Pensioenplan krijgt zware kritiek, zelfs Vlaamse socialisten niet uitgesproken voor

Bron: Belga

Wie een loopbaan van 42 jaar heeft, moet al op zijn 60ste met vervroegd pensioen kunnen. Voor elke werkdag bovenop die 42 jaar komt er 2 euro pensioen­bonus bij. Met die correcties op het beleid van de vorige regering wil bevoegd minister Karine Lalieux het vertrouwen in de pensioenen herstellen en mensen langer aan het werk houden.

Zo wordt de loopbaanduur nog het enige criterium voor vervroegd pen­sioen. ‘Iedereen die 42 jaar gewerkt heeft, zal tussen 60 en 67 jaar met pensioen kunnen. Daarmee zetten we de ongelijke behandeling recht van mensen die sinds hun 18de werken en vaak zware jobs hebben’, aldus Lalieux. Door de bijsturing kunnen per jaar 6.000 mensen sneller met vervroegd pensioen.

Lalieux wil dat iedereen die minstens tien jaar effectief gewerkt heeft, recht heeft op het minimumpensioen. Het is volgens Lalieux een deel van de oplossing voor de gordiaanse knoop rond de zware beroepen.

‘Sympathiek, maar niet te betalen’

Het voorstel van Lalieux is nog niet doorgesproken met de coalitiepartners en geldt dus als een openingsbod. Zowel in de regering als bij de sociale partners moet het debat nu losbarsten. Ondertussen reageerde minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) vanmorgen in De ochtend op Radio 1 dat hij de betaalbaarheid van de plannen van Lalieux sterk in twijfel trekt.

‘Het voorstel lijkt met een rode stylo geschreven, maar we moeten vermijden dat ook de factuur rood zal zijn’, aldus Van Peteghem. Voor de minister moeten mensen erop kunnen vertrouwen dat ze hun pensioen blijven krijgen. Het pensioenplan, waarvan hij nog geen tekst gezien heeft, klinkt voor Van Peteghem sympathiek, maar hij stelt zich dus vragen bij de betaalbaarheid.

Federaal minister van Zelfstandigen en kmo’s David Clarinval (MR) betreurt dat de pensioenen voor ambtenaren, werknemers en zelfstandigen niet worden gelijkgetrokken. Ook VBO (verbond Belgische ondernemingen) en Voka (vereniging voor Vlaamse werkgevers) stellen zich vragen bij het plan. Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka, roept de federale regeringspartijen op om ‘de voorbereiding van de pensioenminister een niveau hoger te tillen. Anders is dit een nieuw rondje in het verder voor ons uitduwen van de pensioenfactuur.’

Wel of niet in lijn met regeerakkoord?

Groen is momenteel de enige partij die gematigd positief is. Vicepremier Petra De Sutter (Groen) wijst erop dat veel aspecten van het voorstel van Lalieux in het regeerakkoord staan.

Andere partijen zijn kritischer. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez spreekt De Sutter tegen. Voor hem moet Lalieux haar huiswerk opnieuw maken: ‘Deze hervorming is budgettair niet houdbaar en stemt niet overeen met de doelstellingen die de Vivaldi-coalitie heeft vastgelegd’, reageert hij.

Open-VLD-voorzitter Egbert Lachaert valt zijn Waalse evenknie bij. ‘We hebben nood aan een evenwichtige hervorming die wel conform is aan de afspraken uit het regeerakkoord en die de houdbaarheid van het systeem garandeert’, aldus Lachaert.

Eerdere hervormingen uitgehold

Voor N-VA toont het pensioenplan ‘een totaal gebrek aan verantwoordelijkheidszin’. ‘Men wil nog maar eens geld uitgeven dat men niet heeft, zonder enige deftige hervorming om het ook betaalbaar te houden voor de volgende generaties.’

De hervormingen uit het verleden om het pensioenstelsel betaalbaar te houden, worden uitgehold, vindt N-VA: ‘De vraag is of de CD&V en Open VLD de herinnering aan de regering Michel- I volledig zullen uitwissen door hiermee akkoord te gaan’, luidt het in een mededeling.

Vooruit-voorzitter Conner Rousseau roept ondertussen op om het debat binnen de regering te houden. Veel verder lijkt hij zijn nek niet te willen uitsteken voor de Waalse socialiste. Over de inhoud van het plan, houdt hij zich aan de oppervlakte, en legt de nadruk op de inhoud van het regeerakkoord. ‘Onze belangrijkse strijdpunten zijn opgenomen in het regeerakkoord en zullen worden gerealiseerd: het optrekken van de minimumpensioenen naar 1.500 euro en de herinvoering van de pensioenbonus voor wie langer werkt dan een volledige loopbaan. Zo zorgen we ervoor dat werken loont.’