Belg krijgt via voeding meer PFAS binnen dan toegestaan

Opdrachthouder voor de PFAS-problematiek Karl Vrancken. ©  BELGA

Een oplossing voor de PFAS-problematiek vereist een verandering van het systeem. Dat blijkt uit de eerste rapportage van coördinator Karl Vrancken.

Stijn Cools

De gemiddelde Belg, met uitzondering van adolescenten, overschrijdt de waarde die de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) naar voor schuift als de tolereerbare wekelijkse inname voor PFAS. Vooral voor kleuters ligt de wekelijkse inname te hoog. Boven die tolerantiegrens is er een risico op gezondheidseffecten.

De blootstelling gebeurt vooral via vis en schaal- en schelpdieren, fruit, vlees, eieren en producten die van voorgaande afgeleid zijn in het geval van PFOS, de forever chemical die het meest aanwezig is in ons leefmilieu. Het gaat in dit onderzoek niet om zelf geteelde voeding, maar om artikelen verkrijgbaar in de supermarkt.

Verder bestuderen

Die gegevens van het EFSA heeft Karl Vrancken, door de Vlaamse regering aangesteld als opdrachthouder voor de PFAS-problematiek, gepresenteerd tijdens zijn eerste tussentijdse rapportage. Hij maakte meteen de nuance dat de waarde die het EFSA hanteert verder bekeken moet worden: ‘Het is niet nodig om met heel korte termijnmaatregelen daarop te reageren. Dat heeft geen zin. Hij gaat hier over een bijkomend risico door een langdurige blootstelling.’

Dat Vrancken de klemtoon nu legt op de inname van PFAS via voeding, is geen toeval. De experts die hem bijstaan, gaan ervan uit dat Belgen deze groep chemische verbindingen vooral binnenkrijgen via hun eten. Het inademen van stof en het drinken van water komen als minder belangrijk naar voor, al wordt dit ook verder onderzocht.

Er bestaat al langer ongerustheid over PFAS in voeding. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) heeft al eerder onderzoek gedaan naar de landbouwproducten uit de omgeving van chemiebedrijf 3M in Zwijndrecht. Daaruit resulteerde dat er vooralsnog geen bijkomende maatregelen genomen moeten worden, al kan de normering in de toekomst wel nog aangescherpt worden. Maar daarvoor moet er eerst nog verder onderzoek en debat gebeuren. Dat vindt momentele plaats. In de loop van volgende maand volgt er ook een evaluatie van de maatregelen voor de omwonenden van 3M en andere zwaar verontreinigde sites, die bijvoorbeeld geen eieren van de eigen kippen mogen eten.

Ondertussen zijn er al meer dan vierduizend sites geïdentificeerd waar een risico is op een verontreiniging met PFAS. Op meer dan tachtig sites is al bijkomend onderzoek gestart of gepland: dat zijn vooral locaties waar branden geblust zijn met blusschuim. Per maand zullen er een veertigtal sites kunnen onderzocht worden.

Oppassen voor tunnelvisie

Vrancken waarschuwde nog dat ons land niet in een tunnelvisie op PFAS mag terechtkomen. ‘We moeten durven nadenken over de totale risicoanalyse. Om het met een boutade te zeggen: er sterven elke dag twee mensen in het verkeer, maar daarom schaffen we het verkeer nog niet af.’

Tegelijkertijd signaleert hij dat iedere oplossing voor PFAS een systeemaanpak veronderstelt. ‘We zitten aan de grens van wat mogelijk is voor de industrie in onze dichtbevolkte wereld. Dat heeft ook te maken met onze drang naar consumptie. Waarom kopen we niet gewoon stevige waterdichte schoenen in de winter in plaats van onze sneakers waterdicht te maken met PFAS-spray?’