Direct naar artikelinhoud
InterviewServaas Bingé

Voedingsexpert deelt zijn belangrijkste adviezen: ‘Zelf zweer ik bij de 80/20-regel’

Voedingsexpert deelt zijn belangrijkste adviezen: ‘Zelf zweer ik bij de 80/20-regel’
Beeld Joris Casaer

Beter leven: hoe doe je dat? Elke week praten we met een coach die, althans in zijn vakgebied, weet hoe het moet. Voedingsexpert Servaas Bingé (40) is fan van het eliminatiedieet. ‘Je kunt jezelf gezond gelukkig eten.’

Hij had gedacht om, net als zijn vader, huisarts te blijven tot aan zijn pensioen. Maar dat draaide eventjes anders uit voor Servaas Bingé. “Ik kon mijn patiënten wel pillen voorschrijven, maar ik had niet het gevoel dat ik hen echt vooruithielp. Ik deed niks meer dan brandjes blussen.”

Intussen, vijftien jaar later en twintig kilogram lichter, staat Servaas Bingé vooral bekend als topsportarts, bevlogen spreker, schrijver van gezondheidsboeken en ondernemer. De man die zijn volk leerde vasten – u weet wel, intermittent fasting – heeft nu met Leadlife een nieuw project in de steigers staan om ook werknemers gezond te houden. “Het is heel simpel”, stelt hij onomwonden. “Niemand zal je een goede gezondheid op een presenteerblaadje aanbieden. Je moet het zélf doen.”

Naast uw huisartsenpraktijk was u acht jaar lang ploegarts bij wielerteam Lotto Soudal. Kunnen wij, gewone stervelingen, iets meepikken van wat u leerde?

“Absoluut. Ik kwam er in een totaal andere wereld terecht. Je moet weten: een patiënt die bij de huisarts langsgaat, komt vooral met het verzoek: ‘Dokter, ik heb een probleem en gij gaat dat oplossen’. Maar die mannen die de Tour de France moesten rijden, kwamen met een compleet andere vraag: ‘Dokter, ik weet dat ik niet altijd lief ben voor mijn lijf, maar hoe kan ik toch zo gezond mogelijk zijn?’ Ook voor mij was dat eventjes schrikken. Want die vraag vertrekt ­vanuit een totaal andere, proactieve benadering.

“Uiteindelijk ben ik mijn patiënten in de praktijk daar ook op beginnen te wijzen: ‘Weet je, je kunt mij ook een andere vraag stellen’. Sowieso moest ik in het peloton al niet met zware medicatie afkomen. Het was een kwestie van inzetten op voeding, training, beweging. En daar heb ik nu zowat mijn levensmissie van gemaakt: iedereen zoveel mogelijk in die proactieve rol duwen.”

Voelde u daar geen weerstand tegen? Patiënten die zeggen: ‘Kom, dokter, geef mij maar gewoon dat pilletje.’

“Bij sommigen ja, maar anderen grepen die kans wel. Zo heb ik bij patiënten met beginnende ouderdomsdiabetes het tij kunnen keren, alleen al omdat ze bereid waren hun levensstijl aan te passen. Zuiver door aanpassingen aan hun voeding en lichaamsbeweging. Want, en zelfs Hippocrates wist dat al: beter voorkomen dan genezen natuurlijk.”

Moeten huisartsen meer focussen op die preventie?

“We slagen erin om patiënten goed te behandelen en onze geneeskunde moet daar vooral op blijven inzetten. Mensen zullen altijd ziek worden.

“Maar gaat het over preventie, dan is er nog veel ruimte voor verandering. Alleen, als huisarts zit je in een ongelooflijke tijdnood, je bent overbevraagd. Patiënten komen ook met een bepaalde verwachting: een pilletje of een supplement, en daarmee is de kous af. Maar ondertussen weten we wel dat ons lichaam niet zo in elkaar zit.

“Wat ik in mijn eerste jaren als huisarts deed, was dit: ik keek naar de symptomen, kleefde daar een diagnose op en wist welke behandeling aangewezen was. Maar de vraag die zich daar nog vóór aandient, is: hoe komen die symptomen daar? Waarom krijgt iemand ouderdomsdiabetes? En dan kom je uit bij de levensstijl: gezonde voeding, matige ­beweging, voldoende slaap, weinig stress.”

U hamert sterk op ‘healthitude’ – focussen op gezond blijven in plaats van op kwaaltjes genezen. Laten we het wat te veel hangen met onze gezondheid?

(Knikt heftig) “Dat is zo’n beetje de ziekte van deze tijd: we lijken wel ingedommeld. Door mee te draaien in die ratrace van elke dag geven we ons leven – en onze gezondheid – zo makkelijk uit handen. Zolang we niks mankeren, vinden we onze gezondheid geen prioriteit. En we gaan er nogal makkelijk van uit dat het altijd zo zal blijven.”

‘Op restaurant ben ik de eerste die in het broodmandje zit te graaien. Als 80 procent van je voedingskeuzes gezond zijn, mag je voor die andere 20 procent gerust zondigen’Beeld Joris Casaer

Laat mij raden. Tot we de dertig gepasseerd zijn en allerlei kwaaltjes krijgen?

(lacht) “Precies. En dat zijn de eerste tekenen die aangeven dat je lichaam zijn reserve, zijn veerkracht aan het verliezen is. Dat is het moment waarop de chronische aandoeningen, die twintig of dertig jaar later op ons pad zullen komen, ­ontstaan.

“Chronische welvaartsziektes krijg je niet zomaar van vandaag op morgen, je staat daar niet ineens mee op. Die aders hebben er jaren over gedaan om te verkalken. En hoe meer vuiligheid en bewerkte suikers we in ons systeem stoppen, hoe sneller dat verval.”

Voeding is een ‘massavernietigingswapen’, zei u eerder al. Is dat er niet wat over?

“Onderschat niet hoe ziek voeding ons kan maken. Vaak ligt de oorzaak van onze kwalen gewoon te blinken op ons bord. Je moet weten: onze darmen zijn ons grootste contactoppervlak met de buitenwereld. Ik weet het, je zou denken dat dat onze huid is, maar de grootste bron van toxines is wel degelijk wat er langs onze spijsvertering passeert. Straf, hè? En dan heb ik het niet over gifdrankjes, maar echt wel over wat we dagelijks allemaal naar binnen spelen. Wat we eten, beïnvloedt ons voortdurend: het brengt onze goeie of slechte genen tot uiting.”

We kunnen ons weer fit voelen als we achterhalen welke voeding voor ongemakken zorgt, stelde u in uw boek De lijst. Het gekke is: dat kan ook gezonde voeding zijn.

“Klopt, bij wie last heeft van reuma, bijvoorbeeld, kunnen tomaten een opstoot uitlokken. De kans zit er dik in dat die na een tomaat-mozzarella pijn zal krijgen aan zijn knie, terwijl dat voor anderen dan weer geen kwaad kan. Of nog zo een: sinaasappels. Daar zitten veel salicylaten in, en die kunnen sommige mensen zuur opbreken – letterlijk. Of ze krijgen er neusloop of -poliepen van.

“Vandaar dat ik heel hard geloof in een eliminatiedieet, zoals ik in De lijst beschreef. Het opzet is simpel maar streng: tien dagen lang eet je enkel wat er op de lijst staat. Daarna begint het herprogrammeren en introduceer je stap voor stap de voedingsmiddelen die jou beter en energieker doen voelen. Zo kun je massa’s verschil maken: ook bij wie met chronische vermoeidheid kampt, met energiedipjes, met acne, hoofdpijn.”

Grote boosdoeners op ons menu zijn industrieel bewerkte voeding en suikers, zegt u. Wat moet er zeker wél op ons bord?

“Plantaardig voedsel, dat is de basis. Vergeet niet dat wij in essentie oerwezens zijn die vroeger bessen plukten en maar van tijd tot tijd een dier konden schieten. Alleen, nu hebben we supermarkten waar de suikers en vetten ons toeroepen. Probeer maar eens een gezonde lunch te vinden langs de autosnelweg of op een luchthaven. (rolt met de ogen) Het punt is: onze omgeving mag dan wel veranderd zijn, onze biologie is dat niet. En dus kan ons lijf daar niet mee om. Een truc daarom is: schep je bord altijd voor twee derde vol met groenten en fruit. Zo blijf je dicht bij je natuur.

“Daarnaast – voor dat andere derde – hebben we nog bouwstoffen nodig, eiwitten. En dan denken we nogal snel dat we een biefstuk moeten eten, maar er zitten ook veel bouwstoffen in peulvruchten. Of je kiest voor gezonde soorten vlees, vis of een ei.”

Wat te denken van de ‘superfoods’, zoals gojibessen. Hebben die echt wonderlijke eigenschappen?

“Vaak zijn dat heel natuurlijke foods met goeie eigenschappen: veel antioxidanten, ontstekingsremmend. Maar eigenlijk is een gezond eetpatroon een grote superfood op zich. De superfoods hebben dus zeker hun plek, maar hoe goed de marketing daarover ook is, superfoods alleen kunnen nooit een gezonde, gevarieerde voeding vervangen.

“Neem nu skyr, een magere natuuryoghurt uit IJsland met veel eiwitten, zonder vet en arm aan suikers. We weten dat dit verzadigend werkt, maar daarmee alleen bouw je natuurlijk geen voedingsplan op.”

Maar hoe weten we op den duur nog wie te geloven? Om de zoveel tijd duikt er weer een nieuwe voedingsfilosofie of -trend op: paleo of keto, wel of geen brood...

“In de media worden we vaak om de oren geslagen met de ultieme tips en tricks die dan als enige waarheid lijken te gelden. Terwijl een van de basisregels nog altijd is: variatie.

“Komt daarbij: er is niet één standaard. Zo reageren we allemaal al verschillend op, pakweg, brood. Daarvan weten we dat het een suikerpiek veroorzaakt, en daardoor ziekmakende eigenschappen kan hebben. Maar de kracht van die suikerpiek hangt van zoveel zaken af: met wat combineer je dat brood? Hoeveel drink je erbij? Hoe zit het met je darmflora? Hoeveel energie verbruik je?”

Diep vanbinnen weten we eigenlijk allemaal wel wat we moeten doen om gezond te leven. Waarom slagen we er dan toch zo moeilijk in om dat vol te houden?

“Vaak is de valkuil dat we onze lat meteen torenhoog leggen. We komen dan af met grote voornemens als ‘ik ga nóóit meer koeken eten’ of ‘ik ga élke week drie keer lopen’. Maar laten we wel wezen: zo mik je te hoog, zo moet je te veel wilskracht gebruiken. En wat weten we over onze wilskracht? Die is om 21 uur ’s avonds uitgeput en dan trekken we toch die zak chips open. (lachje)

“Wil je je energieker voelen of wil je die overtollige kilo’s kwijt, leg de lat dan stapje voor stapje hoger. Begin met ’s avonds alle koolhydraten van het menu te schrappen – geen rijst, pasta of aardappelen dan. En gun jezelf de tijd om je die aanpassing eigen te maken. Na een goeie maand zul je zien dat dat nieuwe patroon een gewoonte is geworden, en zo vertrek je al van een nieuwe, hogere basis. Op die manier kun je in drie à vier jaar je levensstijl enorm omgooien en gezondheidswinst boeken.”

Oei, ik hoor het al: dat kan dus niet in één-twee-drie?

“Nee, sorry. Je kunt niet zomaar verwachten dat je in twee weken tijd een patroon zult omgooien dat er al dertig of veertig jaar ingesleten zit. Om een nieuwe gewoonte te ­verankeren heb je toch snel twintig tot veertig dagen nodig.

“Vandaar dat het ook belangrijk is om mild te zijn voor jezelf. Want pas op, ik heb ook nog altijd slechte gewoontes. Ben ik heel gestrest en zijn er chocoladekoekjes in de buurt, dan weet ik dat dat een valkuil kan zijn.”

Wacht, zegt u nu dat we af en toe toch mogen zondigen?

“Zelf zweer ik bij de 80/20-regel. Als 80 procent van je ­keuzes gezond zijn, dan mag je voor die andere 20 procent gerust eens zondigen. Dan mag je al eens een zak chips of een paar koeken wegwerken. Zo ben ik op restaurant de eerste die in het broodmandje zit te graaien. En de eerste om een steak met frieten te bestellen. Dan gun ik mezelf dat ook.”

Toch blijft de vraag: hoe kunnen we het onszelf makkelijker maken om die gezonde levensstijl vol te houden?

“Klopt, het zijn die lifehacks waar we naar op zoek moeten. Een goeie is: schets voor jezelf eens het beeld van de persoon die jij wilt zijn, van ‘de beste versie’ van jezelf. Dan kun je elke kleine keuze die je maakt daaraan spiegelen. Als ik mezelf plots ergens met een zak M&M’s in mijn handen betrap, en ik stel me de vraag: klopt dit wel met de Servaas die ik wil zijn, als jonge, energieke, inspirerende mens? Past het wegschrokken van die zak snoep bij dat beeld? Dan is het antwoord vaak ‘nee’. (maakt zich vrolijk) Om maar te zeggen: zit er een visie achter je levensstijl, dan heb je sowieso meer kans op slagen.

“Wat ook kan helpen, is dit: zorg dat de verleiding een obstakel is. Precies daarom haal ik zelf nooit ongezonde voeding in huis.”

Allemaal goed en wel, maar wat met ouders die hun kroost elke dag een koekendoosje moeten meegeven naar school? Wij komen voortdurend in de verleiding.

(fijntjes) “Misschien kun je dat wel ­omdenken. Móét er wel een koek mee naar school? Waarom mogen dat – ik zeg maar wat – geen twee fruitdoosjes zijn? Soms aanvaarden we te makkelijk wat het systeem ons oplegt, we stellen het niet meer in vraag. En dat is jammer.

“Probeer het eens om te draaien: doen we onze kinderen echt wel zo’n groot onrecht aan door hen geen koek mee te geven? Of bewijzen we hen daar later net een dienst mee? Want, kort door de bocht: nu leren we hen iets aan wat ze later weer zullen moeten afleren. Waardoor ze als twintigers en dertigers misschien met extreme diëten gaan experimenteren of geplaagd worden door een jojo-gewicht.”

Een andere trucje dat u meenam uit de topsportwereld is intermittent fasting, zowat de voedingshype van het moment: 16 uur vasten en 8 uur eten. Waar is dat goed voor?

“Als we voortdurend eten, dan is het in onze darmen een drukte van jewelste en krijgen ze nooit de kans om gewoon ‘leeg’ te zijn. Als je intermittent vast en je dat hele systeem 16 uur rust gunt, kunnen al die toxines uit onze voeding wat opklaren, en kan ook ons immuunsysteem wat bekomen.

“Door heel consequent 16 uur lang niks van calorieën binnen te krijgen, versterk je je immuunsysteem, vertraag je het verouderingsproces en bevorder je je spieropbouw en gewichtsverlies. Plus: je lichaam zal veel beter het verschil leren tussen een echt hongergevoel en een goesting, ­waardoor je ook minder geneigd zult zijn om na 20 uur die koekenkast nog open te trekken.”

Eerlijk, in mijn directe omgeving hoor ik daar gemengde reacties over. Zo heb ik een buurman bij wie de kilo’s wegsmelten door dat vasten, terwijl zijn vrouw er alleen maar kregelig van wordt en vreetbuiten krijgt. Is intermittent fasting dan niet voor iedereen weggelegd?

“Dat is goed mogelijk, er is geen one size fits all. Dat idee moeten we loslaten. Want we zijn allemaal verschillend: we hebben allemaal ons eigen DNA, ons eigen microbioom. En dus moet je zoeken naar wat voor jou werkt. Het zou heel goed kunnen dat jouw buurvrouw beter af is met een 14/10-model: 14 uur vasten en 10 uur eten.

“Eigenlijk komt het vooral hierop neer: pak het zelf in handen. Trial and error, dat is de beste manier. Iemand die erg ongezond leeft naar een 12/12-ritme brengen, ook dat is al gezondheidswinst. Ook hier geldt: te extreem is nooit goed. Want dan hou je het toch niet vol.”

Kunnen we onszelf eigenlijk gelukkig eten?

(knikt) “En ongelukkig. De invloed van onze voeding op ons mentaal welzijn wordt zwaar onderschat. Serotonine, het gelukshormoon, wordt voor een groot deel gemaakt en gecontroleerd door de juiste bacteriën in onze darmen. Eten we ongezond, dan hebben we die bacteriën niet en daar kan ook onze geest onder lijden. Eten we wel gezond en voedzaam, dan leggen we een bodem voor die juiste beestjes.

“Dus ja, je kunt jezelf gezond gelukkig eten. Dat hoeft dus niet met een zak chips waarvan je twee minuten blij wordt, om dan te sterven van een schuldgevoel.”

Het goeie nieuws is, zegt u: het is nooit te laat. We kunnen om het even wanneer op control-alt-delete duwen en ons lijf resetten?

“Zeker en vast. Ons lichaam heeft een soort bufferzone, zeg maar. Ben je zestig of zeventig en heb je altijd ongezond geleefd, dan is het nog altijd de moeite om je levensstijl om te gooien. Zelfs al sukkel je al met bepaalde chronische kwalen, dan nog is het zinvol om het tij te keren of complicaties uit te stellen.”

Voedingsexpert deelt zijn belangrijkste adviezen: ‘Zelf zweer ik bij de 80/20-regel’
Beeld Joris Casaer

Met uw nieuwe start-up Leadlife wilt u nu ook bedrijven en hun werknemers gezond houden. Hebben bedrijfsleiders daar meer dan ooit oren naar?

“Ik hoor bij velen dat de wil er echt wel is om zorg te dragen voor hun mensen. Alleen, er zijn veel aspecten aan gezondheid. Je lost de problemen niet op door een paar fitnesstoestellen in de kelder te zetten. (lachje)

“Ik geloof sterk in een aanpak die vertrekt van ‘meten is weten’. Werknemers volledig in kaart brengen en dan samen met onze healthcoaches verbetertrajecten op maat uitstippelen.”

Denkt u dat we uit de hele coronacrisis met z’n allen lessen gaan trekken, als het over onze levensstijl gaat?

(knikt) “Het coronavirus heeft ons wat dat betreft toch ­genadeloos met de neus op de feiten gedrukt. Het heeft ons bewustzijn zeker aangescherpt. Meer dan ooit zijn we gaan inzien hoe obesitas een invloed heeft op de ernst van een infectie, of de complicaties ervan.

“Wat nog niet helemaal doorgesijpeld is, is hóé dat dan moet. ‘We moeten meer inzetten op een gezonde levensstijl’, zo besluiten allerhande wetenschappelijke artikels. Maar hóé? Wel, dat ene zinnetje is dus waar ik mijn leven aan wil spenderen.” (glundert)

De lijst – eet jezelf gezond(er) door Servaas Bingé is uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts, 156 p’s, 19,99 euro. Meer info via dokterservaas.be