De Standaard4 vragen microplastics

Autobanden grote bron van plasticdeeltjes in water

Een minder bekende bron van vervuiling met microplastics zijn de kleine partikels die ontstaan door bandenslijtage. De deeltjes belanden op het wegdek of in de berm en spoelen met de neerslag naar het oppervlaktewater. © getty

De microplastics in onze waterlopen zijn meer afkomstig van slijtage van banden dan uit afvalwater. Dat leert het eerste grote onderzoek daarnaar in Vlaanderen. De negatieve milieu-impact wordt verwaarloosbaar geacht.

Tom Ysebaert

Kleine stukjes plastic afval, of microplastics, zitten overal. Van de Himalaya tot de diepste oceanentrog. Maar hoe wijd de verspreiding in Vlaanderen was, dat wisten we niet. Een eerste groot onderzoek vult nu die leemte. De Universiteit Gent en de onderzoeksinstelling Vito, voerden het uit in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).

De onderzoekers verzamelden 210 stalen in oppervlaktewater, huishoudelijk afvalwater, uit water afkomstig van zuiveringsinstallaties en uit water dat van de autosnelwegen afstroomt.

1. Hoeveel microplastics zitten er in ons water?

In 1 liter oppervlaktewater werden gemiddeld 0,36 deeltjes microplastics teruggevonden. Het ging voornamelijk om polypropyleen en polystyreen, soorten plastic die veel in verpakkingen gebruikt worden. Deze concentraties zijn vergelijkbaar met wat in Nederland, Finland en Hongarije gerapporteerd is.

Op de waterbodem vonden de onderzoekers gemiddeld 2.480 microplasticdeeltjes per kilogram sediment. Ook deze resultaten zijn vergelijkbaar met wat in andere Europese landen werd vastgesteld.

Kraanwater – dat voor een groot deel uit oppervlaktewater gewonnen wordt – blijkt een zeer laag aantal microplastics te bevatten: tussen de 0 en de 0,06 per liter. Waar die deeltjes vandaan komen – zwerfvuil of industrieel afval – is in deze studie niet onderzocht.

2. Komen ze uit het afvalwater?

In het huishoudelijk afvalwater werd gemiddeld een tiental deeltjes per liter teruggevonden. Veel polystyreen en polypropyleen maar ook PET en PVC. Dat betekent dat er per Vlaming iedere dag gemiddeld 1.145 microplastics in het afvalwater terechtkomen. Per jaar zijn dat 418.000 deeltjes. Alle Vlamingen samen doen omgerekend via hun huishoudelijk afvalwater jaarlijks ruwweg 3 ton microplastics in het afvalwater terechtkomen.

Die 3 ton belandt niet zomaar in het milieu. De rioolwaterzuiveringsinstallaties halen nagenoeg al die deeltjes (gemiddeld 97,5 procent) eruit. Ook deze percentages zijn vergelijkbaar met onze buurlanden.

Van iets meer dan acht op de tien gezinnen gaat het afvalwater naar zo’n zuiveringsstation. De huishoudens die niet aangesloten zijn zouden goed zijn voor twee derde van de ongeveer 600 kilogram microplastics die jaarlijks toch in het watermilieu terechtkomen.

3. Hoe zit dat met die autobanden?

Een minder bekende bron van vervuiling met microplastics zijn de kleine partikels die ontstaan door bandenslijtage. De deeltjes belanden op het wegdek of in de berm en spoelen met de neerslag naar het oppervlaktewater. Een fractie gaat de lucht in.

Om dit in kaart te brengen verzamelden de onderzoekers stalen langs vijf autosnelwegen (in Deinze, Sint-Niklaas, Kortenberg, Bertem en Hoeilaart). In de stalen van het afstromend water werden tussen 0,02 en 9,20 milligram rubberpartikels per liter per dag teruggevonden. Op die manier komt er via bandenslijtage in Vlaanderen naar schatting 650 ton partikels per jaar op het wegdek terecht. Daarvan belandt er ongeveer 246 ton in het oppervlaktewater, de rest verdwijnt in de riolering. Dat is aanzienlijk meer dan wat er met het huishoudelijk afvalwater meekomt.

‘Het was verrassend hoe groot het aandeel van die bandenpartikels was’, zegt professor Jana Asselman (UGent), een van de auteurs van de studie. ‘Het geeft een indicatie dat deze bron niet te onderschatten is. Wat de toestand in stedelijke centra is, hebben we in deze studie nog niet eens onderzocht.’

4. Hoe schadelijk zijn al die microplastics?

Ondanks hun alomtegenwoordigheid noemen de onderzoekers de risico’s op negatieve effecten op de ecologie van het oppervlaktewater ‘laag tot verwaarloosbaar’. Dat gaat ook op voor de organismen die in het sediment leven al zijn er bepaalde zones waar risico’s niet uitgesloten kunnen worden. Wat de risico’s voor de mens van de aanwezigheid van de kleine plastic deeltjes in het (drink)water zijn, kan met de huidige kennis niet bepaald worden.

‘Het is niet omdat we het risico vandaag als verwaarloosbaar inschatten dat we niets aan dit afval moeten doen’, zegt Asselman. ‘Plastic stapelt zich op in het milieu. Wat vandaag niet schadelijk is kan in de toekomst een niveau bereiken waarbij dat wel zo is. Maar dan krijg je het er niet meer uit.’

De Gentse prof doet twee aanbevelingen. ‘Als we meer huishoudens op het rioleringsstelsel aansluiten, zouden we al een belangrijke bron van vervuiling kunnen uitschakelen. Wat de banden betreft zouden we systemen moeten bedenken om de partikels uit het wegstromende water te filteren.’

Voor de Vlaamse minister van Omgeving, Zuhal Demir (N-VA), toont dit onderzoek aan dat we ons voor microplasticvervuiling ‘niet eenzijdig op de industrie mogen richten, ook huishoudens en transport veroorzaken ze’. Zij denkt dat er in de beleidsdomeinen Mobiliteit en Openbare Werken initiatieven genomen kunnen worden om microplastics terug te dringen, net als in de federale en Europese productnormering.

Wat zijn microplastics?

Microplastics zijn stukjes die kleiner zijn dan een halve centimeter. Ze komen voort uit slecht afvalbeheer, verliezen bij transport, slijtage of zwerfvuil. Zo komen ook vrij bij het wassen van kledij met kunststofvezels. In 2018 werd deze fractie wereldwijd geschat op 86 miljoen ton.

In het water ontstaan ze wanneer grotere stukken uit elkaar vallen onder invloed van zonlicht, temperatuur, golfwerking of wrijving.

Er zijn zogeheten primaire microplastics, die gemaakt worden voor gebruik in verzorgings-, schoonheids- en schoonmaakproducten en in verf. Zij staan ook bekend als ‘microbeads’. Zij gaan het afvalwater in. Europa ijvert voor een verbod op dit soort gebruik tegen 2022. (ty)