Direct naar artikelinhoud
AchtergrondAdoptie

Adoptiepauze roept hevige reacties op: ‘Dit is niet respectvol tegenover kandidaat-ouders’

Sarah Steckel en Guillaume Descamps adopteerden hun zoon Sagal uit Oeganda en willen graag een tweede kind.Beeld Joel Hoylaerts / Photo News

Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) stelt voor om interlandelijke adoptie twee jaar te pauzeren. In die tijd moet de hele procedure herzien worden. Kandidaat-adoptieouders reageren ontgoocheld. ‘Dit is niet respectvol.’

Het voorstel van Beke komt er na aanbevelingen van een expertenpanel. Dat boog zich de voorbije twee jaar over de procedure van de interlandelijke adoptie. Aanleiding waren verhalen van wanpraktijken met adopties uit Ethiopië, zoals ‘weeskinderen’ die geadopteerd werden maar later toch geen wees bleken te zijn.

Het expertenpanel vraagt een paradigmashift. Vroeger ging ons land actief op zoek naar kinderen voor adoptieouders hier. Maar interlandelijke adoptie zou, nog meer dan nu, het laatste redmiddel moeten zijn. Eerst moet gekeken worden of er in het thuisland geen oplossing mogelijk is. “In het verleden dachten we: hoe zorgen we ervoor dat een thuis een kind krijgt? Dat wordt nu: hoe zorgen we ervoor dat een kind een thuis krijgt”, zegt Beke.

Het panel raadt aan de drie adoptiediensten onder te brengen bij het Vlaams Centrum voor Adoptie, om nauwer toe te zien op wanpraktijken. Maar die drie diensten reageren als door een wesp gestoken. Niet alleen zijn ze het niet eens met verschillende van de conclusies in het rapport, ze zeggen vooral “op geen enkele manier betrokken of gehoord” te zijn bij het onderzoek. Volgens het expertenpanel werden de drie diensten wel degelijk gehoord, in een van de deelrapporten van het grotere rapport.

Voorts vraagt het panel ook dat de wanpraktijken uit het verleden officieel erkend worden en dat geadopteerden meer nazorg krijgen. Zij klagen al langer over een gebrek aan gespecialiseerde psychologische hulp.

Voorstel Beke

Beke kan zich grotendeels vinden in de conclusies van het rapport. Hij stelt een adoptiepauze voor van twee jaar om in die tijd het hele landschap te hertekenen. Concreet stelt de minister, net als het expertenpanel, voor om de wachtlijsten voor kandidaat-adoptieouders af te schaffen. Deze mensen zouden wel opgenomen kunnen worden in de pool met kandidaten voor binnenlandse adoptie én kandidaat-pleegouders.

“We moeten daar met een open blik naar kijken”, zegt Beke. “De realiteit is dat het aantal adopties de laatste tien jaar is teruggevallen van 205 naar 23 per jaar. Tegelijk wachten in de pleegzorg zo'n 900 kinderen op de geborgenheid van een gezin.” Voor de ouders die momenteel in de adoptieprocedure zitten en al te horen kregen welk kind ze kunnen adopteren, geldt dat wellicht niet.

Minister Wouter Beke.Beeld Klaas De Scheirder

Er wacht Beke een pittige discussie binnen de eigen meerderheid. Coalitiepartners N-VA en Open Vld zijn immers niet gewonnen voor een adoptiepauze. Vlaams Parlementslid Lorin Parys (N-VA) noemt het “een onbesuisd idee dat de meest kwetsbare kinderen in de steek laat”. Hij vreest dat zo’n pauze snel zal neerkomen op een adoptiestop. “Wie tussen de lijnen van dit rapport leest, merkt dat de experts eigenlijk willen dat de interlandelijke adoptie stopt. Wel, dat ze dat dan ook duidelijk zeggen.”

Parys is het niet eens met verschillende van de aannames in het rapport: hij vindt niet dat de adoptiediensten ondergebracht moeten worden onder de overheid, noch vindt hij het idee van de pool voor adoptie- en pleegouders een goed idee.

Ook Maurits Vande Reyde (Open Vld) wil “het kind niet met het badwater weggooien. Ik ben er zelf al langer voorstander van om het systeem van nul te herzien, maar ik pleit toch voor meer nuance”, zegt hij. “Dit verdient een breed parlementair debat. Ik hoop dat we daar de tijd voor nemen.”

Stomp in de maag

Er mag dan nog niets beslist zijn, het voorstel van Beke kwam als een schok voor alle kandidaat-adoptieouders die momenteel in de procedure zitten. “Als kandidaat-adoptieouder word je sowieso een meester in lang wachten op nieuws, maar nu wordt de rekker toch erg ver uitgerekt”, zegt Sarah Steckel, die vijf jaar geleden een eerste zoontje uit Oeganda adopteerde en nu een tweede kindje wil adopteren. “Het is een beetje zoals kinderen krijgen via een ivf-behandeling: klaarliggen voor de inseminatie en dan te horen krijgen dat je ‘respectvol’ een ander traject krijgt. Dat is niet respectvol.”

Het idee van een gemeenschappelijke pool voor adoptie en pleegzorg zien veel van de adoptieouders die we contacteerden niet zitten. “Dat is een waanzinnig idee”, zegt Sofie Toremans. “Ik denk dat de meeste kandidaat-adoptieouders die piste wel op voorhand bekeken hebben. Maar pleegzorg en adoptie zijn niet hetzelfde, de finaliteit ervan is volledig anders. Wij wisten al snel dat pleegzorg niet binnen ons gezin zou passen.”

Ook al onderschrijft niet iedereen de bevindingen van het rapport, dat het systeem van interlandelijke adoptie herbekeken wordt, snappen zowat alle ouders. “Een hervorming kan nooit kwaad”, zegt Steckel. “Maar moet dat echt gepaard gaan met een pauze? Volgens mij hoeft dat niet.”

Bij heel wat geadopteerden wordt het rapport wel “voorzichtig positief” onthaald, zegt Yung Fierens. Zij werd zelf vijftig jaar geleden geadopteerd uit Zuid-Korea en is nu voorzitter is van de adoptiebelangengroep CAFE.

“We zijn blij dat de minister ermee aan de slag wil gaan. Pas op, we beseffen dat adoptieouders vandaag wellicht een stomp in de maag gekregen hebben en leven met hen mee. Maar ik denk dat ook zij moeten toegeven dat het systeem al lang niet meer werkt. Wie een kind wil adopteren, komt terecht op een wachtlijst van tien tot twaalf jaar. Dat kan toch niet? Hopelijk komt er ook voor hen snel duidelijkheid.”