©  Belga

Laptop en internetvergoeding: extralegale voordelen moeten job van leerkracht aantrekkelijker maken

Na de leerlingen krijgen ook leerkrachten een laptop. Dat is een van de maatregelen uit de nieuwe cao tussen de Vlaamse regering en de vakorganisaties. Een set nieuwe ingrepen moet de job attractiever maken, de werkdruk verminderen en de onderwijskwaliteit opkrikken.

Klaas Maenhout

‘Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar we mogen fier zijn op deze cao.’ Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) heeft samen met de vier grote onderwijsvakbonden COC, COV, ACOD en VSOA een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (cao) ondertekend. Daardoor wordt er jaarlijks 188 miljoen euro extra geïnvesteerd in het Vlaamse onderwijs.

‘We hadden met dit budget gewoon een algemene loonsverhoging van 1,1 procent kunnen doorvoeren, maar we hebben ervoor gekozen om het geld gericht te investeren in meer onderwijskwaliteit en het aantrekkelijk maken van het lerarenberoep. Elke euro zal zo renderen in de nabije toekomst’, aldus de minister.

De onderwijskwaliteit moet onder meer versterkt worden door startende leerkrachten beter te begeleiden, door hen meer ruimte te geven om te focussen op het lesgeven in de klas en door schooldirecteurs beter te ondersteunen.

Het lerarenberoep wordt dan weer aantrekkelijker gemaakt door de investering in ICT-materiaal voor leerkrachten, de invoering van een internetvergoeding en een verhoging van de fietsvergoeding met veertig procent.

Een derde pakket maatregelen bevat oplossingen voor specifieke pijnpunten. Zo komt er een apart mandaat voor de preventieadviseur en krijgen internaten ook de mogelijkheden om vervangingen te voorzien bij een afwezigheid van minder dan tien dagen.

Weyts hoopt dat de maatregelen helpen om vier grote problemen in het onderwijs aan te pakken. ‘Onze onderwijskwaliteit gaat er al jaren op achteruit in elk internationaal onderzoek. Leerkrachten klagen aan dat ze zich te weinig kunnen toeleggen op hun echte kerntaak: lesgeven. Er dreigt bovendien een lerarentekort en jonge leerkrachten die wel voor een klas gaan staan, verlaten het onderwijs al na enkele jaren.’

Belangrijk: de cao is geen decreet, maar een engagementsverklaring. Scholen zullen tegen midden oktober wel alle gedetailleerde informatie krijgen over de extra middelen en mogelijkheden die ze krijgen dankzij de cao.

Wat verandert er: elf nieuwe maatregelen

- Minder werklast voor leerkrachten: er wordt jaarlijks meer dan vijftig miljoen euro vrijgemaakt om de werkdruk bij leraars te verminderen. Scholen krijgen een pakket uren om leerkrachten vrij te stellen van bijvoorbeeld toezicht in de studiezaal of middagtoezicht. Dat uur kunnen ze vervolgens spenderen aan één van de kerntaken, bijvoorbeeld bijles geven, een les voorbereiden of professionalisering. Het gaat om maximaal één lesuur per leerkracht – al zal niet elke leerkracht daarop kunnen intekenen.

- Er wordt 87 miljoen euro vrijgemaakt om het onderwijzend personeel digitaal uit te rusten, ‘zodat ze goed gewapend zijn voor de Digisprong’. In de cao wordt het omschreven als een ‘een extra boost aan de scholen’. De ICT-middelen zijn er voor leraren in het vijfde en zesde leerjaar en leerkrachten in het secundair.

- De fietsvergoeding wordt verhoogd naar 21 cent per kilometer.

- Alle personeelsleden krijgen een forfaitaire internetvergoeding. Op dit ogenblik is er afgesproken dat het om 20 euro per maand gaat.

- Extra loon voor directeurs: er komt een groter verschil tussen het loon van een leerkracht en dat van een directeur. In de cao is opgenomen dat er een minimale loonspanning van minsten 31 procent moet komen over de hele carrière.

- Ook mensen met een bachelordiploma kunnen directeur worden in een secundaire school.

- Hulp voor directeurs basisonderwijs: er wordt in het onderwijs een ambt van beleidsondersteuner ingevoerd. Basisscholen krijgen de middelen voor de aanwerving van een beleidsondersteuner, die de schooldirecteur ontlast en ruimte geeft om bezig te zijn met het echte schoolbeleid. Vanaf 2022 zal er jaarlijks zo’n 23 miljoen euro worden vrijgemaakt – omgerekend gaat dat over zo’n 450 à 500 voltijdse betrekkingen.

- Meer aandacht voor aanvangsbegeleiding: er wordt jaarlijks tien miljoen euro extra vrijgemaakt om te investeren in de ondersteuning van startende leerkrachten en personeelsleden. Doel is de instroom te versterken en starters aan boord te houden. De invulling wordt nog uitgewerkt.

- Extra handen in de kleuterklas: er wordt jaarlijks 23 miljoen euro vrijgemaakt voor extra kinderverzorgsters of - begeleiders in de kleuterklas. Hun taak bestaat er voornamelijk in de kleuterjuf bij te staan. Dat is het equivalent van 550 voltijdse kinderbegeleiders.

- Vakbondsleden krijgen vrijgestelde uren: jaarlijks zal er, ­onder het luik ‘Samen school maken’, 15 miljoen euro beschikbaar zijn om vakbondsleden vrij te stellen voor overleg. De maatregel was voor onderwijsverstrekkers GO! en OVSG een struikelblok. ‘Het equivalent van 300 voltijdse leerkrachten uit de klas halen, is ‘gezien de huidige context onaanvaardbaar’, zei Koen Pelleriaux, de afgevaardigd bestuurder van het GO! eerder.

- De statutaire personeelsleden met de laagste lonen in het onderwijs – zoals de busbegeleiders en het personeel van de poetsdienst – krijgen een verhoogd loon, een verhoogde bestaanszekerheidsvergoeding en toegang tot de Pluspas.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER