Direct naar artikelinhoud
InterviewAlexander De Croo

‘Ik ga alles uit deze ploeg proberen halen. De uitdagingen zijn té groot’

Alexander De Croo.Beeld Photo News

‘De politiek mag bescheidener zijn. Een beetje minder ego. Minder getater. En meer werk.’ Terwijl de valse noten in Vivaldi na amper een jaar al niet meer aan te horen zijn, predikt premier Alexander De Croo (Open Vld) rust én harmonie. ‘Ik ga alles uit deze ploeg proberen halen. De uitdagingen zijn té groot.’

Politieke profilering. Provocaties. Ideologische spanningen. Moet er nog wat conflict zijn? Partijvoorzitters blijven elkaar steken, waardoor hun regering ook wordt geraakt. Kijk maar naar PS-minister van Pensioenen Karine Lalieux. Zij stelde eerste aan de pers en dan pas aan collega’s haar plan voor. Uit wantrouwen. Alexander De Croo (45) wil zich als premier boven het luide politieke gejoel stellen. “In tijden van crisis: keep calm and carry on.” 

Bekijk ook: Dit pensioenplan legde minister Lalieux op tafel

Video wordt geladen...

Het politieke jaar begon al erg heet, premier. Dat belooft.

“Beter een heet najaar dan een druilerige september. Ik bedoel daarmee: iedereen is vol energie uit vakantie teruggekomen. De politiek is klaar om de COVID-pagina om te draaien en de focus te verleggen. Ik heb natuurlijk ook wel de verklaringen in de pers gezien. Ik ben niet blind of doof.”

Ik wilde het u net vragen. ‘Vol energie?’ U zit precies nog ergens in de wolken.

“Neen. Maar mijn ministers zijn wél met hun werk bezig. Nadien zullen ze dat werk uit de doeken doen.”

Eén minister, geen onbelangrijke, ziet dat toch anders. Vindt u dat pensioenminister Karine Lalieux (PS) goed bezig is? 

“Ik heb haar uitgelegd dat ik denk dat er een betere manier van werken is.”

Wat een eufemisme! 

“(gaat verder) We zitten in deze regering met drie ministers die ooit bevoegd waren voor pensioenen: Frank Vandenbroucke, Vincent Van Quickenborne en ikzelf. Wij weten dat pensioen een thema is dat mensen bijzonder diep raakt. Als je erover communiceert staan de telefoonlijnen van de pensioendienst roodgloeiend.”

De PS heeft u en de regering voor schut gezet. Het gewoel zit echt niet meer buiten de regering.

“Je boekt op die manier geen politieke vooruitgang. En ook naar de bevolking toe is het niet goed. Als je over pensioenen spreekt - dat geldt eigenlijk voor alles - doe je dat om de mensen duidelijk te maken: dit wordt het. De voorbije twee regeringen hebben de grenzen van de pensioenen hertekend. De regering-Di Rupo trok de loopbaan op van 35 naar 42 jaar. De regering-Michel trok de wettelijke pensioenleeftijd op van 65 naar 67 jaar en verstrengde het brugpensioen. Nu moeten wij zorgen dat die loopbanen effectief langer worden. Hoe zorg je ervoor dat je tijdens die carrière van 42 jaar effectief zoveel mogelijk hebt gewerkt? Hoe zorg je ervoor dat je oudere werknemers, mensen met een migratieachtergrond en kortgeschoolden aan het werk krijgt? Dát is de echte discussie nu. En dat is niet alleen een taak voor de minister van Pensioenen.”

U koppelt de hervorming van de arbeidsmarkt aan die van het pensioen.

“Natuurlijk! Er zijn in mijn ogen drie grote prioriteiten. Eén: het afhandelen van COVID-19. Twee: de heropstart van de economie in goede banen leiden. En drie: mensen die vandaag geen job hebben aan de slag helpen. Dat is een grotere prioriteit dan een pure pensioendiscussie.”

Kortom: u maakt ons duidelijk dat we geen grote pensioenhervorming meer moeten verwachten.

“Ze zijn met elkaar verbonden. We moeten ervoor zorgen dat mensen langer werken. Het mag niet meer worden beschouwd als een straf, maar als een daad van solidariteit. En dat moet leiden tot meer pensioen. Ik betreur dat de regering-Michel de pensioenbonus - die ik ooit invoerde als minister van Pensioenen - heeft afgeschaft. Maar bedrijven zoeken werknemers en vinden geen volk terwijl we meer mensen aan het werk moeten krijgen. Als we die economische groei kunnen vertalen naar meer werkenden dan is dat een van de beste pensioenmaatregelen die we kunnen nemen. Als de rust teruggekeerd is, kunnen we in de regering over de rest praten.”

U hanteert de methode-Dehaene: als een minister het verknalt, wordt het dossier naar achter geschoven. 

“Jean-Luc Dehaene (oud-premier CD&V, red.) was een slimme mens. Hij begreep dat als een discussie niet eerst in de regering gebeurde, ze de facto kapot was. Onze pensioenen liggen érg gevoelig: de soep moet afkoelen. Intussen zijn we bezig, maak u geen zorgen. Pierre-Yves Dermagne (minister van Werk, PS, red.) is zich bewust van zijn taak.”

De werkzaamheidsgraad opkrikken naar 80% moet véél stutten. De begroting, de pensioenen. Het is het lapmiddel voor alles. Maar die discussie is ook erg ideologisch. Zullen socialisten en liberalen niet alweer neus tegen neus staan?

“Dat denk ik niet. We hebben er al veel over gesproken. Voor dit soort dossiers liggen de juiste oplossingen ook gewoon in het centrum. Deze regering voert een centrumbeleid met als doel: meer mensen aan de slag krijgen. U legt de focus op twee partijen, maar ik werk met zeven partijen samen.”

Nederland deed 20 jaar om de werkzaamheidsgraad te verhogen van 70 naar 80%. We deden er zelf 25 jaar over om van 60 naar 70% te gaan. Hoe wil u die hoge ambitie bereiken?

“ Het is ambitieus en het is nodig. Dat moet iedereen beseffen. Maar u wil dat ik nu doe wat u Karine Lalieux verwijt? Dat wordt in de regering besproken. Ik ga mijn eigen werkmethode niet ten grave dragen.”

Dit is al bekend: 60 loopbaancoaches moeten een half miljoen langdurig zieken terug naar het werk doen keren. Econoom Ive Marx noemt dat homeopathie voor beleid. Het kost iets maar brengt niet veel op.

“Maak geen intentieproces op voorhand. Het zal binnenkort duidelijk worden. Ik wil de maatregelen aankondigen in mijn State of the Union. De arbeidsmarkt staat in brand. Langer wachten kan écht niet.”

De begrotingsonderhandelingen staan ook voor de deur. Er zijn ministers met een wenslijstje terwijl het tekort erg hoog is. De PS noemt nu besparen een historische fout.

“In de crisis hebben wij bedrijven gesteund, en dat vertaalt zich in de begroting. Dat is in heel Europa zo. Europa staat toe om in 2022 af te wijken van ons uitgetekende begrotingspad, maar wij hebben beslist dat deze begroting het begin van het budgettaire herstel moet zijn. Het is normaal dat we stappen zetten richting een normaal budgettair traject. Dat wil niet zeggen dat we, nu onze economie zich herstelt, die moeten kapot maken door keihard te besparen, maar we moeten wel een aantal zaken opzijzetten.”

‘Het is te vroeg om ons op de borst te kloppen. Maar we konden de pandemie wel aanpakken met minder strenge maatregelen dan bijna alle andere landen.’Beeld BELGA

Zoals de coronasteun?

“Als die steun wordt verlengd, dan is het voor een beperkt aantal sectoren. Laat ons kijken naar de epidemiologische situatie. Ik ga er vanuit dat we op het volgende overlegcomité verdere stappen zullen zetten op het vlak van versoepelingen.”

Behalve in Brussel. Daar doet de coronapas zijn intrede terwijl u zich weerde tegen een pasjesmaatschappij. 

“Mijn beleid is gebaseerd op feiten. De vaccinatiegraad is er amper 50%. Brussel is dichtbevolkt. Dan is zo’n pas verdedigbaar. Aan de zijlijn roept men: doe het liever zus of zo! Ik ben 2 dagen geleden met de Vacci-bus door Brussel getrokken en het is echt een ‘uphill battle’. Het is je bergop naar boven knokken. Het is monnikenwerk. En je kan de twijfelaars weglachen tot je zo iemand voor je hebt staan en die toont angst of twijfels. Of ze voelen zich beschermd, ten onrechte. In Brussel is een gezonde moeder van 35 jaar gestorven. Waarom leven we in Vlaanderen redelijk vrij - en niet gegijzeld zoals sommige politici grootsprakerig verkondigen? Omdat de vaccinatiegraad hoog is. De realiteit botst hier op de ideologie.”

Nog even over de sfeer in de regering. Sinds deze zomer zien we toch een andere dynamiek. De PS dreigde uit de regering te stappen door de hongerstakers. 

“Elke regering wordt geconfronteerd met menselijk moeilijke thema’s.”

Elke regering kende hongerstakers. De grootste regeringspartij dreigde niet altijd met het opblazen van de coalitie.

“Dat is niet de essentie. Sammy Mahdi (staatssecretaris voor Asiel en Migratie,red.) volgde de wet. Hij voerde een correct maar menselijk beleid. Hij liet zich niet chanteren. Die lijn hebben we kunnen aanhouden. In een moeilijk dossier is toch een oplossing gekomen. Dat er dan onvoorzichtige verklaringen waren, is in mijn ogen écht een voetnoot.”

Heeft u het gevoel dat de PS nog met volle goesting in deze regering zit? Uw voorzitter twijfelt.

“Iedereen zit met volle goesting in deze regering. Elke minister ziet hoeveel werk er op hem of haar aan het wachten is. De komende maanden moet dat tot beleid komen. Ik heb mijn prioriteiten al gegeven. Maar er zijn nog grote problemen die onze actie vragen: deze zomer is heel Europa geconfronteerd met extreem weer. De hele wereld voelde de klimaatverandering. Ook het aanpakken van de klimaatcrisis is een absolute prioriteit. Er zijn te veel uitdagingen!”

Relativeert u het nu niet allemaal niet veel te hard? De scudraketten vliegen heen en weer. De sereniteit is compleet zoek.

“In momenten van crisis: keep calm and carry on.”

U klinkt erg onthecht. Is dat oprecht of ook uit berekening?

“Wat moet ik daar nu op zeggen? Wie het land leidt, moet de juiste prioriteiten stellen en zich niet laten afleiden door geroep. Dat lukte al redelijk goed het voorbije jaar. Die focus behoud ik.”

Dat lukte misschien vooral omwille van die ene gemeenschappelijk vijand: COVID-19.

“Deze regering heeft geen gemeenschappelijke vijand nodig! De voorbije elf maanden hebben we moeilijk werk verricht. We bestierden de pandemie. Het is te vroeg om ons op de borst te kloppen. Maar we konden die wel aanpakken met minder strenge maatregelen dan bijna alle andere landen. En onze vaccinatiegraad is fenomenaal hoog. We keurden een financieringsplan van 7 miljard euro goed. We vonden een deal over de effectentaks. We keurden het loonakkoord goed. We zorgden ervoor dat de elektrificatie van de bedrijfswagens eindelijk in gang is gezet. Ik begrijp de scepsis. De voorbije tien jaar is de politiek herleid tot het zoeken van conflict. En ja, af en toe zal het onvermijdelijk botsen tussen die zeven partijen. Maar de meerderheid van de bevolking is volgens mij niet op zoek naar meer conflict. De politiek mag ook wel bescheidener zijn. Een beetje minder ego. Minder profilering. Minder getater. Meer ons werk doen en het daarna uitleggen. Ik heb liever een regering met een palmares dan een die alleen maar praatjes verkoopt.”

Sommige partijen vinden dat u onvoldoende weegt op dossiers: de overstromingen, Afghanistan, en nu pensioenen.

“(fel) De overstromingen? 90% van de taken lag bij de regio’s. Ik ga hun werk niet overnemen. Maar als men ons nodig had, stond Annelies Verlinden er opnieuw. Defensie is bovendien op 145 plaatsen puin gaan ruimen. We leveren vandaag nog altijd 13.000 maaltijden per dag. Afghanistan? Kijk er nu eens naar met wat afstand. 1.400 mensen zijn gered. We worden bedankt door onze buurlanden. En we zijn vertrokken voor het fout liep. Mijn ministers deden hun werk en er ging geen dag voorbij zonder dat we overleg pleegden. Ik moet daar niet ‘opzitten’. Ik heb een ploeg die werkt.”

Heeft u nog gedacht aan uw profetische woorden dat ‘de premier van de zevende partij wel eens de dweil van zijn regering is’.

“(glimlacht) Ik heb geen spijt van die woorden. Ik heb het nooit evident gevonden dat ik die taak kreeg. Ik had bij de verkiezingen wel een mooie persoonlijke uitslag. Het land was geblokkeerd en zeven partijen namen hun verantwoordelijkheid. Dat je in die constellatie naar een Vlaming en een liberaal kijkt, is verdedigbaar. Liberalen zijn samen met de socialisten de grootste familie in ons land. Dat wil niet zeggen dat ik een jaar voor die regeringsvorming er op een verkeerde manier naar keek. Maar op een jaar is er veel gebeurd. Verdere stilstand was niet aanvaardbaar.”