Direct naar artikelinhoud
PortretRawdah Mohamed

Rawdah Mohamed (29): van vluchtelingenkamp tot ‘Vogue’-hoofdredacteur

Rawdah Mohamed. ‘De hidjab werd een deel van mijn identiteit. Hij viel samen met wie ik ben.’Beeld Ole Martin Halvorsen

Samen met haar tien Somalische broers en zussen groeide Rawdah Mohamed (29) op in een vluchtelingenkamp in Kenia. Vandaag mag ze zich hoofdredacteur noemen van de nieuwe Vogue Scandinavia. Ze vertelt haar opmerkelijk levensverhaal. ‘Toen ik acht jaar was, hebben ze me de mond gesnoerd. Dat gaat niet opnieuw gebeuren.’

Als kind in een vluchtelingenkamp mocht Rawdah Mohamed één jurk per jaar kopen, voor het Suikerfeest. “Ik was geobsedeerd door die jurk. Ik liep de tenten af om ermee te pronken”, zegt ze. “Als er een huwelijk was, sloop ik de tent binnen om naar de kleurrijke gewaden te kijken die de vrouwen droegen. Mode heeft me altijd geholpen om te ontsnappen aan de slechte omstandigheden waarin ik me bevond.”

Haar gezin kreeg toen ze acht jaar was politiek asiel in Noorwegen, en haar passie voor mode hield aan. Al besefte ze dat haar kansen om ooit in de modesector actief te zijn vrijwel nihil waren. “Ik heb een vluchtelingenachtergrond, en dus had mijn familie een academische opleiding voor ogen die moest uitmonden in een stabiele job. Bovendien ben ik een vrouw, zwart, draag ik een hidjab en is mijn achternaam Mohamed. Een job in de mode? Vergeet het maar.”

Het klopt dat de mode tot niet zo lang geleden allesbehalve uitblonk in diversiteit. Vooral magazines stonden bekend om een specifiek type van hoofdredacteur: wit, van middelbare leeftijd, een gecultiveerd ijzig aura ­– denk aan de zonnebril van Anna Wintour van de Amerikaanse Vogue, of aan het platinablonde dotje van Christiane Arp van de Duitse Vogue. Het droeg bij aan een imago van onaantastbaarheid, alsof zij de ultieme smaakautoriteit waren.

Maar in de voorbije jaren is er veel veranderd. Alexandra Shulman werd bij de Britse Vogue vervangen door een jongere, zwarte, homoseksuele man, Edward Enninful. En in de VS werd Samira Nasr de eerste zwarte hoofdredacteur van Harper’s Bazaar. Tal van andere belangrijke posities (alsmaar meer bij onlinepublicaties) zijn ingenomen door jonge mensen uit etnische minderheidsgroepen. Op de werkvloer zijn de verhoudingen niet-hiërarchisch en draait alles om benaderbaarheid.

En nu heeft Mohamed (29), die tot voor kort als gedragsanalist werkte met mensen met aandoeningen zoals autisme, dus de job van haar dromen te pakken als hoofdredacteur van de nieuwe Vogue Scandinavia. Die werd zopas gelanceerd, met aan het roer de eerste hidjab-dragende persoon van kleur bij een westers modemagazine.

Voor die benoeming bekendgemaakt werd, had Mohamed al het nieuws gehaald. In april kondigde de Franse regering aan dat ze overwoog de hidjab te verbieden voor vrouwen jonger dan 18 jaar. Mohamed reageerde met een selfie op Instagram, waarop ze ‘Hands off my hijab’ op haar handpalm had geschreven. Het beeld ging viraal. “Het hidjabverbod is haatspraak afkomstig uit de hoogste regeringskringen”, schreef ze.

Rawdah MohamedBeeld Instagram

Mohamed reageerde omdat ze het totaal niet eens is met het achterliggende argument dat de hidjab vrouwen vernedert. Zij voert aan dat het een symbool kan zijn van zelfexpressie, en niet noodzakelijk staat voor onderdrukking. “Niemand heeft me ooit gevraagd of ik wel een hidjab wil dragen. Ze gaan er altijd van uit dat ik dat móét doen”, zegt ze. “Veel andere mensen spraken namens mij, terwijl ikzelf jarenlang de mond werd gesnoerd. Je hebt het gevoel dat je voor dovemansoren schreeuwt. Niemand luistert.

“Er werd altijd van me verwacht dat ik me zou neerleggen bij onderdrukking, of die nu uitging van mijn gemeenschap, met al haar regeltjes over hoe moslimvrouwen zich horen te gedragen, of van het publiek. Als je in zo’n omgeving opgroeit, dan raak je dat beu. Dankzij de sociale media kan ik nu wel praten met mensen die bereid zijn te luisteren.”

Velen gingen ervan uit dat het die actie was die Mohamed op de radar van Vogue Scandinavia zette, maar dat is niet zo: ze had de functie al sinds oktober. Haar uitgesproken kijk op zaken (en haar charme) maakte haar natuurlijk uiterst geschikt voor de job, maar toch werd ze vooral gerekruteerd vanwege haar stylingtalent. Dat had ze zowat vijf jaar geëtaleerd op Instagram, waar ze een schare van 141.000 volgers had verzameld die vooral gecharmeerd waren van haar creatief gebruik van vintage en betaalbare spullen, gekken patronen, coole zonnebrillen en hidjabs.

Tijdens de modeweek van Parijs in 2019 droeg ze een middeleeuwse maliënkap over haar hidjab. Jonge moslimvrouwen (al heeft ze ook een trouwe aanhang in Amerikaanse christelijke gemeenschappen) waren enthousiast over de manier waarop ze uiting gaf aan haar individualiteit en tegelijk respect opbracht voor de roep om bescheidenheid van haar geloof.

“Als je naar de moskee gaat, geldt het principe dat je niet bezig bent met hoe je eruitziet”, zegt ze. “Maar ik ben er zeker van dat God graag schoonheid ziet. Als ik een kleurrijke rok wil dragen, dan moet ik dat kunnen doen. Waarom zou ik alleen zwart dragen omdat alle anderen dat doen?”

Mohamed zit in haar huis net buiten Oslo. Ze draagt een wit hemd en een zwarte hidjab. Ze is tegelijk vriendelijk en rechtuit, en het wordt meteen duidelijk dat ze in geen enkel hokje past waarin mensen geneigd zijn haar onder te brengen. Ze is extreem vroom, maar evengoed progressief – een alleenstaande moeder (“Jammer genoeg draagt dat nog altijd een stigma in de Somalische gemeenschap”), die zich bijvoorbeeld sterk uitspreekt in het voordeel van transmoslims. “Mijn gemeenschap aanvaardt hen niet, en dat is heel jammer. We zouden net een veilige haven voor iedereen moeten zijn, omdat we weten hoe het voelt uitgesloten te worden.”

Rawdah Mohamed reageert op een mogelijk Frans verbod op de hidjab met een selfie op Instagram.Beeld Instagram

Mohamed heeft tien broers en zussen (twee geadopteerd). Haar familie ontvluchtte Somalië tijdens de burgeroorlog , waarna ze enkele jaren in een vluchtelingenkamp in Kenia doorbracht in een tent met één kamer. Het toilet was buiten, koken deden ze boven een open vuur.

“Het was de enige wereld die ik kende. Mijn ouders vertelden me over het leven in tijden van vrede: mijn vader die ging werken – hij had een kantoorjob –, mijn tantes die naar de universiteit gingen. Ik kon me niet voorstellen hoe het was om vrij te zijn.”

Toch was ze gelukkig. “Best grappig eigenlijk hoe ik met veel plezier terugdenk aan dingen die volwassenen traumatiserend vonden. Als ik er met mijn moeder over praat, dan zie ik aan haar gezicht dat zij er heel andere gevoelens bij heeft. We moesten zes uur in de rij staan voor voedsel – en vaak kwam je dan nog met lege handen thuis – en toch vocht ik met broers en zussen om in die rij te kunnen staan. Als je iets te pakken kreeg, dan stond er geen logo op de blikken, dus je wist nooit wat je in handen had. Ik hing dan over mijn vader, vragend: ‘Wat is het? Heb ik iets goeds mee, zoals bonen? Of is het iets vies, zoals tomatenpulp?’”

Op haar achtste verhuisde het gezin naar Noorwegen. “Mijn ouders zeiden me: ‘We gaan naar een plek waar we ons geen zorgen moeten maken over eten, en waar je naar een degelijke school kunt.’”

Toen ze voor het eerst kennismaakte met de buitenwereld, was Mohamed vooral gefascineerd door de grote variatie van kleren die ze zag. “Ik weet nog dat mijn moeder op de luchthaven zei dat ik me moest haasten, want ik stopte constant om te kijken. Ik was compleet betoverd door alles wat ik zag. Ik wilde kijken naar die raar uitgedoste mensen en wat ze droegen. En liften – die vertrouwde ik niet.”

In Noorwegen kwamen ze terecht in een asielzoekerscentrum in een dorp met amper 2.000 inwoners, van wie velen niets moesten weten van vluchtelingen. Op school hadden veel kinderen nooit eerder een zwarte persoon gezien. “Als ik mijn handen waste, wilden ze zien of de kleur eraf kwam.”

“Ik droomde zo’n beetje dat in Noorwegen alles perfect zou zijn, maar dat was echt niet het geval”, zegt Mohamed. “In het vluchtelingenkamp waren de mannen met geweren angstaanjagend, maar je leerde die gevaarlijke mensen te ontwijken. Als ze je huis binnenkwamen, bad je dat ze je moeder of vader niet zouden meenemen. Je keek ze niet aan; je probeerde je onzichtbaar te maken. Maar in Noorwegen waren de mensen die ons kwaad deden onze buren. En het was veel angstaanjagender, want ze droegen geen uniform, en dus wist je niet waar het gevaar vandaan kwam. Ik begreep niet waarom mama ons dwong op de plek te blijven waar we ons zo eenzaam voelden.”

Mohamed leed aan posttraumatische stress en ontwikkelde “enorme angsten” en slapeloosheid, waardoor ze pillen kreeg voorgeschreven. Ze wilde koste wat het kost terug naar Afrika en probeerde een paar keer weg te vluchten. Mensen van de immigratiedienst ondervroegen haar individueel, weg van de familie, om te achterhalen of hun verhaal waar was. “Ik zei: ‘Waarom maak je je zorgen over dingen die me overkomen zijn in mijn eigen land, als je me niet eens kunt helpen met dingen die me vandaag overkomen? Ik ben nog altijd bang.’”

Mohamed droeg haar hidjab af en toe, zoals het haar uitkwam. Maar nu besloot ze er elke dag mee naar school te gaan, als reactie op gezagsfiguren die haar uitlegden hoe verdrukkend hij niet was. “Het was de eerste keer dat ik dat hoorde, dat het culturele indoctrinatie was. De leerkrachten vroegen me of mijn moeder me gedwongen had het te doen. Ze zeiden: ‘In Noorwegen zijn de vrouwen vrij. Je kunt alles dragen wat je wilt.’ Het leek alsof iedereen me duidelijk wilde maken hoe slecht het leven was dat ik leidde. Ik mocht niet trots zijn op mijn afkomst, mocht er zelfs geen vrolijke verhalen over vertellen. Terwijl ik mijn hidjab gewoon mooi vond.”

Rawdah MohamedBeeld Instagram

Op school werd ze constant gepest vanwege het kledingstuk. “In het begin bleef het bij woorden, maar gaandeweg werd het fysiek – ze namen hem af in de klas. Een leraar nam de hidjab in beslag omdat hij vond dat de klas erdoor op stelten werd gezet, en dus begon ik een reserve mee te nemen.”

Er werd een overleg georganiseerd tussen Mohameds moeder en zes leerkrachten, waar de afspraak werd gemaakt dat ze een hidjab mocht dragen op de schoolbus, maar niet tijdens de lessen. “En dus ben ik de volgende dag niet naar school gegaan”, zegt Mohamed. Haar moeder smeekte haar te verzaken aan de hoofddoek, al was het maar om een rustig leven te hebben. “Dat was een van de eerste grote ruzies die ik met haar had. Ik zei haar: ‘Ik kan hem afzetten als de buitenwereld er niet van houdt, maar jij moet wel van mij houden.’ Ze koos partij voor mij, en zei tegen de school: ‘Je zult haar moeten nemen zoals ze naar school komt.’”

De situatie escaleerde. “Er hingen affiches tegen vluchtelingen in de plaatselijke koffiebar. Ze maakten tekeningen van me, als een aap met een banaan.” De spanningen ebden uiteindelijk weg toen de familie weg mocht uit het vluchtelingencentrum en Mohamed introk bij haar grootmoeder, die zich al in Oslo gevestigd had. En mettertijd, zegt ze, werd de hidjab “een deel van mijn identiteit. Hij viel samen met wie ik ben.”

Als tiener raakte Mohamed alsmaar meer gefascineerd door kleren. Op haar zestiende stuurde ze haar cv naar boetieks in het plaatselijke winkelcentrum. “Maar zodra ze me zagen, zeiden die uitbaters dat ze nooit een Somalisch meisje in dienst konden nemen omdat dat de klanten zou afschrikken. Waardoor mijn liefde voor de mode uitdoofde.”

Mohamed besloot te gaan werken in de geestelijke gezondheidszorg. Op haar 23ste beviel ze van haar dochter, maar een paar maanden later gingen zij en de Noorse vader uit elkaar. (Haar kind, stelt ze, zal nooit verplicht worden een hidjab te dragen.)

Thuis begon Mohamed ’s avonds te posten op Instagram over “oosters-westerse” kleding. Naarmate ze meer volgers kreeg, kreeg ze meer uitnodigingen voor mode-events en polsten meer merken haar voor een samenwerking. In 2019 tekende ze bij een modellenbureau. Haar werkgever in de gezondheidszorg gaf haar een flexibel contract zodat ze beide carrières kon combineren.

Sindsdien doet ze modellenwerk voor merken zoals MaxMara en Cartier. Toch verliep de omschakeling niet rimpelloos. Toen ze in 2019 voor het eerst de modeweek van Parijs bezocht, stoorde het Mohamed dat de security zo uitvoerig haar uitnodigingsbewijzen onderzocht. “Ze geloofden niet dat iemand met een hidjab zomaar toegang had tot al die events. Vaak moest ik iemand die al binnen was opbellen om binnen te raken.”

Ze is misprijzend behandeld door pr-personeel en castingdirecteurs. Nochtans hebben sommige van de ergste labels op dat vlak een groot Arabisch en Afrikaans klantenbestand (de moslimmodemarkt bedraagt miljarden dollars). “Het is zo bizar.”

De verwaandheid van de modesector stak schril af tegen haar ervaringen in de gezondheidszorg. “Ik zal me er blijven over verbazen, de dingen waarmee die modemensen wegkomen.”

Rawdah MohamedBeeld Instagram

Toen Vogue Scandinavia geïnteresseerd raakte, had Mohamed gesprekken met de in New York gevestigde uitgeverij Condé Nast en het Zweedse bedrijf Four North, dat de rechten op de titel had. “Er schuilt veel ‘tokenisme’ in de mode – ze nemen je in dienst omdat je bijvoorbeeld aanslaat bij Aziaten. Maar een van de dingen die me een goed gevoel gaven tijdens de sollicitatiegesprekken was dat ze wisten hoe ik me stylede en wat de mode voor me betekende en wat ik probeerde uit te drukken via mijn kleren. Het was meer dan: ‘Hey, ze draagt een hoofddoek en ze is zwart!’ Het was een van de eerste keren dat ik het gevoel had dat ik er niet alleen bij zat als decoratie, maar omdat ik iets te zeggen had.”

Ze maakt zich wel zorgen dat mensen haar nu met te veel eerbied gaan behandelen. “Ik vind het maar niets dat mensen te veel macht hebben. Er wordt van me verondersteld dat ik breek met de verwachtingen van wat een persoon met een hoge functie hoort te doen. Het betekent enorm veel voor mijn carrière dat ik modehoofdredacteur ben. Maar als ik nu naar een fotoshoot ga, dan verandert dat de hele dynamiek. Ik vind het dus beter dat mensen niet weten dat ik hoofdredacteur ben. De mode is een heel elitaire omgeving. Als je een positie zoals de mijne bekleedt, dan gaat iedereen zich anders gedragen. Als ik een fout maak, dan zullen mensen me niet terechtwijzen, want iedereen is doodsbenauwd.”

Het lijkt een gewaagde onderneming om een nieuwe Vogue te lanceren, ook al verschijnt die maar zes keer per jaar, op een moment dat de magazinesector aan een doodsstrijd bezig lijkt – zowel Vogue Paris, Vogue España, Vogue Italia als de Duitse Vogue worden gemaakt vanuit Londen. Maar deze Vogue opereert redactioneel onafhankelijk van Condé Nast, en het is zonder meer duidelijk dat de ‘Scandi-stijl’ al lang roept om een uitlaatklep. “Maar wat de mensen tot dusver gezien hebben, is slechts één aspect van onze stijl”, zegt Mohamed. “Ik hoop dat ze ook al die verhalen over onze vele culturen te zien krijgen, en niet alleen de versie van Scandinavië waarvan de Franse mannen houden.”

Waar houden de Franse mannen dan van? “Ze denken dat goede mode uit Italië en Frankrijk komt. Wat ze appreciëren aan ons is het minimalisme. Maar Scandinaviërs hebben nog zo veel andere patronen – we kunnen extreem kleurrijk zijn.”

Als stelt Mohamed ook vandaag vast: “De poortwachters van de modesector hebben het niet op me begrepen, omdat ik te veel praat. Ik heb niet geleerd dingen te verbloemen. Maar het gaat wel, we komen overeen.”

Als ze problemen heeft, dan denkt ze aan de autistische mensen met wie ze nog altijd werkt in haar vrije tijd. “Mensen proberen constant hen te dwingen zich in te passen in onze samenleving. Maar ze zijn zo oprecht en authentiek. In de mode kun je zelfs niet zeggen dat je iets mooi vindt, omdat je bang bent veroordeeld te worden. We hebben nog een lange weg te gaan.”

Mohamed glimlacht. “Toen ik acht jaar was, hebben ze me de mond gesnoerd. Dat gaat niet opnieuw gebeuren.”

© Sunday Times

Rawdah Mohamed (29)

Somalisch-Noors model, blogger en activist

Groeit op in een vluchtelingenkamp in Kenia

Verhuist op haar achtste naar Noorwegen, waar haar gezin politiek asiel kreeg

Combineert haar modellenwerk met een job in de geestelijke gezondheidszorg

Bevalt op haar 23ste van een dochter, scheidt een paar maanden later van de Noorse vader

Wordt op haar 29ste hoofdredacteur van de nieuwe Vogue Scandinavia