Platteland versus grootstad: politieke kloof tussen Europese bevolking heeft een sterke geografische pijler

In Europa kan steeds meer een duidelijke politieke kloof tussen de stad en het platteland worden opgemerkt. De Europese politieke polarisatie in de 21ste eeuw lijkt dan ook sterk gelinkt aan de woonplaats van de burger. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de Cambridge University.

Ze baseren zich op gegevens die sinds het begin deze eeuw over een periode van ruim anderhalf decennium in dertig Europese landen – de lidstaten van de Europese Unie plus Noorwegen, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk – werden verzameld. Deze vaststelling geeft volgens de onderzoekers aan dat de Europese democratie met een grote uitdaging wordt geconfronteerd.

Desillusie

De Britse wetenschappers merken op dat in Europa een echte geografie van desillusie kan worden uitgetekend. “De politieke verdeeldheid op het Europese continent wordt in de hand wordt gewerkt door een ontgoocheling en een wantrouwen in de democratie”, zegt onderzoeksleider Michael Kenny, professor politieke wetenschappen aan de Cambridge University.

“Die kloof verspreidt zich bovendien van de grote stedelijke centra naar de buitenwijken, de kleinere steden en de landelijke gebieden. De bewoners van de Europese landelijke regio’s tonen het laagste vertrouwen in het huidige politieke systeem van hun land. Anderzijds zijn ze bij verkiezingen duidelijk meer geneigd om te stemmen dan stedelingen.”

“Inwoners van de buitenwijken, regionale steden en vervolgens het platteland, omschrijven zichzelf steeds vaker als politiek conservatief”, verduidelijken de onderzoekers. “Deze groep verzet zich ook in grotere mate tegen immigratie en een toenemende invloed van de Europese Unie, terwijl stedelingen in het algemeen van een meer progressieve houding blijk geven.”

“Nochtans lijken de armste plattelandsgebieden niet het meest door desillusie te zijn getroffen. Bewoners van kleine steden en het platteland melden hogere niveaus van levenstevredenheid, terwijl ze tegelijkertijd hun ongenoegen over de democratische instellingen uiten.”

De onderzoekers wijzen op een dieper wordende geografische breuk in de Europese samenlevingen, die volgens hen zou kunnen leiden tot een terugkeer naar de grimmige politieke scheidslijnen tussen de stad en het platteland van het begin van de vorige eeuw.

“Europeanen die buiten de grote stedelijke centra wonen, hebben veel minder vertrouwen in de politiek”, zegt Michael Kenny. “De groeiende ontgoocheling in meer landelijke gebieden heeft een vruchtbare bodem opgeleverd voor nationalistische en populistische partijen en bewegingen. Deze trend lijkt zich ook verder door te zetten.”

“Reguliere politici die inwoners van kleine steden en dorpen opnieuw hopen te kunnen aanspreken, moeten economische kansen bieden, maar moeten tevens actie nemen tegen de verspreiding van het gevoel van een loskoppeling van de reguliere politiek en de veranderingen die gepaard gaan met een meer geglobaliseerde economie.”

Frankrijk

Bij de opinies over de verzorgingsstaat en het vertrouwen in de politie – twee belangrijke elementen in de naoorlogse retorische strijd tussen links en rechts – werd volgens de onderzoekers daarentegen geen scheidingen tussen stad en platteland geconstateerd. “Zorgen over de wet en welzijn zijn in het nieuwe populistische tijdperk misschien niet langer de sleutel tot de politieke geografie van Europa”, suggereert Kenny. 

Vorig jaar wees een studie van de Cambridge University al op een een wereldwijde afname van de tevredenheid over democratie. Het nieuwe onderzoek suggereert dat die groeiende ontevredenheid – alvast in Europa – het meest acuut is op het platteland.

“De patronen van de huidige politieke desillusie hebben een duidelijke geografische pijler”, voert Kenny aan. “Naarmate de ontgoocheling in het Europese achterland toeneemt, dreigt de democratische politiek van binnenuit te worden uitgehold door burgers die deelnemen aan verkiezingen, maar toch het systeem wantrouwen en zich tot populistische, antisysteem-partijen aangetrokken voelen.”

Bij de onderzochte landen vertoonde Frankrijk de scherpste kloof in politieke houding tussen stad en platteland. “Grote steden zoals Parijs en Lyon worden gezien als sterk geglobaliseerde centra en herbergen een progressieve populatie, terwijl kleine steden en plattelandsgebieden vooral worden bewoond door langdurige immigranten en de inheemse arbeidersklasse”, zeggen de onderzoekers.

“De vergrijzing van de bevolking in de kleine steden en dorpen, in combinatie met jarenlange bezuinigingen, hebben de openbare diensten op het platteland onder druk gezet. Deze services staan echter vaak centraal ​​in de sociale connecties die nodig zijn om een ​​gemeenschap te laten bloeien.”

“Nieuw leven inblazen van deze diensten kan de sleutel zijn tot het verkleinen van de politieke scheidslijnen die ontstaan ​​tussen stedelijke populaties en plattelandsbevolkingen in heel Europa.”

(evb)

Meer