Direct naar artikelinhoud
AchtergrondDefensie

Oost-Vlaanderen krijgt een nieuwe legerkazerne, maar waar? ‘Crembo’ ligt alvast op de loer

Het militair domein in Ursel, een deelgemeente van Aalter.Beeld Wouter Van Vooren

Henegouwen en Oost-Vlaanderen krijgen elk een nieuwe kazerne. In Henegouwen valt de keuze op Charleroi. In Oost-Vlaanderen is er nog geen beslissing. Alleen Pieter De Crem (CD&V), de burgemeester van Aalter, lijkt geïnteresseerd.

Vrijdag 3 september. Op de oude fabriekssite van staalbedrijf Carsid, een terrein van 100 hectare net buiten Charleroi, heeft zich veel schoon volk verzameld voor een persconferentie. Minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS), legerbaas Michel Hofman, Waals minister van Economie Willy Borsus (MR): ze zijn er allemaal. Ook Paul Magnette, de PS-burgemeester van Charleroi, mag niet ontbreken.

Zo gaat dat met goed nieuws: politici komen erop af als vliegen op stroop. In dit geval is het nieuws dat de fabriekssite van Carsid, een stadskanker, de komende jaren een metamorfose zal ondergaan tot een ‘wijk van de toekomst’ met een nieuwe legerkazerne, een kmo-campus, een stadshaven, een park en ruimte voor cultuur. Het project zou 3.000 jobs opleveren.

De nieuwe kazerne moet de blikvanger worden van de hele wijk. Defensie is de komende jaren op zoek naar 10.000 rekruten. Een van de problemen hierbij is de slechte regionale spreiding van de kazernes. Versta: door de jarenlange besparingen op het leger zijn er nog zo weinig kazernes open dat militairen vaak uren moeten pendelen. Een afknapper van formaat.

Vooral Henegouwen en Oost-Vlaanderen vallen onder de noemer ‘militaire woestijn’. Meteen ook de reden waarom minister Dedonder bij haar aantreden de bouw van twee kazernes aankondigde in deze provincies. En niet zomaar kazernes, maar ‘kwartieren van de toekomst’: kazernes midden in de maatschappij, die vlot bereikbaar zijn en waar kruisbestuiving mogelijk is met scholen en industrie. Iets wat geregeld vergeten wordt, is dat het leger naast para’s en piloten ook mecaniciens en informatici nodig heeft.

Voor Henegouwen was het al langer duidelijk dat de voorkeur van minister Dedonder uitging naar Charleroi. Inhoudelijk klopt het plaatje. Politiek gezien is het de thuis van haar partijvoorzitter Magnette. Een win-win dus. Volgens Dedonder zal Defensie in Charleroi “één worden met de samenleving door toekomstperspectief te bieden aan jongeren”. De federale regering zet 100 miljoen euro opzij voor de bouw van de twee kazernes.

Geen interesse

En Oost-Vlaanderen, welke stad of gemeente haalt het daar? Rondvraag in de Wetstraat en binnen de krijgsmacht leert dat er nog geen beslissing is gevallen. Drie namen circuleren: Sint-Niklaas, Aalter en Aalst. Helaas is er geen enkel dossier waar de puzzel écht past.

Sint-Niklaas lijkt heel weinig kans te maken, om de simpele reden dat een handvol kilometer verderop al de kazerne van Burcht is gevestigd, de thuis van het 11de Bataljon Genie. “We hebben hier als stad ook nog nooit over gesproken met Defensie. Ik lobby hier niet voor”, zegt Peter Buysrogge (N-VA), de voorzitter van de commissie Defensie in het parlement en schepen in Sint-Niklaas. “Het terrein dat in aanmerking komt, het voormalige militair domein Westakkers, is trouwens recent toegewezen aan de politie voor de bouw van een opleidingscentrum.”

Aalter, waar oud-defensieminister De Crem (sindsdien ‘Crembo’) de sjerp draagt, heeft één groot voordeel: in het Drongengoedbos in deelgemeente Ursel ligt een militair domein van ruim 200 hectare met een vliegveld. Defensie heeft er dus al een spreekwoordelijke poot om op te staan. Sinds 1993 wordt het domein alleen nog gebruikt voor oefeningen. Het vliegveld dient voor sportvliegerij.

Het probleem met Aalter is dat het, nu ja, Aalter is. De bereikbaarheid van het militair domein, dat bovendien in een uithoek van de gemeente ligt, is slecht. De mogelijkheden om samen te werken met scholen en de industrie lijkt klein. Samengevat: Aalter past niet in het concept van de ‘kwartieren van de toekomst’. Of het zal toch serieus wringen zijn. De Crem zelf wil geen commentaar geven. Sinds zijn vertrek als minister van Binnenlandse Zaken heeft hij zichzelf een communicatiestop van “exact een jaar” opgelegd.

Aalst dan maar? De ajuinenstad heeft veel troeven: een goede bereikbaarheid, met de auto en per trein. Een reservoir aan jonge werknemers, zeker als je de nabijheid van Brussel in rekening brengt. Meer dan genoeg oude industriële sites om een plekje te vinden voor een kazerne. En meer dan genoeg scholen en nieuwe industrie om samenwerkingen mee aan te gaan. 

Alleen lijkt Aalst niet geïnteresseerd. Een goedgeïnformeerde bron vertelt: “Terwijl De Crem zijn best doet om Dedonder te overtuigen, zelfs met beloftes dat hij De Lijn zover zal krijgen om extra bussen naar Ursel te laten rijden, lijkt het stadsbestuur van Aalst er totaal geen zin in te hebben. Vreemd.” Burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) was maandag niet bereikbaar voor commentaar. Schepen Caroline Verdoodt (N-VA), bevoegd voor Stedelijke Ontwikkeling, evenmin.

“Binnen de regering zullen we verder gesprekken voeren om een juiste plaats te vinden”, laat het kabinet-Dedonder weten. “We staan open voor elk sterk dossier dat ingediend wordt.”

Parlementslid Jasper Pillen (Open Vld) vindt dat Defensie zich vooral moet concentreren op de rekrutering. “Dan lijkt het me beter om een stedelijke omgeving op te zoeken en niet zoals in het verleden kazernes te bouwen in the middle of nowhere. Die fout hebben we al eens gemaakt.”