Direct naar artikelinhoud
DM ZaptCiska Hoet

‘Onder vuur’ is aangenaam vertier maar geen topfictie

‘Onder vuur’ is aangenaam vertier maar geen topfictie
Beeld VRT

Ciska Hoet zet de blik op oneindig. Vandaag: Onder vuur.

Vlaamse fictie op zondagavond: voor heel wat beeldbuisadepten is het een even belangrijke traditie als de ochtendlijke pistolet. Het was dan ook uitkijken naar Onder vuur, de serie waarmee VRT afgelopen weekend uitpakte. De promotekst beloofde ‘een actievolle dramareeks’ en op basis van de eerste aflevering is dat precies wat Onder vuur behelst. Alleen blijkt dat niet per se een garantie voor inventiviteit. Op enkele knappe actiescènes na wordt de kijker vooral getrakteerd op heel wat platgetreden fictiepaden.

De reeks draait rond de Oostendse brandweerkazerne Oosteroever. De cast met onder anderen Louis Talpe en Lien De Graeve brengt in authentiek West-Vlaams het leven van de brandweerlui in beeld. Daarbij worden spannende reddingsacties afgewisseld met eerder soapy verhaallijnen rond de teamleden en hun relatie-issues of weerbarstige persoonlijkheden. Een klassieke aanpak dus in de lijn van voorgangers als Flikken of Windkracht 10.

Dat zo’n traditionele insteek gerust gepaard kan gaan met ambitie, blijkt uit de openingsscène. Als kijker word je meegezogen in het verhaal via een strakke overgang tussen een intiem gefilmd ochtendmoment en een meeslepende actiescène in een brandend gebouw. De makers geven daarbij terecht alle ruimte aan Sam Louwyck die schittert in de rol van de introverte luitenant Patrick. Zijn haast hypnotiserend charisma is ongetwijfeld een troef van deze reeks.

Het is dan ook jammer dat de aflevering zich vervolgens laat kenmerken door een groot been there, done that-gehalte. Van de ietwat banale manier waarop de meeste personages geïntroduceerd worden, tot de city branding van Oostende: telkens volgt de reeks braafjes de regels van het genre. De gloedvolle actiescène met een luchtballon die in een kraan terecht is gekomen, kan daarnaast niet verhullen dat het grotere verhaal eerder mager uitvalt. Qua plot lijkt er tot nu toe alleszins weinig op het spel te staan. Enkele personeelshervormingen en een nieuwe baas leiden in elk geval niet tot veel spanningsopbouw. Onder vuur is kortom zeker aangenaam vertier voor wie op zondagavond liever nog niet focust op de lonkende werkweek. Kijkers die hopen op topfictie à la Tabula rasa of Studio Tarara zoeken hun gading beter elders.

Bovendien trapt de serie ook nog eens in die andere fictievalkuil. Hoewel Oostende als kuststad bijzonder divers is, doen zowel hoofd- als nevenpersonages uitschijnen dat de stad eenzijdig bevolkt wordt door stamboom-Vlamingen. Sahin Avci in de rol van womanizer Gio Kaplan voelt wat dat betreft als een druppel op een hete plaat. Hoe komt het toch dat Vlaanderen er in de hoofden van sommige televisiemakers zo homogeen wit uitziet? Duimen maar dat de volgende afleveringen het wat dat betreft beter doen.

Onder Vuur, zondagavond om 20u50 op Eén en via VRT NU.