“Wie redt dit stukje volkscultuur?”

Na bijna vijftig jaar dreigt eind deze maand het doek te vallen over café ‘Het Lindehof’ in Veldwezelt. “In het dorp kent iedereen mijn zaak als ‘Bij Mèna’, genoemd naar de oorspronkelijke eigenares”, vertelt Rudy Hardy (57), die de kroeg in 2003 overnam. “Ik heb tot 28 februari om een overnemer te vinden. Zo niet verdwijnt een van de laatste volkscafés die Veldwezelt nog rijk is.”

Ruben STEEGEN

Nog drie weken, en dan moeten de stamgasten van ‘Het Lindehof’ definitief op zoek naar een andere stek. Niet dat cafébaas Rudy Hardy (57) er geen zin meer in heeft, maar zijn zoektocht naar een investeerder om het dorpscafé over te nemen, blijft nu al twee jaar vruchteloos. “Hier dreigt een stukje Veldwezeltse geschiedenis te verdwijnen”, zucht de vijftiger vanachter zijn tapkraan.

Al maanden ligt hij wakker van het nakende einde. Hij diept een dikke map op. “Tientallen investeerders heb ik aangeschreven om mijn businessplan te komen bekijken, maar niemand hapt toe. Dit is een rendabele zaak. Op een donderdagavond zit hier gemakkelijk veertig man. Maar wie wil er vandaag nog in een dorpscafé investeren? Niemand.”

Kloppend hart

Al sinds zijn zestiende is Rudy kind aan huis in ‘Het Lindehof’, dat toen nog werd uitgebaat door Filemèna, een begrip in Veldwezelt en omstreken. “Mèna, zoals wij haar kenden, heeft de zaak vijftig jaar geleden uit de grond gestampt. Het café is altijd binnen de familie gebleven, totdat ik het veertien jaar geleden samen met mijn vrouw Mery heb overgenomen. Maar aan het concept hebben we nooit gemorreld. Het Lindehof is nog altijd een volkscafé, waar heel Veldwezelt over de vloer komt. Jong en oud. Op zondag kloppen de oma’s hier met de kleinkinderen aan voor een stuk vlaai, terwijl er op donderdag- en vrijdagavond tot in de vroege uurtjes wordt gefeest. Iedereen kent iedereen. Waar vind je dat nog? Aan deze toog zijn vriendschappen gesmeed, zakendeals beklonken, relaties begonnen,… dit café is al jaren het kloppende hart van het dorp, maar dat stukje volkscultuur dreigt nu te verdwijnen.”

Boulet of bitterbal

Toen Filemèna twee jaar geleden overleed, besloten haar kinderen om het pand te verkopen. “Zelf heb ik niet de middelen om het gebouw over te nemen”, vertelt Rudy. “De familie heeft mij twee jaar gegeven om een overnemer te zoeken die het café wil blijven verhuren. Ik heb nog tot 28 februari.”

Rudy en zijn vrouw Mery leven voor de zaak. “Klanten weten dat ze hier dag en nacht terecht kunnen. Zodra ze mijn wagen op de parking zien staan, stroomt het volk binnen. Ik heb vijftien jaar van m’n leven aan dit café opgeofferd, maar het heeft geen seconde als werken aangevoeld. De klant komt altijd op de eerste plaats. Ik serveer geen eten, maar wie honger heeft, krijgt van mij een gratis bitterbal of boulet toegestoken. Ik doe dit niet voor het grote geld, maar voor het contact met de klanten. Mijn stamgasten zijn haast familie geworden.”

Het nakende afscheid van het caféwezen valt Rudy zwaar. “Ik zou moeten genieten van de tijd die nog rest, maar mijn vaste klanten zien dat ik het zwaar heb. Ze vragen wat er scheelt. Ik ben niet meer de Rudy die ze kennen. Het idee dat dit mijn laatste weken achter de toog zijn, is verschrikkelijk. Mijn laatste hoop is om via de krant een investeerder te vinden.”

Investeerders mogen Rudy Hardy via mail contacteren: rudyhardy59@gmail.com