Van januari tot en met juni was 27 procent van de Duitse stroom afkomstig van kolen. Een jaar eerder was dat 21 procent. Wind maakte de omgekeerde beweging: van 29 naar 22 procent.

De totale productie van elektriciteit uit conventionele bronnen (kolen, aardgas en kernenergie) lag ruim een vijfde hoger dan in de eerste helft van 2020. Het gevolg was dat weer meer dan de helft van de elektriciteit in Duitsland geproduceerd werd op basis van die conventionele bronnen: 56 procent. In de eerste helft van 2020 was dat 48 procent. Hernieuwbare energie, uit bijvoorbeeld windmolens, zonnepanelen en biogasinstallaties, ging van 52 naar 44 procent.

In de eerste zes maanden van 2021 werd in de grootste economie van de eurozone 258,9 miljard kilowattuur elektriciteit geproduceerd, 4 procent meer dan een jaar eerder.

Volgens de huidige wetgeving zal Duitsland ten laatste in 2038 volledig afstappen van kolencentrales. In 2022 zou er een einde moeten komen aan kernenergie. Klimaatactivisiten en groenen roepen op om kolen al sneller af te bouwen, om de uitstoot van broeikasgassen sneller te laten dalen. Duitsland wil tegen 2045 klimaatneutraal zijn.

Energie is een van de belangrijkste thema’s voor de nakende verkiezingen in Duitsland. Die gaan door op 26 september.