Direct naar artikelinhoud
AchtergrondGezondheid

Thuis of op kantoor: welke werkplek is het best voor uw gezondheid?

Een voordeel van kantoorwerk: de bureaustoel is in veel gevallen beter afgesteld dan thuis.Beeld JORIS CASAER

Is het gezonder om thuis te werken of op kantoor? Het debat over het ‘nieuwe werken’ gaat niet enkel over productiviteit of pendeltijd. Wat wel zeker is: kúnnen kiezen verlaagt het risico op burn-out al gevoelig.

Een brede rondvraag van deze krant bij enkele grote werkgevers legt bloot hoe de teugels op de kantoorvloer weer voorzichtig worden aangespannen, bij de een al wat meer op vrijwillige basis dan bij de ander. Niet alle werknemers zijn happig op een terugkeer naar uren fileleed of pendelpret. Bovendien is het fabeltje dat thuiswerkers minder productief zijn niet enkel wetenschappelijk ontkracht, maar nu ook in de praktijk vastgesteld. Toch is er ook een derde belangrijke pijler: wat is de voetafdruk van dit alles op onze gezondheid?

Een bevraging van de externe preventiedienst IDEWE bij zo’n 1.300 werknemers en beleidsmakers toont alvast hoe belangrijk een flexibele werkregeling is voor het mentale welzijn. Van de personen die wat betreft werkplaats of -uren helemaal geen of slechts beperkte keuze krijgen, heeft 7 procent een verhoogd risico op burn-out. Bij werknemers met een sterk hybride regeling is dat slechts 2 procent. Die laatste groep toont ook meer werkplezier, 84 procent versus 78 procent.

Volgens Lode Godderis, CEO van IDEWE en professor arbeidsgeneeskunde (KU Leuven), bevestigen de resultaten dat “autonomie een zeer sterke, beschermende maatregel is tegen burn-out.” Hij verwijst ook naar eerdere resultaten waaruit bleek dat de helft van de thuiswerkers zich na één jaar corona emotioneel uitgeput voelde. Al kan een gebrek aan keuze evengoed betekenen: elke dag de werkvloer door de strot geramd krijgen.

3.796 stappen

Welke keuze is nu eigenlijk de gezondste voor lijf en leden? Het potentieel van thuiswerk lijkt logisch: meer tijd die vrijkomt om te bewegen of gezond te koken. Onderzoek pre-corona toonde dat ook aan. Thuiswerkers spendeerden gemiddeld een derde meer tijd aan zowel vrije tijd (zoals sporten) als koken, en sliepen ook zo’n 40 minuten langer. Minder tijd voor de spiegel ’s ochtends, dat trouwens ook.

Die realiteit valt echter niet door te trekken naar een brede werkpopulatie die plots de oversteek maakt van kantoor naar het thuisbureau. Aan Amerikaanse werknemers werd tijdens de coronacrisis gevraagd naar de vrijgekomen pendeltijd. Bijna de helft van die tijd werd aan werk gespendeerd, gevolgd door binnenactiviteiten (18 procent) en zorgen voor het gezin (14 procent). Sport en beweging was goed voor 11 procent.

De vijf minuten naar het perron of naar de koffie­machine, thuis raken die ‘kleine bewegings­momenten’ moeilijk vervangen.Beeld JORIS CASAER

Die beperkte winst compenseert niet wat er tijdens de werkuren verloren raakt aan beweging. Cijfers die De Morgen bij Sciensano opvroeg, op basis van een gezondheidsenquête in maart, bewijzen dat. Kijk je enkel buiten de werkuren, dan haalt 37 procent van de telewerkers het aanbevolen gemiddelde van 150 minuten fysieke activiteit per week, tegenover 33 procent bij de kantoorwerkers. Tel je de werkuren erbij, dan verdubbelt dat aandeel bij de kantoorwerkers (67 procent) terwijl de telewerkers blijven steken (37 procent). Drie kwart van die telewerkers zit ook acht uur of meer per dag.

Of het nu de vijf minuten naar parking/perron zijn of een uitje naar de koffiemachine, thuis raken die “kleine bewegingsmomenten” moeilijk vervangen, zo merkt Godderis. Een Chinese studie toont dat de switch naar thuiswerk dagelijks 3.796 stappen op de teller kost. In een andere studie wordt het zelfs als een mogelijke keerzijde van de toegenomen concentratie thuis genoemd: op kantoor nemen werknemers gemiddeld na 25 minuten stilzitten een actieve(re) pauze. Bij de vastgeroeste thuiswerker is dat ruim 40 minuten. Dat langdurige sedentaire gedrag werkt onder meer hart- en vaatziektes of diabetes in de hand.

Het aandeel Belgen dat een negatieve impact op de lichaamsbeweging ervoer, is niet toevallig sterk gelinkt aan de werksituatie. Bij de telewerkers was dat 61 procent, bij kantoorwerkers 45 procent. Ook de negatieve impact op lichaamsgewicht – de coronakilo’s – wordt een pak meer gevoeld op het thuisfront.

Fruitmand

Dat er thuis zogezegd meer naar ongezonde snacks wordt gegrepen, lijkt minder mee te spelen. Uit de Sciensano-cijfers komt eigenlijk maar één verschil bovendrijven qua voedingsgewoontes dat statistisch significant is: gesuikerde frisdranken. Die zijn bijna dubbel zo populair op de werkvloer als thuis.

Die gewoontes zijn dan ook veel minder makkelijk vast te pinnen op de werkcontext, zegt Jolien Plaete van het Vlaams Instituut Gezond Leven. “Voor wie simpelweg niet over de vaardigheden beschikt om te koken, gaat die werkcontext geen verschil maken.” Net zoals een fruitmand op het werk geen boost geeft aan werknemers die sowieso al fruitig door het leven gaan.

Bij de toename van fysieke klachten waar kinesisten gewag van maken, is dat bruggetje er wel. Rug- en nekklachten zijn typisch voor een verkeerde zithouding. “In een kantooromgeving is een bureaustoel vaak goed afgesteld, thuis treden er verschillen op omdat niet iedereen zich een thuisbureau kan veroorloven”, zegt Godderis.

Een legitieme vraag: moeten we dan niet gewoon beter leren thuiswerken? Veel van de negatieve effecten lijken perfect vermijdbaar. Het Vlaams Instituut Gezond Leven doet op dit moment alvast een projectoproep naar bedrijven of organisaties die willen bijdragen aan de gezondheid van telewerkers. Daar is heel wat animo voor, klinkt het daar, al lijken geïnteresseerden vooral richting mentale uitdagingen te kijken.