niet enkel gekeken naar hoeveel mensen er waar wonen, maar ook wat de achtergrond is van die mensen. De telling heeft vorig jaar vertraging opgelopen door de corona-epidemie, maar de resultaten zijn nu toch gepubliceerd.

De cijfers zijn toch wel opvallend: op tien jaar tijd is het aantal blanken in de VS in relatieve cijfers met 6 procent gedaald tot nog altijd een forse meerderheid van 57,8 procent. Het is wel de eerste keer dat het aantal inwoners van Europese afkomst onder de 60 procent komt. Het relatief lage aantal geboortes bij die bevolkingsgroep speelt een rol, maar ook gemengde huwelijken. Drie keer zo veel mensen als tien jaar geleden geven aan dat ze tot twee of meerdere rassen behoren. 

Er zijn nu zes staten en een territorium waar blanken niet langer de grootste bevolkingsgroep zijn: Californië, New Mexico, Nevada, Texas, Maryland, Hawaï en Puerto Rico.

Het zijn vooral Hispanics of Latino's wier aantal fors is toegenomen de voorbije tien jaar. Dat zijn vaak Spaanssprekende mensen van wie de afkomst zowel in de VS zelf als in Latijns-Amerika ligt. Sommigen in Texas, New Mexico, Arizona, Nevada en Californië woonden daar al voor het gebied door de VS op Mexico werd veroverd. De meesten zijn echter immigranten uit Latijns-Amerika. Ze vormen de tweede bevolkingsgroep van de VS en hun percentage is toegenomen van 17,3 naar 19,5 procent. 

Het aantal zwarte Amerikanen in de bevolking is lichtjes gedaald, van 12 naar 11,9 procent. De grootste stijging in percenten was er voor de Aziatische Amerikanen. Hun aantal steeg bijna met een derde, al blijven ze met 6 procent nog altijd een kleine minderheid. De rest van de bevolking bestaat uit kleinere groepen, waaronder inheemse volkeren op het vasteland en de eilandengroep Hawaï.

Een opvallende toename was er ook in de groep van mensen van gemengde afkomst die aangeven te behoren tot twee of meer rassen. Het aantal daarvan is verdrievoudigd op tien jaar tijd tot 33,8 miljoen mensen. Dat is 10 procent van de Amerikaanse bevolking.

De volkstelling kan ook politiek wegen: op basis van demografische ontwikkelingen kunnen kiesdistricten voor het federale Huis van Afgevaardigden in Washington en voor de deelstaatparlementen hertekend worden.

Zo verliezen staten als New York, Californië, Illinois, Michigan en Pennsylvania elk een zetel in het Huis van Afgevaarden. Dat zijn overwegend Democratisch kiezende staten. Oregon en Colorado winnen weer een zetel, net als Montana.

Meer Republikeinsgzinde staten zoals Ohio en West Virginia verliezen ook elk een volksvertegenwoordiger. Winst is er voor Texas (dat er twee zetels in het Huis bijkrijgt), North Carolina en Florida (elk een zetel extra). In die laatste staten wordt doorgaans Republikeins gestemd, maar net de toevloed van mensen van elders die de extra zetels opleveren, kan het machtsevenwicht daar mogelijk doen kantelen. Vergeet niet dat president Joe Biden onder meer gewonnen heeft dankzij de verrassende zege in het zuidelijke bolwerk Georgia. 

Dat Amerika cultureel diverser wordt, wil overigens nog niet zeggen dat het ook toleranter wordt. Sommige waarnemers wijzen erop dat net die vermeende "achteruitgang" van blank Amerika het racisme van de voorbije jaren heeft opgestuwd.