Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronahonden

Wie laat de hond uit nu het baasje naar kantoor moet? ‘Ze kan niet alleen blijven’

Het zijn weer drukke tijden voor hondenbegeleiders.Beeld Wouter Van Vooren

Blaffen of luid piepen blijkt niet te helpen, zo stellen veel honden vast. Hun baasje trekt weer naar kantoor. Hondenbegeleiders krijgen nu massaal aanvragen om met de dieren op wandel te gaan. ‘Anders zijn we allebei verloren.’ 

“Als Camille alleen is, begint ze soms de vulling uit de kussens te trekken”, zegt Phyllis Braeckman, een marketeer uit het Gentse. “Of ze graaft de aarde uit de bloempotten. Dat is al gebeurd als ik ben gaan werken. Op zo’n dag kom je thuis en denk je: oh nee, nu kan ik nog beginnen op te ruimen.” 

Tijdens de lockdown was Braeckman elke dag thuis. Nu het leven weer herneemt, moet ze twee dagen per week naar kantoor. Dat betekent dat er dus niemand is om tijdens de dag met Camille te spelen. Daar heeft de drie jaar oude Duitse pincher het niet zo op begrepen. “Ze kan niet alleen blijven”,  zegt Braeckman. “Telkens als ik naar het werk ga, bel ik naar de hondenbegeleider voor een wandeling. Die heb ik dus enkele keren per week nodig. Anders zijn ik en Camille allebei verloren.” 

Vachthonger 

Camille is niet alleen. Veel honden zien met lede ogen aan hoe hun baasje weer de deur uit stapt. Om de uren alleen te doorbreken, belt Braeckman naar Wandellust, die er dan met Camille op uit trekt. De telefoon van Jessica Coppens, die aan het hoofd staat van deze zaak met hondenbegeleiders, stond sinds het einde van de lockdown nog niet stil. Baasjes bellen haar om te vragen of ze hun viervoeter nog vlug kan meenemen. 

“Tijdens de lockdown was het bij ons erg rustig”, zegt Coppens. “Maar sinds juni kwamen er weer klanten bij ons aankloppen voor een wandeling. Zeker nu mensen opnieuw op reis kunnen en op kantoor gaan werken, is het heel druk.”

Coppens krijgt vaak honden binnen van maar enkele maanden oud. De asielen liepen maanden geleden nog leeg omdat mensen met ‘vachthonger’ een dier in huis haalden. Ook de hondenfokkers deden gouden zaken. Maar nu komen veel eigenaars tot het besef dat hun huisdier opvang nodig heeft.

Hondenbegeleider Guido Vergeyle van Guiding Dogs. ‘Helaas moet ik zelfs mensen weigeren.’Beeld Wouter Van Vooren

Ook Guido Vergeyle van Guiding Dogs gaat van deur tot deur om viervoeters op te halen voor een wandeling. Hij heeft twee herdershonden – Djoels en Tapas – om met groepen van maximaal tien dieren op stap te gaan. “Wekelijks krijg ik meer aanvragen”, zegt hij. “Helaas moet ik zelfs mensen weigeren.” 

Honden zijn als roedeldier niet gemaakt voor de eenzaamheid. Als hun baasjes ergens naartoe gaan, worden ze ongerust en willen ze graag mee. Door het thuiswerken tijdens corona leerden de dieren niet alleen thuis te zitten, zo stellen de hondenbegeleiders vast. Met alle gevolgen van dien. 

“De overgang gaat voor de dieren veel te bruusk”, zegt Vergeyle. “Een hond die tijdens de lockdown nooit zonder gezelschap heeft gezeten, kan niet plots acht uur alleen zijn. Dan krijgt het dier het lastig en is de tuin geruïneerd als het baasje weer thuis komt.”

Training 

De training om honden te leren omgaan met de eenzaamheid, is eigenlijk om hen gerust te stellen dat hun baasje zal terugkeren. Maar het kan weken duren voor ze het weer gewoon zijn. Volgens Coppens, die ook werkt als puppycoach, moet je het in stapjes oefenen. 

“Eerst ga je naar een andere kamer, maar blijf je in zijn gezichtsveld”, legt ze uit. “Dan ga je een kwartiertje weg om een klusje op te knappen. Daarna laat je hem weer een half uurtje alleen om boodschappen te doen. Het is belangrijk om steeds iets te zeggen als je vertrekt en hem te groeten als je binnenstapt. Dan krijgt hij het signaal dat je zeker terugkomt.” 

Braeckman traint er met Camille op. Vroeger nam ze haar overal mee naartoe. Maar nu laat ze haar meer en meer thuis. Wel zorgt ze ervoor dat Camille zich kan bezighouden. Ze legt dan een speelgoedje klaar of iets om op te bijten voor ze de deur uit stapt. Op de dagen dat ze thuiswerkt, gaat het oefenen door. “Ik probeer haar dan  minder aandacht te geven”, zegt Braeckman. “Maar ik moet toegeven dat het niet makkelijk is.”