Direct naar artikelinhoud
ReconstructieProces aanslagen Parijs

‘Ik keer niet terug, tenzij om een aanslag te plegen’: hoe de aanslagen in Parijs voorkomen hadden kunnen worden

De belangrijkste terroristen achter de aanslagen in Parijs.Beeld AFP/ RV / Photo news / DR

Woensdag start het proces rond de aanslagen van 13 november 2015  in Parijs, waarbij drie terreurcellen 130 mensen doodden. Een reconstructie aan de hand van gerechtelijke stukken toont aan dat er maanden voorbereiding aan die aanslag voorafgingen. En dat er kansen gemist werden om de daders te stoppen. 

Op 8 januari 2015, de dag na de moordpartij op de redactie van Charlie Hebdo, post ene Billy du Hood op Facebook: “Weldra is het de krant van Brussel die gaat ontploffen.” Billy du Hood is de alias van Bilal Hadfi, een dan 19-jarige leerling van de Brusselse school Anneessens-Funck. Op 6 februari post hij: “Hou jullie kogelvrije vesten klaar. Het uur is aangebroken, broeders.”

Een dikke week later zit de dan net 20 geworden Bilal Hadfi op een vliegtuig met bestemming Istanbul. Zijn moeder Fatima ontvangt in de weken die volgen foto’s van haar zoon in Syrisch oorlogsgebied. Op 10 juni tekst hij haar dat hij niet van plan is om ooit naar België terug te keren, “tenzij om een aanslag te plegen”.

Het gedrag van Bilal Hadfi is in zijn school niet onopgemerkt gebleven. Directeur Chris Pijpen uit zijn ongerustheid op 27 april in een mail aan de inrichtende macht, de stad Brussel: “Een collega heeft mij gemeld dat Bilal extreme ideeën had en heel wat van onze overtuigingen veroordeelde. Nu doen er allerlei geruchten de ronde dat Bilal naar Syrië zou vertrokken zijn.”

Hij voegt twee screenshots van Hadfi’s Facebook-pagina toe aan de mail. Daaruit blijkt onder meer dat Hadfi zijn naam heeft veranderd in Abu Moudjahid Al-Belgiki. De stad Brussel stuurt de mail door naar het eigen platform radicalisering, waarna zes maanden lang met de info van de directeur niets meer gebeurt.

Als het verhaal van Hadfi na de aanslagen eerst de Belgische media en wat later ook The New York Times haalt, wordt directeur Pijpen door de stad Brussel disciplinair geschorst vanwege – onder meer – “mogelijke lekken naar de pers” en “imagoschade”. Zijn melding over Bilal Hadfi, de jongste en minst discrete van de Parijse kamikazes op 13 november 2015, wordt later door het Comité P in een rapport genoemd als een van de dertien gemiste kansen van de Belgische inlichtingendiensten om die te voorkomen.

Aanslag op de Thalys

Op 27 juli 2015 krijgt Fatima opnieuw een berichtje van haar zoon. Hij stuurt: “Ik ben teruggekeerd naar het trainingskamp. Je zal de komende drie maanden niks meer van me horen.”

Dat laatste wordt bewaarheid, het eerste niet.

Facebook lokaliseert Bilal Hadfi op 4 augustus namelijk in het Turkse Catak en elf dagen later op het Griekse eiland Kos, waar hij zich samen met Molenbekenaar Chakib Akrouh (25) tussen de Syrische vluchtelingenstroom heeft gemengd. Akrouh is een jeugdvriend van de bij Islamitische Staat (IS) tot ‘emir’ opgeklommen Molenbeekse draaideurcrimineel Abdelhamid Abaaoud (28). Hij en Akrouh zijn begin 2013 samen naar Syrië getrokken. Bilal Hadfi keek erg naar hen op.

Via Athene, Thessaloniki en Belgrado bereiken Hadfi en Akrouh op 27 augustus de Hongaarse stad Kiskorös, waar ze twee plaatselijk gekochte sim-kaarten in hun Samsung Galaxy’s stoppen. Ze melden hun aankomst met sms’jes naar een Belgisch nummer. De instructies die ze krijgen zijn helder: alleen nog communiceren via kanalen waar de inlichtingendiensten geen vat op hebben. 

Zes dagen eerder heeft de 25-jarige Ayoub El Khazzani geprobeerd om met een kalasjnikov en negen volle laders een bloedbad aan te richten op de Thalys tussen Brussel en Parijs. Door een interventie van enkele passagiers, onder wie twee Amerikaanse militairen, is dat mislukt.

Die Ayoub El Khazzani, een pas in mei vanuit België naar Syrië getrokken IS-strijder, heeft begin augustus samen met Abdelhamid Abaaoud min of meer dezelfde weg afgelegd als Hadfi en Akrouh. Ze zijn samen via het eiland Chios Europa binnengeraakt. Abaaoud heeft hem in Molenbeek onderdak geboden en de wapens geregeld.

Voorprogramma?

Abdelhamid Abaaoud is zowat de meest gezochte crimineel ter wereld sinds het IS-magazine Dabiq kort na de ontmanteling van zijn terreurcel in Verviers in januari 2015 een foto van hem publiceerde naast de in Verviers gedode Brusselse Syrië-gangers Sofiane Amghar en Khalid Ben Larbi. De cel had zich uitvoerig bewapend en was van plan snel toe te slaan. Abaaoud wist na de inval in Verviers België te ontvluchten en terug te keren naar Syrië.

Op 4 september 2015 wordt Abaaoud door de Franse inlichtingendienst DGSE in een nota bestempeld als “een dringende prioriteit voor onze diensten” en “auteur van operationele acties tegen de landen van de coalitie tegen Islamitische Staat”.

De Franse inlichtingendiensten hebben daarover info uit eerste hand. Op 11 augustus arresteerde de Franse politie Réda Hame in Parijs. De 29-jarige Fransman was een van de eerste door Abaaoud terug naar Europa gestuurde IS-strijders. Hij kreeg in Raqqa een week lang een speciale training en maakte al in juni de oversteek. Als een soort voorprogramma op wat er in de Bataclan te gebeuren staat, zo valt uit zijn eerste verklaringen op te maken.

Réda Hame: “Abdelhamid Abaaoud pleitte voor een gemakkelijk doelwit, zoals een concert, waar veel mensen zijn. Hij vertelde me dat het het beste was om daar te wachten op de interventietroepen en vechtend te sterven met gijzelaars. Al wat ik je kan vertellen is dat het heel snel gaat gebeuren. Daar (in Syrië, DDC) was het een echte fabriek, en ze proberen echt Frankrijk en Europa te raken.”

Onbeperkte middelen

En toch zal het Abaaoud en co. lukken om nog maandenlang onder de radar te blijven. Daarvoor zijn er een paar verklaringen. Geld, allereerst. Er lijkt totaal geen gebrek aan te zijn.

Op 3 april 2015 is Abaaouds jeugdvriend Mohamed Abrini in Brussel vrijgelaten uit de gevangenis nadat hij maandenlang had vastgezeten voor diefstallen. Hij zoekt onmiddellijk contact met zijn vele vrienden die naar Syrië zijn afgereisd. Hij reist hen achterna en krijgt van Abaaoud de taak om op verschillende plaatsen in Londen en Manchester cash te gaan ophalen. Het is onduidelijk om wat voor bedragen het gaat, het is wel duidelijk dat enkele figuren in Molenbeek opeens veel gaan uitgeven.

Zo laadt Salah Abdeslam, een andere jeugdvriend van Abaaoud, op 30 juli 1.100 euro cash op zijn bankkaart. Hij heeft die nodig voor de waarborg van een gehuurde Renault Mégane. Samen met Ahmed Dahmani, een 26-jarige drugsdealer uit Molenbeek, begint hij de volgende dag aan een 1.800 kilometer lange autorit naar het Italiaanse Bari. Daar nemen ze de overzet naar het Griekse Patras.

De autorit van begin augustus is de eerste van een totaal van vijf waarbij Salah Abdeslam de latere kamikazes in groepjes van twee of drie gaat ophalen. De tweede rit, eind augustus, met een gehuurde BMW, brengt Hadfi en Akrouh over. Tot vandaag is het niet helemaal duidelijk wie tijdens die eerste rit met de Mégane is overgebracht. Mogelijk was dat Abaaoud zelf.

Kort voor hij de Renault Mégane weer inlevert, rijdt Salah Abdeslam er op 4 september nog mee naar vuurwerkwinkel Les Magiciens du Feu in Saint-Ouen, iets boven Parijs. “Hij was een atypische klant die wist wat hij wou”, zo verklaart de uitbater later aan de politie. “Hij kocht twaalf ontvangers en een afstandsbediening. Vreemd genoeg kocht hij geen vuurwerk.” Salah betaalde 390 euro cash in de winkel.

Een vervalste identiteitskaart waarmee Mohamed Bakkali woningen huurde die als safehouses konden worden gebruikt.Beeld RV Minstère de la Justice

Identiteitskaartenfabriek

Een bijkomende gemiste gelegenheid om de aanslagen te voorkomen, of tenminste te zien aankomen, doet zich voor op 13 oktober 2015. Die dag vallen Brusselse politiediensten een klein atelier binnen in de Gustave Defnetstraat in Sint-Gillis. Het is de uitloper van een onderzoek naar mensenhandel, waarbij prostituees in het bezit blijken te zijn van behoorlijk vakkundig nagemaakte Belgische identiteitskaarten.

In het atelier, gerund door een Algerijn, treffen de speurders een vrij professionele drukkerij aan waarin de inkt van bestaande gestolen identiteitskaarten wordt weggehaald en de kaart wordt herbedrukt met fictieve gegevens en de pasfoto van de nieuwe gebruiker. Op het moment van de politie-inval lopen er al 2.400 mensen met hier gedrukte valse identiteitskaarten rond. De doelgroep bestaat vooral uit mensen zonder papieren, die 900 tot 1.000 euro neertellen per kaart.

Ook Khalid El Bakraoui – dan nog een logistieke loopjongen maar later, op 22 maart 2016, een kamikaze in metrostation Maalbeek – fikste hier in 2014 via een tussenpersoon een valse identiteitskaart. Nu geld plots geen probleem lijkt, volgt in de loop van de maand september 2015 de ene bestelling na de andere door El Bakraoui.

Op een harde schijf van de drukkerij worden de nieuwe aliassen van alle ‘klanten’ minutieus bijgehouden, en ook de tijdstippen waarop de kaarten zijn gedrukt. Voor 7 september 2015 zijn dat: 18.58 uur Samir Bouzid, 19.02 Soufiane Kayal, 19.11 Yassine Baghli, 19.16 Rayan Kays. De laatste twee kaarten dienen voor Salah Abdeslam en Dahmani, de eerste twee voor IS-strijders Mohamed Belkaid en Najim Laachraoui. Die zijn de vorige dag met een gehuurde Mercedes opgehaald in Boedapest.

Safehouses

Op 14 september print de machine de valse identiteitskaarten waarmee de dan nog enkel als logistieke hulpjes betrokken Mohamed Bakkali en Khalid El Bakraoui woningen gaan huren in Auvelais, Schaarbeek, Charleroi en Jette, die als safehouses kunnen worden gebruikt.

Abaaoud heeft er duidelijk voor gekozen niet langer in te zetten op één enkel safehouse, zoals in Verviers, maar wil de risico’s spreiden. Omdat hij het vaakst wordt ingeschakeld als huurder worden voor Bakkali maar liefst drie valse identiteitskaarten gedrukt, met op de foto telkens dezelfde bril en dezelfde pruik die later zal worden teruggevonden op de derde verdieping van de Henri Bergéstraat 86 in Schaarbeek.

Op 16 september, daags voor Salah Abdeslam hen gaat ophalen in Boedapest, print het atelier vanaf 9.07 uur ’s ochtends valse identiteitskaarten voor Fouad Mohamed-Aggad, Samy Amimour en Omar Mostefai. Zij vormen het Franse trio dat zal worden aangeduid voor de moordpartij in de Bataclan.

Op 28 september, net voor Salah Abdeslam in het Duitse Ulm met Omar Darif, Osama Krayem en Sofien Ayari de laatste lichting IS-strijders gaat ophalen, rollen in Sint-Gillis ook hun valse identiteitskaarten van de persen.

Naaipatroon

In de avond van 30 september zet Najim Laachraoui onder zijn nieuwe alias Soufiane Kayal zijn handtekening onder een huurcontract voor een alleenstaande woning in de Redachestraat 15 in Auvelais, bij Sambreville. Hij legt 6.400 euro cash op tafel voor de eerste maanden huur en de overname van een deel van het meubilair, waaronder een voor wat hij hier gaat doen onontbeerlijke ijskast.

Zoals hem dat in het kalifaat is aangeleerd, gaat Laachraoui immers TATP-poeder vervaardigen met producten die je in België en Frankrijk in elk doe-het-zelfzaak in je boodschappenwagen kan laden. Eens klaar met de TATP-productie worden de bommengordels voor Parijs aan elkaar genaaid in de Henri Bergéstraat. De politie zal daar op 10 december 2015 een ruwe schets van een bommengordel terugvinden, en een wit doekje en een geslepen flesbodem met TATP-resten.

Kalasjnikov-laders

Eén keer is het voor de terroristen echt op het nippertje. In de vroege ochtend van woensdag 21 oktober staat de politie bij Khalid El Bakraoui voor de deur met een huiszoekingsbevel. Na een tip uit het Waals-Brabantse milieu is het parket van Nijvel een onderzoek gestart naar enkele jongeren uit Laken die sinds de zomer heel actief op zoek zijn naar laders voor kalasjnikovs. Zoveel mogelijk, en met een onbeperkt budget. El Bakraoui is gefotografeerd tijdens een ontmoeting met een van die lui in Laken, en wordt er – heel terecht – van verdacht de eindafnemer te zijn. De verkoop van laders voor de AK-47 is in 2015 in België nog niet verboden. Dat zal pas gebeuren na de aanslagen in Parijs.

Khalid El Bakraoui is in 2011 voor een reeks overvallen en carjackings met kalasjnikovs veroordeeld tot vijf jaar cel. In maart 2013 is hij vrijgekomen met een enkelband. 

Tijdens de huiszoekingen worden geen wapens gevonden. De speurders schrikken wel van wat ze aantreffen op de laptop van El Bakraoui: “Op de harde schijf vinden we meerdere religieuze video’s met oproepen tot de jihad, en ook foto’s van bekende terroristen.” 

Het is El Bakraoui die met zijn valse identiteitskaart het huurcontract heeft ondertekend voor het flatje in de Rue du Fort in Charleroi. Dat is het safehouse waar Abaaoud zich schuilhoudt samen met Bilal Hadfi. De huiszoeking bij El Bakraoui zorgt dan ook voor ongerustheid bij leider Abaaoud.

De kans dat iemand in Charleroi hem of Hadfi zal herkennen is natuurlijk klein, maar Abaaoud wil de risico’s zo beperkt mogelijk houden. Bij een buurtonderzoek door de politie blijkt achteraf maar één iemand Bilal Hadfi postuum te kunnen herkennen. Het is de uitbater van een islamitisch boekenwinkeltje in het centrum van Charleroi. Hij herinnert zich dat de jongen in de loop van de maand oktober driemaal in zijn winkeltje is geweest, tweemaal alleen en één keer samen met een twintiger die achteraf zal worden geïdentificeerd als Ismaël Mostefai. “De jongen vroeg me naar boeken met beschrijvingen van het paradijs.”

Tijdens een laatste stop in België, in het winkeltje van het Texaco-tankstation langs de E19 in Saint-Ghislain, zien we de broers Abdeslam en Mohamed Abrini op de bewakingsbeelden.Beeld RV

Laatste voorbereidingen

De terroristen kunnen alleen maar hopen dat bij de huiszoeking bij El Bakraoui niets wordt gevonden dat in hun richting wijst. En dat gebeurt ook blijkbaar niet. De Brusselse onderzoeksrechter Sophie Grégoire vindt zijn uitleg, dat hij enkel bezig is met het uitbouwen van een handel in huishoudelijke apparaten, geloofwaardig. Khalid El Bakraoui mag beschikken.

De akte van beschuldiging op het proces in Parijs laat zien hoe het nieuws van de huiszoeking aanleiding geeft tot onrust. Ibrahim El Bakraoui bijvoorbeeld, die zijn eigen safehouse heeft in de Kazernelaan in Etterbeek, verlaat dat die avond om 18.50 uur en keert pas terug als hem de volgende dag is gemeld dat zijn broer weer op vrije voeten is.

Op maandag 9 november filmt een bewakingscamera Salah Abdeslam om 14.45 uur bij het ondertekenen van het huurcontract voor een zwarte Renault Clio bij Rent A Car langs de Kroonlaan in Elsene. Hij betaalt de 1.209 euro met zijn bankkaart.

Nog geen drie kwartier later doet hij hetzelfde voor een zwarte Volkswagen Polo bij Astral Rent-A-Car in Etterbeek. Hier betaalt hij 970 euro. Nog eens drie kwartier later huurt zijn broer Brahim een zwarte Fiat Seat bij Top Rent a Car langs de Haachtsesteenweg in Schaarbeek.

Op woensdag 11 november rijden Salah en Mohamed Abrini naar Parijs om hotelkamers te regelen. Ze stappen in een benzinestation langs de A1 in Ressons-sur-Matz uit voor een bewakingscamera.

De drie wagens brengen de elf terroristen op donderdagnamiddag in groepjes naar de hotelkamers in Bobigny en Alfortville, waar de meesten onder hen de laatste nacht van hun leven zullen doorbrengen. De meesten schrijven die avond hun testament. Een van hen zal dat niet doen.

Tijdens een laatste stop in België, in het winkeltje van het Texaco-tankstation langs de E19 in Saint-Ghislain, zien we de broers Abdeslam en Mohamed Abrini op de bewakingsbeelden. Er is op dat ogenblik iets dat de broers weten, en Abrini nog niet. Salah Abdeslam vertelt het hem ‘s avonds, als ze samen iets gaan eten in de Quick in Bobigny, niet ver van het Stade de France. Abrini krijgt te horen dat er van hem wordt verwacht dat hij samen met twee Irakezen een bommengordel gaat aantrekken en zich moet opblazen in het Franse nationale voetbalstadion. Hij loopt weg, gaat zitten in een snackbar, ziet een taxi, en wenkt die. Hij zegt: “Het station.” De taxichauffeur zegt dat er zo laat in de nacht geen treinen meer rijden. Hij kan wel voor 400 euro naar Brussel rijden.

Rond vier uur ’s ochtends stapt Abrini uit aan de Time-Out, aan de brug over het kanaal, tegenover het Klein Kasteeltje.

Mohamed Abrini: “Ik had tranen in mijn ogen en een bonzend hart. Ik wist dat er iets vreselijks te gebeuren stond. Ik wist alleen niet wanneer.”

Morgen: Hoe verliep de dag van de aanslagen? Een reconstructie.