VN-donorconferentie voor Afghanistan brengt 850 miljoen euro op, België maakt 2 miljoen euro vrij
Een door de Verenigde Naties georganiseerde donorconferentie voor Afghanistan heeft 850 miljoen euro opgebracht. De VN is op zoek naar 500 miljoen euro voor dringende humanitaire hulp tegen december. Volgens VN-secretaris-generaal Guterres is het echter nog niet duidelijk hoeveel van het beloofde geld effectief naar die noodhulp zal gaan. Vanochtend maakte minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (Vooruit) al bekend dat België 2 miljoen euro vrijmaakt voor humanitaire hulp in Afghanistan.
De donorconferentie vond plaats in de Zwitserse stad Genève. VN-secretaris-generaal António Guterres en een 40-tal ministers uit verschillende landen namen deel aan de conferentie, anderen volgden online.
Bekijk het verslag uit "Het journaal" hier:
De Verenigde Naties zoeken tegen december 500 miljoen euro voor dringende noodhulp. Volgens de VN riskeren miljoenen Afghanen nog voor de winter zonder voedsel te raken. Als niet aan de basisbehoeften voldaan wordt, zouden 1 miljoen kinderen kunnen sterven, waarschuwde de organisatie.
Veel landen hadden vooraf al laten weten dat ze financiële hulp wilden geven, maar ze vroegen zich tegelijk af wat er met het geld zal gebeuren, nu de taliban de macht hebben overgenomen. Ze willen dan ook voorwaarden verbinden aan steun.
VN-secretaris-generaal Guterres maakte na de conferentie bekend dat er al 1 miljard dollar (850 miljoen euro) is beloofd. Maar hij voegde er wel aan toe dat het vooralsnog "onmogelijk" is om te weten hoe veel van dat beloofde geld effectief naar VN-hulp zal gaan en wanneer het verdeeld zal worden.
België maakt 2 miljoen vrij
De Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (Vooruit) maakte vanmorgen al bekend dat België 2 miljoen euro vrijmaakt voor Afghanistan. Ze ziet de Belgische bijdrage ook als een signaal naar andere landen, want het VN-hulpprogramma is zwaar ondergefinancierd.
"Op dit moment dreigt dat hulpprogramma slechts tegemoet te komen aan 37 procent van de noden in Afghanistan", zegt Kitir. "Daarom ook het belang van de Internationale Donorconferentie voor Afghanistan van de Verenigde Naties vandaag. We mogen de Afghaanse bevolking niet loslaten. En dankzij de VN zal die humanitaire hulp ook in de juiste handen terechtkomen", zegt Kitir.
"De afgelopen weken zagen we beelden van mensen die Afghanistan probeerden te ontvluchten. Maar het grootste deel van de Afghaanse bevolking is in het land gebleven. Zij beleven al jaren moeilijke tijden en dat lijkt er niet op te verbeteren. De bevolking in Afghanistan - in de eerste plaats meisjes en vrouwen - verdienen onze solidariteit", zegt minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (Vooruit).
Afhankelijk van internationale hulp
Ook voor de machtsovername door de taliban was Afghanistan al sterk afhankelijk van internationale hulp. 18 miljoen inwoners, zowat de helft van de bevolking, zijn afhankelijk van humanitaire hulp om te overleven.
"Na de machtsovername van de taliban is het ontzettend belangrijk die organisaties te steunen die écht het verschil kunnen maken tussen leven en dood voor vele Afghanen: dan gaat het over eten, maar ook over essentiële zorg", zegt minister Kitir. "Ik wil de Afghaanse bevolking - in de eerste plaats meisjes en vrouwen - laten voelen dat ze niet alleen staan. Zij verdienen onze solidariteit.”
Ik wil de Afghaanse bevolking laten voelen dat ze niet alleen staat
Dat de problemen in Afghanistan groot zijn en dat de situatie er erg onzeker is, kan Maarten Bullens bevestigen. Hij werkt voor Artsen Zonder Grenzen in een kraamafdeling in Afghanistan en is sinds enkele dagen opnieuw in het land.
"Voorlopig is het hier rustig, het normale leven herneemt, maar er zijn nog heel veel vragen", legt Bullens uit in "De ochtend". "Veel mensen maken zich zorgen, op dit moment vooral ook over hun financiële situatie, de banken zijn nog altijd gesloten."
Artsen Zonder Grenzen vanuit Afghanistan: "Veel vragen over hoe we dit in de toekomst financieel kunnen oplossen"
"De meeste van onze 400 medewerkers zijn vrouwen. Hier verandert voorlopig niet zoveel. Maar voor hen is het ook afwachten, koffiedik kijken. Zolang het kan, blijven we werken. De onzekerheid is bij vrouwen natuurlijk iets hoger, zij moeten naar het werk komen, dat lijkt soms minder evident, maar tot nu kunnen ze blijven komen en kan de materniteit open blijven."
Toch baart de financiële onzekerheid ook Artsen Zonder Grenzen zorgen. "Wij hebben al voor enkele maanden voorzieningen getroffen, maar we stellen ons ook wel vragen over hoe we dit in de toekomst financieel kunnen oplossen. Het gezondheidszorgsysteem stond hier al heel hard onder druk en nu nog meer. Wij en het Rode Kruis zijn de enige twee organisaties die nu nog hier zijn. En wij kunnen moeilijk het hele systeem overnemen. Het wordt zeer moeilijk."