Nog maar 1,1 procent van de zelfstandigen heeft afgelopen juli een beroep op het coronaoverbruggingsrecht gedaan. In juli 2020 bedroeg deden 12,78 procent van de zelfstandigen dat. Dat schrijft De Tijd op basis van gegevens van het hr-dienstenbedrijf Acerta.
Het coronaoverbruggingsrecht werd in het voorjaar van 2020 geïntroduceerd als financiële steun voor (onder andere) zelfstandigen die hun zaak moesten sluiten of extreem omzetverlies boekten omwille van de coronacrisis.
46,1 procent in maart 2020
“Het recht bestaat nog voor zelfstandigen die verplicht zijn te sluiten – dat komt neer op uitbaters van discotheken en nachtclubs – en voor zelfstandigen die een omzetdaling van minstens 40 procent kunnen aantonen tegenover dezelfde maand in 2019”, zegt Katrien Jonckheer, directeur starters & zelfstandigen bij Acerta aan De Tijd.
Bij het begin van de pandemie, in maart 2020, deed 46,1 procent van de zelfstandigen er een beroep op, blijkt uit cijfers van Acerta. Dat cijfer is nu sterk teruggevallen, tot 1,1 procent in juli.
Dat percentage zou wel nog iets kunnen stijgen. Zelfstandigen hebben nog enkele maanden om een aanvraag voor coronasteun in te dienen.
Nog niet voorbij
“De meeste aanvragen komen uit de horeca, de handel en de contactberoepen”, zegt Jonckheer. “Heel wat horecazaken proberen de opgelegde beperking van de capaciteit op te vangen, bijvoorbeeld met terrassen buiten of met leveringen aan huis. Maar voor de evenementensector en zijn leveranciers blijft compenseren moeilijk.”
De cijfers van Acerta tonen niet aan de impact van de coronacrisis voorbij is, vindt Jonckheer. “Het is niet omdat de omzet stijgt dat de financiële lasten plots verdwenen zijn. Heel wat zelfstandigen hebben uitstel van betaling van de sociale bijdragen gevraagd. Maar dat is uitstel en geen afstel. Velen onder hen zullen nog lang de financiële gevolgen van de crisis dragen.”
Lees ook:
- IMF keurt bedrag van 650 miljard dollar aan coronasteun goed
- Taxibedrijven slepen overheden voor rechter om coronasteun
(jvdh)
