Ex-president Hollande bij start proces aanslagen Parijs: “Er moet sprake geweest zijn van tekortkomingen aan Belgische kant”

Woensdag begint in Parijs het proces over de aanslagen in Parijs van november 2015. Twintig verdachten, onder wie Salah Abdeslam, moeten zich verantwoorden voor de dood van 130 mensen, bij drie gelijktijdige terreuraanslagen. De negen daders staan niet terecht, want zij zijn allemaal dood. De beschuldigden zouden allen geholpen hebben bij de voorbereidingen of zouden de operaties vanuit Syrië geleid hebben. 

Het proces in Parijs heeft een belangrijk Belgisch luik, aangezien verschillende beschuldigden uit ons land afkomstig zijn. Tijdens het proces zullen dan ook zo’n 70 Belgische getuigen verhoord worden: familie van de daders, maar ook een Belgische onderzoeksrechter en Belgische speurders. “In België wordt onderzocht of de politie bepaalde informatie heeft gemist, met name over de broers Abdeslam”, zegt Hollande daarover. De toenmalige president zegt te begrijpen dat het publiek verantwoording eist van de autoriteiten. Een deel van de verantwoordelijkheid ligt volgens hem in ons land: “Na een aanslag wordt altijd de vraag gesteld: hadden we het kunnen voorkomen? Vele zijn verijdeld, maar deze niet, dus er moet sprake zijn geweest van tekortkomingen aan Belgische kant, of van onze eigen geheime diensten.” 

Hollande noemt het zijn plicht om namens de staat te getuigen tijdens het proces. “Ik geloof dat het aan mij is om op deze zaken terug te komen, om aan te tonen dat we adequaat hebben gereageerd, maar ook om erop te wijzen dat we niet in staat waren om degenen die ons hebben aangevallen te identificeren.”