Direct naar artikelinhoud
Vijf vragenIve Marx

‘Werkgevers moeten sterkere prikkels krijgen om te werken aan werkbaar werk’

Ive Marx.Beeld Stefaan Temmerman

De federale regering zet in op terugkeercoaches die de langdurig zieken met zachte hand terug naar werk moeten leiden. In 2022 gaan veertig coaches van start, in 2023 moeten er dat zestig zijn. Professor sociaal-economische wetenschappen en sociologie Ive Marx (UAntwerpen) vreest dat dit niet zal volstaan.

500.000 langdurig zieken telt ons land. Is dat veel?

Marx: “Dat cijfer is niet uitzonderlijk veel. Als je de vergelijking maakt binnen de OESO dan zit ons land daarmee ergens in de middenmoot. Het is niet altijd makkelijk vergelijken, omdat heel wat landen verschillende stelsels hebben. In sommige landen fungeert invaliditeit deels als equivalent van ons brugpensioen. De hervorming van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) waarbij de uittredingsleeftijd werd verhoogd, is mogelijk mede een driver gebleken voor de toename van het aantal langdurig zieken bij ons.”

Federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) mikt op zo’n 10 procent van die langdurig zieken weer aan het werk te krijgen. Is dat veel?

“Dat is best wel een aanzienlijk aantal en het zou ook een belangrijk verschil maken. Het is een delicate problematiek. Een flink deel van die mensen is echt ook heel erg ziek, die mensen moeten we behoorlijk ondersteunen en helpen. Tegelijk is een deel zeker te activeren.”

Vandenbroucke wil coaches inzetten om die mensen nu opnieuw aan een job te helpen. Een goed plan?

“Die terugkeercoaches kunnen allicht een beperkte groep van de langdurig zieken helpen weer aan de slag te gaan. Er zijn ook al hervormingen gebeurd om de geleidelijke overgang naar werk financieel weer aantrekkelijker te maken. Maar ik vrees ook dat het een druppel op een hete plaat zou kunnen worden. Er is meer nodig, want het is veruit de snelst groeiende tak van de sociale zekerheid. Elk jaar komen er tienduizenden langdurig zieken bij.”

En dat is?

“De instroom van het aantal mensen in de langdurige arbeidsongeschiktheid. Het aantal mensen dat op actieve leeftijd van een uitkering leeft in ons land is al te hoog. Het aantal langdurig zieken was pre-corona aan het toenemen, het zal post-corona vermoedelijk verder groeien. Dat is een zorgwekkend maatschappelijk probleem. Zowel economisch, wegens de structurele krapte op de arbeidsmarkt, als budgetair, want dat is een bijkomende kost. Er is urgentie nodig en die ontbreekt volgens mij toch wat.”

Wat is er volgens u nodig?

“De ervaring leert dat we de aangroei moeten aanpakken. In Nederland hadden ze eind de jaren 80 een groot vergelijkbaar probleem. ‘Nederland is ziek’, zei toenmalig premier Ruud Lubbers. Bedrijven reorganiseerden massaal door werknemers naar huis te sturen via een Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Er was een paardenmiddel nodig, waarbij werkgevers werden geresponsabiliseerd. Ook bij ons worden mensen snel op kosten van de sociale zekerheid thuisgezet.”

“Werkgevers moeten sterkere prikkels krijgen om te werken aan werkbaar werk en een gezonde werkomgeving. Veel actoren zouden via de juiste prikkels voor hun verantwoordelijkheid kunnen worden geplaatst. Ook controle-artsen en de mutualiteiten. En uiteraard ook de betrokken mensen zelf. Met het plan zoals ik het nu zie, ontbreekt het aan die responsabilisering, waardoor ik betwijfel of dit voldoende zal zijn. Misschien komen er ook nog flankerende maatregelen, want de hoge inactiviteit is uiteraard niet uitsluitend een zaak van Volksgezondheid.”