Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdKlimaat

Het lijkt wel de slechtste zomer ooit, maar is dat ook zo?

Het lijkt wel de slechtste zomer ooit, maar is dat ook zo?
Beeld Klaas De Scheirder

De zomervakantie leek wel de herfstvakantie, maar er is slechts één weerrecord gesneuveld. De hoeveelheid regen die is gevallen, is nooit eerder gezien. De zomer van 2021 was uitzonderlijk, maar niet uitzonderlijk somber, koud of voorzien van opmerkelijk veel regendagen.

Neerslag

De zomer van 2021 is officieel de natste sinds de metingen van het KMI in 1833 zijn begonnen. Nooit eerder is in Ukkel, de centrale meetplaats voor het KMI, zoveel regenwater opgemeten tussen 1 juni en nu. Het gaat om 406 millimeter. Normaal valt er in één jaar 850 millimeter en valt er in de zomer gemiddeld 225 millimeter. “Dit jaar is in de drie zomermaanden dus bijna de helft van het jaartotaal gevallen”, zegt weerkundige David Dehenauw.

Opmerkelijk is dat het record van 1992, de natste Belgische zomer ooit, niet gewoon overschreden is, maar totaal aan flarden geschoten. “Sommige neerslagrecords worden gebroken met een paar millimeter, nu springen we meteen van 365 mm naar 406”, zegt Dehenauw. Twee andere erg natte zomers dateren van de negentiende eeuw, en daarnaast vervolledigt het jaar 1980 de top vijf. Toen is 348 mm opgetekend.

Dat de klimaatverandering er voor iets tussen zit, is ondertussen duidelijk. Nieuw internationaal onderzoek waar het KMI aan meewerkte stelt dat de kans op extreme regenval tussen 1,2 en 9 keer is toegenomen door de opwarming van de aarde, en dat de extreme neerslag daardoor drie tot 19 procent intenser is geworden.

Dat de zomer ook enorm veel regendagen telde, klopt dan weer niet. Normaal gezien zijn er dat 44 in onze zomers, dit keer klokken we af op 46. Met andere woorden: als het heeft geregend, heeft het heel erg veel geregend. “Dat past in wat we weten over de klimaatverandering”, zegt Dehenauw. “De extremen worden extremer, zowel als het gaat over hitte en droogte als over neerslag. Ook in ons land neemt het aantal dagen waarop er meer dan twintig millimeter regen valt al ongeveer twintig jaar toe.”

Temperatuur

De cijfers wijzen niet op uitzonderlijke kilte. In juni lag de gemiddelde temperatuur met 18,6 graden boven het gemiddelde van 16,7. In juli was het met 17,9 graden wel een tikkeltje frisser dan het gemiddelde van 18,7 graden, en ook voor deze maand ligt het gemiddelde van 17,1 graden onder de gebruikelijke 18,4 graden.

Maar dat komt niet in de buurt van de koudste zomers in ons land, zoals die van 1841, toen het gemiddeld 13,9 graden was, en die van 1860, toen het niet warmer werd dan 14,2 graden. “Records van lage temperaturen zijn dan ook niet bepaald iets wat we nog vaak verwachten nu de aarde opwarmt”, zegt Dehenauw. “De laatste zomer die in de top vijf van koudste zomers ooit staat dateert niet toevallig al van 1956, met 14,4 graden.”

Dat het wel fris leek deze zomer zou kunnen liggen aan het contrast dat we voelen met de meest recente uitzonderlijk hete zomers. Zo was 2018 hier de warmste zomer ooit gesignaleerd, met een gemiddelde temperatuur van 19,8 graden. In 2019 was dat 19 graden en vorig jaar 18,8 graden.

“Ik geef dan ook al al drie zomers op rij een volgens criteria van het KMI opgestelde ‘code rood’ op”, zegt Dehenauw. “Vorige zomer was dat door de hitte, net zoals in de zomer van 2019, en deze keer was door de extreme neerslag. En telkens vallen er doden, zoals de dodelijke overstromingsslachtoffers nu en de bijna 1.500 hittedoden vorig jaar.”

Zonneschijn

De zomer van 2021 gaat de geschiedenisboeken ook niet in als één van de donkerste ooit. Het KMI telt tot en met maandag 472 uren zonneschijn, waardoor we wellicht zullen stranden op een kleine 500 uren. Aan de kust, waar trouwens ook een pak minder regen viel, was er wel meer zon, met 611 uren in Oostende.

Die kleine 500 uren in totaal is wel minder dan de gemiddelde 578 uren zonneschijn waarmee Belgische zomers gezegend zijn. Het is ook veel minder dan tijdens de meest recente zomers, waardoor het verschil opvalt. Vorige zomer konden we rekenen op zo’n honderd uren meer zonneschijn (602) dan tijdens de afgelopen maanden. In 2019 waren het er zelfs 714 en ook in de zomer van 2018 piekte de zonneschijn met 693 uren ver boven het gemiddelde.

Maar ‘onze’ kleine vijfhonderd uren zonneschijn deze zomer is geen laagterecord. Die dateren van een hele tijd geleden. Zo was de donkerste zomer ooit in ons land waargenomen die van 1880, met meer dan 401 uur zon. De recentste in de top tien van sombere zomers is die van 1981, toen Belgen slechts 422 uren zomerzon was gegund.

“Sinds de jaren 80 zien we het aantal uren zonneschijn met zo’n 35 uur extra per decennium toenemen”, zegt Dehenauw. “Mogelijk ligt dat aan de betere luchtkwaliteit. Vervuilende deeltjes zorgen voor condensatie waardoor sneller wolken en mist gevormd worden die zonnestralen deels tegenhouden.”