Direct naar artikelinhoud
InterviewVera Spaans

Vervelend, maar ze kunnen er ook niet aan doen: waarom sommige mensen altijd te laat komen

Vervelend, maar ze kunnen er ook niet aan doen: waarom sommige mensen altijd te laat komen
Beeld Getty Images/Westend61

Een gemiste kans is het: de internationale feestdag voor laatkomers valt dit jaar op een zondag. Maar de start van het nieuwe schooljaar biedt kansen genoeg om het laatkomen al even te trainen. ‘Het is voor veel pubers onmenselijk om ’s ochtends vroeg op te staan.’

Vijf september werd al in de jaren 1950 in de Verenigde Staten uitgeroepen tot Be Late for Something Day. Dat deze hoogdag dit jaar op een zondag valt, zal fanatieke laatkomers er niet van weerhouden om ergens te laat binnen te vallen.

“Sinds corona zijn er nog meer delen van ons leven in strakke tijdsloten ingedeeld,” zegt Vera Spaans, een Nederlandse journaliste én zelfverklaarde chronische laatkomer, die zich in het fenomeen verdiepte en er een boek over schreef: Te laat: waarom je nooit zomaar te vroeg of te laat bent. Ook een zwembeurt of een bezoek aan het museum verloopt tegenwoordig vaak met reservaties en vaste tijdstippen, waardoor zelfs ontspannen activiteiten een tijdsdruk opleveren.

Vera Spaans.Beeld Willemieke Kars

In Spaans’ boek wordt een hele waaier aan culturele, maatschappelijke en psychologische aspecten belicht, die verklaren waarom sommigen van ons dagelijks vechten tegen de klok. Zo werd wetenschappelijk vastgesteld dat een minuut niet voor iedereen even lang duurt. “Als je aan mensen vraagt om de duur van een minuut in te schatten, komen sommigen vrij accuraat op 58 seconden, maar anderen proppen 77 seconden in een minuut. Voor een uur zou dat een verschil van 19 minuten betekenen. Zo lang kan een vroegkomer dus op een laatkomer staan wachten, met alle ergernis en frustratie vandien.”

In westerse landen blijkt een redelijk strak tijdsvenster te bestaan: 14 minuten te vroeg en 7 minuten te laat vinden we nog acceptabel. Dat is een behoorlijk krappe marge. “Mensen met een slecht tijdsbesef hebben dus voortdurend een probleem”, zegt Spaans.

“Dat betekent niet dat zij gedoemd zijn om altijd te laat te komen, maar ze zullen veel harder hun best moeten doen om hun tijd goed in te plannen. Als ze op hun gevoel afgaan, redden ze het niet. Dat is ook zo voor mensen met ADHD: voor hen vergt het een uitzonderlijke focus om een afspraak na te komen. Dat kan lukken voor een belangrijke sollicitatie, maar het is te veel gevraagd als je die zware inspanning voortdurend moet leveren, ook voor een koffieafspraak met een vriendin.”

Ochtend- en avondmensen

Nog een cruciale factor bij punctualiteit is ons chronotype: of we ochtend- of avondmensen zijn wordt bepaald door de aanmaak van melatonine, ons slaaphormoon. Bij ochtendmensen ligt de melatoninepiek vroeger op de dag dan bij avondmensen. “Onze samenleving is helemaal ingericht op maat van ochtendtypes”, zegt Spaans. “Scholen die standaard om 7.50 uur starten, zijn voor avondtypes een kwelling. Zij vallen ’s avonds pas veel later in slaap, maar moeten wel even vroeg als de ochtendmensen hun bed uit.” Ongeveer 30 procent van de bevolking is ochtendmens en 30 procent avondmens. De overige 40 procent is minder uitgesproken.

Vera Spaans.Beeld RV

Spaans: “Ons slaap-waakritme evolueert ook in de loop van ons leven. Wanneer het puberbrein zich ontwikkelt, verandert de hormoonhuishouding en dat beïnvloedt ook de productie van melatonine. Jonge kinderen staan om zes uur ’s ochtends op je bed te springen. Maar de meeste pubers worden avondmensen, ze gaan later slapen en als de wekker gaat hebben ze echt nog niet genoeg kwalitatieve slaap gehad. Voor hen is het echt onmenselijk om zo vroeg op de schoolbanken te moeten zitten, hun lichaam zit nog niet in startmodus. In Nederland zijn er heel wat scholen die nu voor die oudere leerlingen pas om negen uur starten. Dat is voor tieners veel fijner, en ze zullen wellicht beter presteren.”

Het lijkt zo banaal, zegt Spaans, onze obsessie met de tijd. “Door mijn research merkte ik pas hoeveel emoties erbij komen kijken. Ik besef nu meer wat een impact het heeft op iemand anders als ik te laat ben. ‘Jij vindt mij niet belangrijk genoeg’ is soms de conclusie.”

Hoe verander je dat?

Heel wat mensen zien laatkomen als iets dat diep in hun identiteit verankerd zit. Iets zoals ‘ik ben slecht met namen’ of ‘ik ben onhandig’. Maar toen Spaans zichzelf de opdracht gaf haar punctualiteit op te krikken, merkte ze wel verbetering.

“Het komt vaak simpelweg neer op goed plannen, en een realistische inschatting maken van hoeveel je tijd nodig hebt om ergens te geraken.” Laatkomers hebben vaak een te optimistische inschatting, van wegen met enkel groene lichten. Ook niet te onderschatten, volgens Spaans: we treuzelen onbewust omdat we het erg vervelend vinden om ergens te vroeg te zijn. “Ik zorg er nu altijd voor dat ik iets bij heb om te lezen, zodat het vooruitzicht om even te wachten nooit als tijdverlies voelt.”

Nog een vaststelling: boetes en straffen hebben nauwelijks effect op volwassen laatkomers. Integendeel zelfs. Zo rekent men in crèches en naschoolse opvang tegenwoordig vaak boetes aan voor ouders die hun kinderen te laat oppikken. Een kwartier te laat komen kost je al snel 5 euro.

“Maar dat voelt niet als een boete, maar een prijs voor een geleverde service”, zegt Spaans: “Onderzoek bewees dat het geen enkel effect had op de stiptheid van de ouders. Als je personeel dwingt om quasi gratis over te werken, voel je je terecht schuldig. Dat rotgevoel zou genoeg moeten zijn om een grotere inspanning te doen om volgende keer wel op tijd te zijn. Maar als je dat schuldgevoel kan afkopen, dan lijken we dat prima te vinden.”

Te laat: waarom je nooit zomaar te vroeg of te laat bent, door Vera Spaans, bij uitgeverij Das Mag