Ricardo Smit

Zijn de kerncentrales nu echt op weg naar de exit? En wat zal hun vervanging kosten? 6 vragen over de kernuitstap

Het lijkt erop dat het nucleaire verhaal in ons land op zijn einde loopt. Zeker nu België van Europa gasgestookte elektriciteitscentrales mag subsidiëren. Die centrales zijn uitstekend geschikt om de kernuitstap op te vangen. Maar wat gaat dat subsidiëringsmechanisme ons kosten? Waar haalt de overheid dat geld? En raken de nieuwe gascentrales tijdig vergund, zodat de kernuitstap echt een feit wordt?

Wanneer in 2025 de laatste van onze 7 kernreactoren uit dienst worden genomen, moet er technologie klaarstaan om de weggevallen stroomproductie op te vangen. Dat zullen onder meer hernieuwbare energiebronnen zijn: vooral zonnepanelen en windturbines. Maar wanneer de wind en zon niet thuis geven, moeten andere technologieën inspringen. Die komen altijd op de tweede plaats én hangen voor hun inkomsten dus volledig af van ons wispelturige weer. 

Dat is onhoudbaar: zonder extra subsidies redden de vervangtechnologieën het niet. Europa stemt met de subsidies in, maar stelt wel twee belangrijke voorwaarden. De eerste is dat alle technologieën (naast elektriciteitscentrales op gas, ook opslagsystemen voor stroom bijvoorbeeld) een beroep kunnen doen op de subsidies. De tweede voorwaarde is dat ook buitenlandse spelers mogen meedoen.

In de praktijk zullen de subsidies worden toegekend via een veilingsysteem: geïnteresseerde partijen dienen hun project in met het subsidiebedrag dat ze denken nodig te hebben. De partij die de minste subsidies vraagt, krijgt het project toegewezen. 

Bij de eerste veiling in oktober zal ruim 7300 megawatt (MW) aan vermogen worden geveild. Ongeveer 5000 MW zal komen van bestaande installaties. Dat zijn oudere gascentrales of bijvoorbeeld biomassa-eenheden of andere systemen die al langer op de markt zijn. 2300 MW zal moeten worden geleverd door nieuwe installaties. Dat komt neer op twee à drie grote gascentrales. In 2024 komt er dan een tweede subsidieronde, waar nog voor ruim 2500 MW moet worden geveild. Aan die veiling zullen ook buitenlandse spelers mogen deelnemen.

De tweede veiling is ongewoon groot.  Een kwart van je vervangcapaciteit moeten zoeken op amper één jaar voor de sluiting van de kernreactoren houdt een risico in. Het gat zou te groot kunnen zijn, waardoor de spelers hun vel duur kunnen verkopen. Lees: ze zouden flink wat subsidies kunnen eisen. Maar het biedt anderzijds ook een kans voor nieuwe technologieën, zoals batterij­opslagsystemen. Het is namelijk onmogelijk om op amper 1 jaar voor de sluiting van de kerncentrales een volledig nieuwe gascentrale te bouwen. Door de 2500 MW pas in 2024 te veilen spaart energieminister Tinne Van der Straeten (Groen) twee à drie grote gascentrales uit.

Volgens Van der Straeten zou het hele systeem ca. 230 à 250 miljoen per jaar kosten, 15 jaar lang. In totaal ca. 3,5 miljard. Dat is een pak geld. De berekening dateert ook van begin dit jaar. Op dat moment stond de gasprijs nog heel laag. Maar die is sindsdien bijna verdrievoudigd. Dat betekent dat met name de gascentrales hun grondstof om elektriciteit te maken (gas dus) veel duurder moeten aankopen. Ze moeten daarenboven ook almaar meer betalen om hun CO₂-uitstootrechten te betalen. Hun kosten nemen toe, waardoor ze mogelijk meer subsidies zouden kunnen vragen. Maar, zo nuanceert energie-econoom Johan Albrecht, de stroomprijs is ook een flink stuk verhoogd. Dat betekent meer inkomsten voor de gascentrales. Bovendien zullen ze vooral worden ingezet op momenten van schaarste wanneer de stroomprijs peperduur is. 

Hoeveel subsidies de vervangende technologieën precies zullen vragen, is dus onduidelijk. Maar het is wel zeker dat het om miljarden gaat. Miljarden die zullen worden verrekend op de factuur van de elektriciteitsverbruikers:  de industrie, handelszaken en ook de gezinnen. Voor een gemiddeld gezin zou het volgens Tinne Van der Straeten om 16,8 euro per jaar gaan. Maar dat bedrag zou onmiddellijk worden gecompenseerd door andere federale heffingen van de elektriciteitsfactuur te halen. Die zouden dan worden betaald uit de algemene middelen. Die “algemene middelen”, dat is dus onze rijksbegroting. Die wordt gevoed door ons belastinggeld. We betalen de opvang van de kernuitstap dus hoe dan ook: is het niet via onze stroomfactuur, dan wel via de belastingen. Het is bovendien nog onduidelijk waar de regering dat extra geld binnen haar begroting voor die ondersteuning zal vinden.

Los van de subsidielast staan onze energiefacturen sowieso al onder druk. Want niet alleen ons land ziet gascentrales als een overgangstechnologie, ook andere landen doen dat, onder meer om hun vervuilende steenkoolcentrales te vervangen. De vraag naar aardgas neemt daardoor almaar meer toe, terwijl de gas- en olieproducerende landen op de rem gaan staan. Onder meer Rusland en de OPEC draaien de kraan almaar verder dicht om de prijs zoveel mogelijk op te voeren. Nochtans hebben al onze regeringen beloofd dat onze energiefacturen niet zouden stijgen. Maar de prijs op de internationale gas- en elektriciteits­markten, daar hebben ze jammer genoeg geen greep op.

Of toch: één overheid heeft wél een mogelijkheid om de galopperende energieprijzen wat in toom te houden. Onze federale regering. Ze kan de btw op de gas- en elektriciteitsfactuur verlagen. Spanje, waar de stroomprijzen nog meer de pan uit rijzen dan bij ons, heeft dat intussen al gedaan. Ook bij ons heeft de regering-Di Rupo ooit zo’n (tijdelijke) btw-verlaging doorgevoerd. Maar deze regering blijft daarover oorverdovend stil. 

Een gascentrale stoot beduidend meer CO₂ uit dan een kerncentrale. Volgens rapporten van het IPCC, het klimaatpanel van de VN, is dat voor een gascentrale ca. 480 gram CO₂ per kWh. Voor een kerncentrale is dat 12 gram, veertig keer minder dus. 

Voor het klimaat is een nieuwe gascentrale mogelijk niet de beste keuze.Tinne Van der Straeten wil dan ook ingrijpen op de CO₂-uitstoot van de nieuwe gascentrales zelf. De nieuwe centrales zullen tegen 2027 een concreet plan moeten voorleggen om hun CO₂-uitstoot tegen 2050 terug te brengen tot 0. De exploitanten mogen zelf kiezen hoe ze dat doen: door groene waterstof in plaats van gas te gebruiken bijvoorbeeld of door de CO₂-uitstoot op te vangen en te stockeren, of door de koolstof te hergebruiken. Dat mogen geen vage beloften blijven. De federale regering zal het afbouwscenario dan ook controleren, met een eerste tussenopname in 2035 en een tweede in 2045. Maken de exploitanten hun beloften niet waar, dan volgen er boetes. Een kanttekening wel: de federale zegt niet hoeveel CO₂ de centrales in 2035 of 2045 minder moeten uitstoten. Dat laat ze over aan de exploitanten zelf. De uitstoot moet verminderen en tegen 2050 0 zijn. Punt. Hoe snel en op welke manier laat ze aan de bouwers van de centrales zelf over.

Dit gaat wel over de nieuwe centrales. Oude, bestaande gascentrales die meestappen in de subsidiëring, kregen geen doelstellingen opgelegd om hun uitstoot af te bouwen. Maar die zullen normaal gezien allemaal ruim voor 2050 sluiten, wegens einde levensduur.

Exact een jaar geleden publiceerde Energyville, het toponderzoekscentrum naar hernieuwbare energie, zijn actualisatie voor de elektriciteitsvoorziening in België in 2030 en 2050. Het bestudeerde daarbij 3 scenario’s: een totale kernuitstap in 2025, een verlenging van twee kerncentrales met 10 jaar en een verlenging met 20 jaar.

Energyville benadrukte dat een nucleaire uitstap mogelijk is zonder dat we in bevoorradingsproblemen zullen komen. Maar het concludeerde ook: “Nucleaire verlenging verlaagt de nood aan investeringen in gascentrales en heeft een verwaarloosbare impact op investeringen in hernieuwbare energie.” Lees: een nucleaire verlenging staat de hernieuwbare energie amper in de weg.

Andere landen kiezen wél voor een combinatie hernieuwbaar én kernenergie. Zo zal bijvoorbeeld Polen tegen 2043 maar liefst 6 nieuwe kernreactoren bouwen om zijn steenkoolcentrales te vervangen. In 2033 zou de eerste kerncentrale klaar moeten zijn, maar tegelijk wil Polen zijn aandeel hernieuwbare energie ook optrekken tot 23% in 2030. Maar in Polen zou het elektriciteitsverbruik wel nog een flink stuk stijgen: de koek wordt groter, waardoor er plaats is voor zowel nucleaire centrales als hernieuwbare bronnen, stipt energie-econoom Johan Albrecht aan. Bij ons zou die groei minder groot zijn.

Alle nieuwe gascentrales moeten wel nog één moeilijke horde over: ze moeten vergund raken. En dat is momenteel een probleem: geen van de vier Vlaamse projecten heeft een werkbare vergunning op zak. In Vlaanderen hebben de provincies Limburg en Vlaams-Brabant de vergunningen van twee centrales geweigerd. Bij de derde gascentrale, in Wondelgem, is de vergunning geschorst door een beroep van een burgercomité. Het laatste project, van T-Power in Tessenderlo, heeft gewoon nog geen vergunning. In Wallonië lopen beroepen tegen drie van de vier projecten, maar die werken niet opschortend. Enkel de centrale van Eneco in Manage zit nog veilig, maar kreeg wel een quasi onmogelijke eis opgelegd: ze moet direct twee derde van haar CO₂-uitstoot opvangen en stockeren. Over die zogenaamde CCS-systemen is al veel geschreven en hard nagedacht, maar nergens ter wereld is er al zo’n systeem op een grote energiecentrale operationeel.

De tijd dringt intussen, want voor eind deze maanden moeten de verschillende projecten zijn ingediend. Het is lang niet zeker dat tegen dan alle beroepen zijn behandeld. Een aantal gascentrales dreigt dus aan de subsidieronde te beginnen zonder een goedgekeurde vergunning op zak. De aanslepende procedures kunnen ook de bouw vertragen.

Daardoor zouden de kerncentrales toch weer opnieuw in het vizier kunnen komen. Want over één ding zijn alle regeringspartijen het eens: een stroomtekort is absoluut uit den boze. Wordt het gat van de kerncentrales niet tijdig dichtgereden, dan is een verlenging van Doel 4 en Tihange 3 toch nog mogelijk.

Maar dan moet uitbater Engie nog wel meewillen, natuurlijk. Engie liet duidelijk verstaan dat het voor hen te laat is: een kerncentrale laten verlengen neemt juridisch en technisch makkelijk vijf jaar in beslag. Als dat toch sneller zal moeten, zal dat ongetwijfeld meer geld kosten. En daar draait het uiteindelijk om: kost een verlenging van een kerncentrale te veel geld, dan komt die er niet. In Zweden en de VS zijn er al kernreactoren - tegen de wil van de politiek - gesloten omdat ze eenvoudigweg niet rendabel meer waren.

Bovendien ziet het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) nauwgezet toe op de veiligheid van één en ander. Het FANC liet al verstaan dat het helemaal niet opgezet was met de manier waarop Doel 1 en 2 en Tihange 1 in 2015 werden verlengd. Die moesten halsoverkop er nog tien jaar bij doen. De centrales moesten worden gemoderniseerd tijdens hun verlenging. Pas in 2020 waren ze helemaal up-to-date. Onderweg lagen ze verschillende keren stil voor tussentijdse updates. Daarbovenop moesten ze nog eens maandenlang worden stilgelegd vanwege een slijtageprobleem. Een scenario dat ze bij het FANC niet graag herhaald zien. En bij Engie ook niet.

Meest gelezen