Direct naar artikelinhoud
AchtergrondZaak-Let's Go Urban

De oorverdovende stilte rond Sihame El Kaouakibi: ‘Ik vrees dat dit onderzoek héél lang kan duren’

Sihame El Kaouakibi.Beeld HUMO

Voor de zomer ging voormalig Open VLD-politica Sihame El Kaouakibi wekenlang over de tong: ze werd ervan beschuldigd via haar vzw Let’s Go Urban miljoenen euro’s subsidie naar persoonlijke vennootschappen te hebben getransfereerd. Nu is het oorverdovend stil. De stilte voor de storm?

Sihame El Kaouakibi en haar partner Erika Xuan Nguyen wonen nog altijd in het Antwerpse, waar ze zich zo weinig mogelijk op straat vertonen. De kans dat ze van toevallige passanten vijandige commentaren krijgen, is namelijk groot. Ook al is de vzw Let’s Go Urban inmiddels failliet, de publieke verontwaardiging over fraude met overheidsgeld dat bestemd was voor kansarme jongeren is niet gaan liggen. Bashing is een integraal deel van hun leven geworden. Als ze een hapje gaan eten, doen ze dat waar ze niet worden herkend: niet in ’t Stad. Dat is het veiligste.

Grote activiteiten ontplooien ze niet. Dat gaat ook niet: de vzw is failliet, net als de vennootschappen Point Urbain en WannaWork. En de rest van hun bedrijfjes stond al een poos in spaarmodus. Het enige dat El Kaouakibi en Nguyen te doen staat, is wachten op de afloop van het gerechtelijk onderzoek, dat in februari van dit jaar werd opgestart. Het Antwerps parket beschuldigt El Kaouakibi van valsheid in geschrifte, fouten in de boekhouding, subsidiefraude, misbruik van vennootschapsgoederen en misbruik van vertrouwen. Het parket onderzoekt ook een klacht van El Kaouakibi zelf tegen een ex-medewerker wegens hacking.

Maar wat blijkt? Ook het Antwerps parket wacht momenteel. “Het verslag van de bedrijfsrevisor is nog niet binnen”, zegt woordvoerder Kristof Aerts. “Het is de bedoeling dat de revisor alle bestaande informatie bundelt in één onafhankelijk document waarop de onderzoeksrechter dan kan voortwerken.”

Er valt behoorlijk wat informatie te bundelen in dit dossier: er was de audit van het bedrijf i-Force, het rapport van voorlopig bewindvoerder Annemie Moens, het tegenrapport van advocaat-politicus Johan Vande Lanotte, de audit van de stad Antwerpen. En dan is er nog de naar verluidt erg ingewikkelde boekhouding van de bedrijfjes van El Kaouakibi en Nguyen. “Over een mogelijke termijn van het onderzoek doe ik geen uitspraken”, zegt Aerts.

Mounir Souidi, één van El Kaouakibi’s advocaten, heeft inzage in het dossier gevraagd, maar wacht nog op antwoord.

Mounir Souidi: “Wellicht krijg ik die inzage aan het einde van de maand. Uit ervaring weet ik dat onderzoek naar dergelijke zaken – faillissementen – tijd vergt: de termijn van drie jaar wordt heel snel overschreden. Of dat ook in dit dossier het geval zal zijn? Ik hoop van niet. Mijn cliënte heeft in de afgelopen maanden de hele fanfare over zich heen gekregen. Men heeft de zaken voorgesteld alsof zij zich via de vzw Let’s Go Urban heeft verrijkt, terwijl zij die vzw altijd goed heeft bestuurd. Maar in februari is ze uit het bestuur gezet en enkele maanden later was de vereniging failliet. Dat is vreemd. Mijn cliënte heeft recht op een repliek, die ik zo snel mogelijk zal geven.”

Het gerucht wil dat uw cliënte in deze zaak nog niet is verhoord. Klopt dat?

Souidi: “Eigenlijk heb ik daar niets op te zeggen, maar dat gerucht is fout.”

“Hoelang het gerechtelijk onderzoek zal duren, daar hebben maar twee personen vat op: de onderzoeksrechter en de procureur”, zegt Annemie Moens, intussen één van de twee curatoren van de vzw Let’s Go Urban.

‘Sihame El Kaouakibi heeft alle tijd om te overdenken hoe ze zo snel zo diep is kunnen vallen’Beeld BELGA

Annemie Moens: “Als het werk van de onderzoeksrechter erop zit, is het aan de procureur om te beslissen of er een slotvordering komt of niet. De snelheid van die beslissing heeft met de werkdruk en de prioriteit van het dossier te maken. Soms gebeurt het dat een dossier een jaar op het bureau van de procureur ligt voor er een slotvordering komt. Maar ik vermoed dat dit dossier prioritair zal worden behandeld.”

“Áls er een slotvordering komt, gaat het dossier naar de raadkamer, waar het misschien in beroep wordt behandeld, en naar de kamer van inbeschuldigingstelling, waar ook misschien beroep volgt. Het kan best even duren voor het tot een correctioneel proces komt. Soms verloopt de afwikkeling van een faillissement relatief snel, in drie à vier jaar tijd, maar het gebeurt ook dat faillissementen tien à twaalf jaar in beslag nemen. Ik heb geen idee wat het in dit geval wordt.”

Moens bevestigt wel dat de onderzoeksrechter aan het werk is. Ze krijgt van de speurders af en toe een vraag over de boekhouding van Let’s Go Urban.

Moens: “Ik vermoed dat het onderzoek zich vooral op de boekhouding van mevrouw El Kaouakibi en haar partner zal richten.”

Waarvan een deel ontbreekt, hebt u kunnen vaststellen.

Moens: “De kans lijkt me klein dat het ontbrekende deel nog zal opduiken: de speurders zullen het zonder moeten doen.”

U hebt al een groot deel van het werk verricht.

Moens: “Het is te zeggen: ik heb de boekhouding van de vzw Let’s Go Urban bestudeerd. Wat er met het geld van de vzw in andere vennootschappen is gebeurd, weet ik niet: was er een reële tegenprestatie voor de facturaties of niet? Dat zullen de speurders moeten uitzoeken. Ik heb maar de helft van de kokosnoot gezien, en ik ben benieuwd naar wat er in de andere helft zit.”

“Ik ben bang dat het weleens héél lang zou kunnen duren”, zegt een betrokkene die uitsluitend anoniem wenst te spreken. “Mijn vermoeden is dat El Kaouakibi daar ook op aanstuurt. Kijk naar de mensen die ze van meet af aan rond zich heeft verzameld: strafpleiters en een ex-politicus, géén specialisten in het vennootschapsrecht. Wellicht zullen haar advocaten er een procedureslag van maken die erg lang duurt vóór de zaak ten gronde wordt behandeld. Het zou niet de eerste keer zijn dat iemand schuldig wordt verklaard zonder straf omdat ‘de redelijke termijn is verstreken’.”

Souidi beweert het tegendeel. “Wij hopen precies op een redelijke termijn: hoe sneller mevrouw El Kaouakibi haar versie van de feiten kan geven, hoe beter. Het zou ook geen zin hebben nog op beschuldigingen te reageren als niemand nog weet wie mijn cliënte is.”

Moens: “De onderzoeksrechter kan veel natrekken in dit dossier, maar op een bepaald moment moet hij afronden. Dat is niet noodzakelijk het moment waarop hij over alle informatie beschikt. Wat ben je met een dossier van dertigduizend bladzijden waarin een kat haar jongen niet meer terugvindt?”

“Bovendien is het een gevoelig dossier. Mevrouw El Kaouakibi geniet als Vlaams Parlementslid nog altijd parlementaire onschendbaarheid. De speurders zullen heel omzichtig te werk gaan. Die onschendbaarheid kan pas op het einde van het onderzoek worden afgenomen, als het parlement daarmee instemt.”

Meester Souidi geeft geen antwoord op de vraag wat zijn cliënte tegenwoordig uitvoert, en of ze nog met ziekteverlof is.” Daar zullen we te gelegener tijd op antwoorden.” Ook de vraag of mevrouw El Kaouakibi in de politiek blijft, komt ‘te vroeg’.

De stad Antwerpen, die jarenlang subsidies heeft gegeven aan projecten van Let’s Go Urban, heeft zich burgerlijke partij gesteld in het strafrechtelijke onderzoek. De Vlaamse overheid, die nochtans ook bijzonder royaal is geweest met subsidies, heeft dat níét gedaan. “Dat was niet nodig nu het onderzoek al loopt”, zegt Olivier Van Raemdonck, woordvoerder van Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA).

Olivier Van Raemdonck: “De Inspectie van Financiën, een onafhankelijke inspectiedienst van de ambtenarij, vlooit de zaak uit. Misschien kunnen we op die manier een deel van het geld terugwinnen dat we aan Let’s Go Urban hebben uitgegeven.”

Ook de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) is een onderzoek gestart, maar woordvoerder Francis Adyns weigert elke toelichting: “Als ik die geef, bega ik een beroepsfout.”

Souidi: “Vermoedelijk wordt het onderzoek van de BBI gewoon aan het gerechtelijk onderzoek toegevoegd.”

“Sihame El Kaouakibi zit thuis”, zegt een tweede anonieme betrokkene. “Ze heeft alle tijd om de toestand te overdenken, hoe ze zo snel zo diep is kunnen vallen. Daar lijdt ze ongetwijfeld onder: zij was tot voor kort de Vlaamse Beyoncé. Niemand verdient het om tonnen bagger over zich heen te krijgen, zeker niet als die bagger ook racistisch is geïnspireerd. Maar eerlijk is eerlijk, zij dient haar zaak niet door nog altijd haar vergoeding als Vlaams Parlementslid op te strijken: 6.000 euro per maand, zonder dat ze nog iets met de politiek te maken heeft. Dan kun je niet verwachten dat mensen sympathie voor je opbrengen.”

© HUMO