Direct naar artikelinhoud
InterviewJo Vanbelle

Vrederechter Jo Vanbelle: ‘Soms zien we hier in de rechtbank taferelen die zo uit ‘F.C. De Kampioenen’ geplukt lijken’

‘Het is leuk om voor een klant een vliegtuig in Kuala Lumpur te kopen, maar als ik ervoor kan zorgen dat een armlastig dametje niet uit haar huis wordt gezet, voel ik me pas echt goed.’Beeld SBS

Onder zijn zwarte toga zit een dandy, strak in het pak en met zijden pochet. Jo Vanbelle (49), de opvallendste figuur in het nieuwe seizoen van De rechtbank, beantwoordt in niets aan het klassieke beeld van een bedaarde, minzame vrederechter. Met veel humor beschermt hij als voorzitter van het vredegerecht van Elsene arme drommels die hun huur niet kunnen betalen, maar daarnaast werkt hij als zakenadvocaat voor de rijken der aarde. 

In het nieuwe seizoen van De rechtbank op Play4 zien we vrederechter Jo Vanbelle zijn hand opsteken en ‘Stop!’ roepen tegen twee ruziënde partijen. “Zoiets hoefde ik vroeger nooit te doen”, vertelt de magistraat tussen twee zittingen door in het zaaltje van het vredegerecht van het kanton Elsene, een gegoede gemeente in Brussel. “De coronacrisis heeft de mensen ook op dat vlak geen goed gedaan. Ze hebben een korter lontje door alle opgestapelde frustraties.”

Als vrederechter staat Jo Vanbelle dicht bij de burgers die voor hem verschijnen. Hij behandelt rechtszaken die waar mogelijk op de zitting zelf uitgeklaard worden: huurconflicten, uithuiszettingen, burenruzies, bewindvoeringen en gedwongen opnames in de psychiatrie.

Jo Vanbelle: “Mensenkennis en medeleven zijn essentieel in mijn werk. Niet elke rechter heeft dat altijd nodig. In het Hof van Cassatie of een hof van beroep, waar de dossiers vaak technisch zijn, is de insteek anders. Maar wij grijpen rechtstreeks in de levens van de mensen in. Als je dan geen empathie hebt, kom je er niet.”

“De emoties laaien dikwijls hoog op. Ik moet schreeuwers in de rechtszaal soms echt het zwijgen opleggen. Dat hoefde ik vóór de coronacrisis veel minder vaak te doen. Ik laat de mensen wel in het gareel lopen. Bij mij moeten ze zich gedragen: gaan staan als je het woord neemt, handen uit je zakken, geen kauwgum in de mond, petje afzetten, niet in je neus pulken. ‘Alles waar je moeder je vroeger een lap voor had gegeven, mag je bij mij ook niet doen’, zeg ik altijd. Ik ben zoals veel rechters al uitgescholden voor alles wat je kunt verzinnen: racist, beul, klootzak, tiran… Het origineelste verwijt kreeg ik enkele maanden geleden: een man die niet tevreden was met zijn vonnis, slingerde me ‘Trump!’ in het gezicht. Die vond ik geweldig. Iedereen in de zaal schoot in de lach.”

Welke impact heeft de coronacrisis op de zaken die voorkomen in het vredegerecht?

Vanbelle: “Er is meer armoede. Er zijn duidelijk meer mensen die hun huishuur niet meer kunnen betalen. Ze zijn hun werk kwijtgeraakt, bijvoorbeeld in de horeca, en vinden geen nieuwe job. Op de vakantiezitting in augustus zijn er bij ons 35 huurzaken bij gekomen, naast de zaken die we normaal op zo’n zitting hebben. Dat is enorm. De huishuur is het eerste wat mensen betalen, want ze willen een dak boven hun hoofd. ‘Die telefoon kan nog even wachten, voor die elektriciteit krijg ik nog wel een herinnering,’ rekenen ze. Maar als ze de huur niet meer betalen, zitten ze echt in de miserie. Ik zie nu ook veel vaker dat iemand die een normaal inkomen had, door een telecomprovider wordt gedagvaard omdat hij een telefoonfactuur van 34 euro niet kan betalen, terwijl hij al zeven jaar een abonnement heeft. ‘Ik ben mijn werk kwijt, meneer. Corona.’”

“Meer dan de helft van de mensen komt niet eens naar de zitting, omdat ze de moed verloren hebben. Ik zie veel dertigers en veertigers die terug bij hun ouders wonen omdat ze het alleen niet meer trekken. En veel mensen hebben geen perspectief, dat is nog het ergste: ‘Ik zou wel willen gaan werken, meneer de rechter, maar ik weet niet wat ik nog kan doen. De horeca riskeer ik niet meer, stel je voor dat ze alles weer sluiten.’”

Ziet u veel drama’s?

Vanbelle: “Natuurlijk, wij geven soms afbetalingsplannen van 5 euro per maand. Dat gaat dan over een onbetaalde energiefactuur van 40 euro, die door interesten en boetes is opgelopen tot 400 euro. Dat is veel voor een alleenstaande moeder met twee jonge kinderen, die nauwelijks genoeg heeft om haar kroost te eten te geven. Er zijn altijd deurwaarders die té gemotiveerd zijn. Dan moet die vrouw het onmogelijke doen om te vermijden dat er een vrachtwagen komt en haar meubeltjes worden ingeladen. Kun je je dat voorstellen? Elsene is dan nog één van de rijkere gemeenten van Brussel.”

“Je hebt hier ook typische bourgeoiszaken. Conflicten tussen eigenaars en huurders van peperdure panden, discussies die over een vlek op een matras gaan. Of: ‘Ik vind dat ik de huur van 3.000 euro deze maand niet moet betalen, want ik betaal voor een gemeubeld appartement en er ontbreken twee vorken.’ Onlangs had ik een oud alimentatieconflict tussen twee 80-jarige ex-echtgenoten, die elkaar al twintig jaar de duvel aandoen in de rechtbank. Na vijf expertises en vier vrederechters kwamen ze bij mij terecht. Ik slaag er op een zitting soms in om de onmogelijkste tegengestelden te verzoenen, maar bij sommige zaken weet je dat het hopeloos is. Je kunt zo voorspellen dat ze op hun 92ste nog tegen elkaar zullen procederen.”

Er is veel te doen rond de hervorming van het goederenrecht. Buren hebben voortaan het recht om elkaars tuin te betreden, ook als je niet thuis bent. Dat lokte meteen emotionele reacties uit.

Vanbelle: (lacht) “Die hervorming van het goederenrecht houdt natuurlijk veel meer in dan dat. Maar één van de regels die men wil versoepelen, is inderdaad de toegang tot ‘naburige erven’. Als eigenaar kun je niet meer op een onredelijke manier de toegang tot je tuin ontzeggen als een buur bijvoorbeeld een stelling wil zetten om de gevel te schilderen. Dat was tot nu toe niet wettelijk geregeld. Maar ik weet niet of die hervorming daar zoveel aan zal veranderen. Als je buur hardhoofdig zegt: ‘Over mijn lijk!’, dan zul je je stelling nog altijd niet kunnen zetten. En dan kom je toch weer bij de vrederechter terecht. Mensen veranderen hun gedrag niet omdat de wet plots iets anders voorschrijft. Als er morgen een wet is die bepaalt dat het verboden is om iemand te vermoorden – wat trouwens op die manier in geen enkel wetboek staat – denk je dat er dan geen moorden meer worden begaan?”

15.000 PARKEERBOETES

In De rechtbank zien we u heel doortastend optreden: ‘U hebt 30 seconden om het uit te leggen.’

Vanbelle: “Er zijn altijd advocaten die graag uitgebreid hun zeg doen, maar bij mij moet het vooruitgaan waar het kan. ‘Maar het is heel complex,’ zeggen ze. Een materie mag nog zo complex zijn, als je ze goed begrijpt, kun je ze uitleggen aan een kind van 5 jaar. Als je daar vijftig bladzijden voor nodig hebt, zoals sommige advocaten, zit de kans er dik in dat je het zelf niet snapt. Of dat er onraad is.

“Een huurder weigert zijn huur te betalen omdat een muur vochtig en beschimmeld is, bijvoorbeeld. Waarom schrijft die advocaat zo’n epistel over een natte muur, vraag ik me dan af. In zo’n geval ga ik ter plaatse kijken met een expert. Ik vraag hem: ‘Kijk eens met je apparaatje, is die muur nat?’ – ‘Nee.’ – ‘Is die nat geweest?’ – ‘Nee.’ Oké, dan weet ik genoeg. Aan de partijen vraag ik dan of het nog nodig is om daarover een debat te voeren. Nee? Klaar. Volgende zaak. Ik móét zo werken, want Elsene is een zwaar kanton, één van de gemeenten in Brussel met het grootste aantal inwoners.”

Brussel doet het niet zo goed als we kijken naar de achterstand bij justitie.

Vanbelle: “Er komen simpelweg te veel zaken voor de rechter. Sommige rechtbanken kunnen gewoon niet meer volgen. De ondernemingsrechtbank kreunt onder het werk, de wachttermijnen bij het hof van beroep in Brussel zijn onvoorstelbaar.”

'Soms zien we hier in de rechtbank taferelen die zo uit ‘F.C. De Kampioenen’ geplukt lijken.'Beeld Saskia Vanderstichele

Ik zag onlangs dat een zaak bij het hof van beroep was vastgelegd voor 2029.

Vanbelle: “Ze zitten intussen al aan 2030. Dat is niet normaal, maar die rechters kunnen niet meer werken dan er uren in een dag zijn. Je kunt geen twintig arresten op een dag maken als advocaten conclusies van honderden bladzijden indienen, die je allemaal moet lezen. Zelfs als je het aantal rechters verdubbelt, hebben ze nog jaren werk.”

“Ook de vredegerechten gaan gebukt onder een enorme werklast. Neem nu de zaken over onbetaalde facturen voor telefoon, water of energie: dat zijn er honderden per maand. Ik heb er vroeger zelf nog speciale zittingen voor georganiseerd: eens per maand een telecomzitting en een zitting voor nutsvoorzieningen, met telkens tussen de tweehonderd en de vierhonderd zaken. Dat zijn intense zittingen van vijf, zes uur lang, en achteraf ben ik bekaf.”

“Voor elke zaak moet je een dagvaarding inschrijven, de mensen oproepen, aangetekende brieven sturen, zitting houden, een vonnis maken, afprinten, opsturen naar iedereen, ter registratie aanbieden… Enfin, veel werk. En die maatschappijen dagvaarden al voor facturen van 10 euro. Nog zoiets: onbetaalde parkeerboetes. Het parkeerbedrijf van Brussel gaat weer zo’n vijftienduizend zaken inleiden, waarvan ongeveer duizend in Elsene. Dan mag je nog zo hard werken en twee keer zoveel griffiers hebben, dat krijg je niet gebolwerkt op een normale manier.”

“90 procent van de gedaagden komt ook niet naar de zitting. Die mensen worden bij verstek veroordeeld, moeten de factuur betalen en krijgen er nog eens de gerechtskosten bij. Zo raken ze nog meer in de schulden.”

Hoeveel kost het je als je met een onbetaalde telefoonrekening voor de rechter moet komen?

Vanbelle: “Dat hangt af van het bedrag dat je verschuldigd bent. Voor een onbetaalde factuur van 20 euro komt er 200 tot 250 euro bij. Daarom is het stom om niet naar de zitting te komen. Als je wel komt, zal ik altijd naar je luisteren, en meestal krijg je dan een afbetalingsplan. Als we zien dat de mensen te goeder trouw zijn, kunnen we interesten en schadevergoedingen afwijzen of beperken, en het bedrag van de gerechtskosten ook tot een minimum herleiden: dat scheelt algauw 100 euro. Zo vermijden we soms drama’s.”

Is het nodig dat die zaken allemaal via een rechtbank worden geregeld?

Vanbelle: “Ik pleit er al lang voor om dat op een alternatieve manier te doen, zodat wij enkel nog de zaken krijgen die betwist worden. Maar niet alle vrederechters denken er zo over. Sommigen vinden dat alles voor het vredegerecht moet komen, omdat ze de mensen dan kunnen zien. We zijn er natuurlijk ook om mensen te beschermen tegen een willekeurige overheid, monopolisten of grote multinationals. Soms klopt een factuur inderdaad niet, en dan wordt die uiteraard kwijtgescholden. Maar de meeste mensen weten wel dat ze moeten betalen, hè. Dat kan toch op een efficiëntere manier.”

‘Wij geven soms afbetalingsplannen van 5 euro per maand. Dat gaat dan over een onbetaalde energiefactuur van 40 euro, die door interesten en boetes is opgelopen tot 400 euro. Dat is veel voor een alleenstaande moeder met twee jonge kinderen.’Beeld Play 4

RIJKE STINKERDS

Uw profiel is ongewoon: als zakenadvocaat werkt u voor rijke families en internationale ondernemingen, terwijl u als vrederechter de verschoppelingen der aarde beschermt. Hoe kunt u die twee functies combineren?

Vanbelle: “Om het tekort aan rechters op te vangen bestaat er in België een speciaal statuut: sommige advocaten en notarissen kunnen plaatsvervangende rechters zijn wanneer de rechter verhinderd is door ziekte of vakantie. Ik ben in 2005 eerst plaatsvervangend vrederechter in Anderlecht geworden, toen ik daar als jonge advocaat optrad voor brouwerij InBev en ik blijkbaar opviel bij de magistratuur. Ik was nog maar een dertiger, en op dat moment één van de jongste vrederechters in België: dat was wel wat voor een jongen van den buiten. Ik ben opgegroeid in Oetingen, een dorp in het Pajottenland waar werkelijk niets te beleven viel, en waar ik zo snel mogelijk weg wilde. Daarom ben ik later als advocaat voor internationale bedrijven gaan werken, en heb ik veel gereisd.”

“Het werk als vrederechter beviel me zo dat ik het steeds meer ben gaan doen. Huur- en eigendomsrecht hebben me altijd geïnteresseerd. Als jonge student in Leuven heb ik jaren in de wetswinkel gewerkt: we gaven gratis juridisch advies aan huurders. Zo leerde ik omgaan met mensen in stresssituaties. Sinds ik ook fulltime vrederechter ben in Elsene, ga ik in principe niet meer als advocaat voor de rechtbank pleiten. Ik vind dat niet gepast, omdat het uiteraard een delicaat evenwicht is. Ik heb door mijn specialisatie hoe dan ook al weinig zaken voor een rechtbank.”

Wat moet ik me voorstellen bij uw werk als zakenadvocaat? Zet u constructies voor bedrijven op in belastingparadijzen?

Vanbelle: (cynisch) “Nee, we helpen geen bedrijven om hun geld door te sluizen naar een bankrekening in Panama. We stellen internationale contracten op, kopen gebouwen in het buitenland en richten vennootschappen op, en we zoeken uiteraard naar de fiscaal voordeligste maar wettelijke manier om alles in elkaar te passen.”

Vallen uw klanten onder de zogenaamde 1 procent rijkste mensen?

Vanbelle: “Je hebt binnen die groep van 1 procent een boven- en een onderlaag. De bovenlaag zijn de superrijken van het land, die heb ik meestal niet. Ik richt me meer op de onderlaag: ondernemingen, bedrijfsleiders of families die op hun rekening wel een aardig vermogen hebben van tussen de 1 en de 10 miljoen euro, maar die absoluut niet kunnen concurreren met de middenmoot van die 1 procent, en zeker niet met de toplaag.”

“Vanzelfsprekend zijn dat rijke mensen. Maar niet zoals die paar gefortuneerde klanten die ik wel in het buitenland heb. Mevrouw neemt dan haar privéjet in Londen om ’s middags met mij in Brussel te lunchen, en gaat daarna gezellig 100.000 euro bij Louis Vuitton opmaken. Die mevrouw doet dat elke dag: iemand die tussen de 1 en de 10 miljoen euro heeft, kan zich zoiets niet permitteren.”

“Die groep aan de onderkant van de rijkdom wordt door de band genomen heel slecht bediend door advocaten, notarissen of banken. Ze zitten tussen twee stoelen: voor de gewone adviseur is hun vermogen te groot of te complex, maar voor de top vijf van de consultants zijn ze niet rijk genoeg. Daar was dus een gat in de markt, waarin ik me heb gespecialiseerd. Er zitten heel leuke, bonafide mensen tussen.”

Ik zag dat u zich op Facebook druk maakte omdat mensen met geld automatisch beschouwd worden als rich bastards, om het even wat ze doen.

Vanbelle: (lachje) “Dat ging over de berichtgeving in het VRT-journaal over de renovatie van de Notre-Dame in Parijs: ‘Rijke families en bedrijven doneren 1 miljard euro voor de Notre-Dame, maar zullen wellicht belastingvoordelen krijgen, waardoor het toch de belastingbetaler is die ervoor opdraait.’ Conclusie: ze kunnen nooit iets goeds doen. Als ze de renovatie niet financieel steunen, zijn het rich bastards, en als ze het wel doen, zijn ze dat blijkbaar ook. Zullen we de reconstructie van de Notre-Dame dan overlaten aan de overheid? Misschien kunnen we de kathedraal dan over enkele decennia weer in al haar glorie zien, zoals het Brusselse justitiepaleis, dat al sinds 1987 in de steigers staat en in 2040 gerenoveerd zal zijn.”

Hebt u uw klanten aangeraden om te investeren in de Notre-Dame?

Vanbelle: “Ik heb niets aangeraden, maar sommige klanten hebben dat inderdaad gedaan. Zoiets is een emotionele beslissing. Als die mensen zich daar goed bij voelen, laat ze dat dan toch doen. Ze hebben dikwijls hard gewerkt, dan mogen ze toch met hun geld doen wat ze willen? Waarom moet iedereen daar commentaar op geven? Ze mogen die gift aftrekken van hun belastingen, ja, maar je kunt ook een auto kopen en die aftrekken van je belastingen.”

“Natuurlijk zitten er schurken tussen de rijken, maar er zijn er ook veel die goeie dingen doen. Je kunt ook niet van iedereen die in een getto woont, zeggen dat die een crimineel is.”

Toch is het een heel andere wereld dan het publiek dat u in het vredegerecht voor u krijgt.

Vanbelle: “O, maar ook mensen zonder geld deugen niet altijd, hoor. Ik kijk momenteel naar de misdaadserie StartUp op Netflix, over gangsters die geld witwassen met een cryptomunt. ‘Er zijn twee soorten bastards,’ zegt één van de personages. ‘Rijke en arme. Weet je wat het verschil is? Geld.’ Dat bedoel ik dus. Hoeveel er op je bankrekening staat, maakt eigenlijk weinig uit. Het gaat over de bastards, de schoften. En na zoveel jaren ervaring als advocaat en als vrederechter kan ik ze rúíken.”

Echt?

Vanbelle: “Meestal toch. Je ziet het aan de lichaamstaal, de manier waarop ze de rechtszaal binnenkomen en je aankijken. Ik mag natuurlijk niet op die basis over hen oordelen, maar ik ben toch alerter als ik dat zie.”

“Een paar maanden geleden kreeg ik een man voor me die in Brussel een heleboel panden met restaurants bezit. De bovenverdiepingen, meestal krotten, verhuurt hij aan sukkelaars die door hun precaire situatie niets anders konden vinden. Nu had hij een zaak aangespannen tegen een alleenstaande moeder die haar huur niet meer kon betalen. Die man komt binnen met een dure advocaat aan zijn zijde, en aan de overkant staat een pro-Deoadvocaat met die jonge gekleurde moeder naast zich. Ze heeft een baby op de arm die hier eigenlijk niet binnen mag, maar ze heeft niemand die op haar kind kan passen. Ze vertelt dat ze voor 700 euro per maand in dat armzalige hok zonder daglicht is gaan wonen omdat ze een adres nodig had voor haar vluchtelingenstatuut, en dat dat het enige was dat ze kon vinden. Als die eigenaar dat verhaal hoort, en hij blijft hameren op het huurgeld, dan draait mijn maag om. En dan spaar ik de roede niet.”

In welke zin?

Vanbelle: “De huurovereenkomst wordt dan vernietigd, omdat ze strijdig is met de meest elementaire regels van menselijke waardigheid. En je mag alles terugbetalen wat die vrouw al aan jou heeft betaald. Doorgaans komt ook de huisvestingsinspectie nog langs of wordt het pand door de gemeente onbewoonbaar verklaard. En meestal gaan die mensen niet in beroep, want ze weten goed genoeg waar ze aan toe zijn. Soms zie ik dat ze hun huizen zelfs vrijwillig renoveren. Dan passeer ik daar toevallig en herken ik het pand, want ik ben er ooit nog ter plaatse gaan kijken.”

‘Misbruiken zoals bij Britney Spears heb je overal, maar in België zou er toch sneller worden ingegrepen. Rechters zouden ook niet toelaten dat het zo wordt gemediatiseerd.’Beeld Saskia Vanderstichele

BRITNEY SPEARS

Heeft uw persoonlijke leven impact op de manier waarop u als vrederechter functioneert?

Vanbelle: “Dat is onvermijdelijk. Als rechter oordeel je op basis van je innige overtuiging, en daarin speelt je levenservaring een rol. Je probeert je in te leven in de situatie van de mensen die je voor je krijgt. Dat kan alleen als je zelf klappen hebt gekregen. En die heb ik wel gehad. Financiële tegenslagen, bedrogen vriendschappen, ouders die ziek worden... Niets menselijks is me vreemd, en net daarom kan ik een goede rechter zijn. Als mensen over hun miserie vertellen, kan ik ze begrijpen. Niet dat ik ze daarom altijd hun zin geef, maar ik leef wel met hen mee.”

“Ook mijn ervaring als zakenadvocaat heeft me enorm geholpen. Ik was piepjong toen ik in die wereld van de grote jongens rolde. En bij dat soort cliënteel heb je een aantal voordelen: je reist in businessclass, je logeert in tophotels en eet in sterrenrestaurants, gratis. Je mag deelnemen aan de grandeur van je cliënten. In het begin denk je: ik heb het gemaakt. Ik leef in een bubbel, dit is fantastisch. Maar dan komen er ook mensen met slechte bedoelingen op je pad, de rich bastards, die je als een prooi zien. Ik ben toen een paar keer goed aangepakt, en dat had met mijn gebrek aan ervaring te maken. Ik heb toen beseft dat ik me niet in die wereld mag verliezen. Om die reden bewaar ik altijd voldoende afstand: ze hebben mijn gsm-nummer niet, ze weten niks van mijn privéleven en komen ook nooit bij mij thuis.”

“Mijn mandaat als vrederechter houdt me met beide voeten op de grond. Ik ben dankbaar dat ik dat werk mag doen, ik vind het heel waardevol. Het is een speciale job hoor. Je moet er soms een dik vel voor hebben als je het goed wilt doen. Op moeilijke momenten heb ik weleens aan stoppen gedacht, maar nu hoop ik vooral om er nog verder in te mogen groeien, en definitief over te stappen – ook al verdien ik dan minder dan als advocaat.”

Waarom hebt u beslist om er toch mee door te gaan?

Vanbelle: “Omdat het onvoorstelbaar goed voelt als je het verschil voor iemand kunt maken. Het is leuk om voor een klant een vliegtuig in Kuala Lumpur te kopen. Maar als ik er in de rechtbank voor kan zorgen dat een armlastig dametje niet uit haar huis wordt gezet, voel ik me pas echt goed.”

“Onlangs had ik nog zo’n delicate zaak. Drie zussen kwamen de zaal binnen met hun jongste broer, een jongen van een jaar of 25. De zussen vertelden me dat ze zich zorgen maakten over hun broer. Ze hadden geld geërfd van hun moeder, en ook de broer had 100.000 euro gekregen. ‘Maar zodra hij het geld heeft, maakt hij 5.000 euro per dag op,’ zeiden de zussen. Of ik misschien een bewindvoerder kon aanstellen die het geld in zijn plaats kon beheren?”

“Ik begin met die jongen te praten. Het gaat duidelijk niet goed met hem, maar hij heeft nog nergens hulp gekregen. Ik slaag erin tot hem door te dringen. Het duurt even, maar dan geeft hij toe dat hij een alcoholprobleem heeft, en een drugsverslaving. Hij vertelt dat hij meestal op straat leeft en op een bank in het park slaapt. Of in een hotel, als hij wat geld heeft verdiend. Want na wat doorvragen vertelt hij dat hij zijn geld op het trottoir verdient. Ik zie zijn zussen verstenen, dat wisten ze duidelijk nog niet.”

“Op dat moment weet ik dat het probleem van die jongen niet opgelost is met een bewindvoerder alleen. Hij heeft ook psychische begeleiding nodig. Ik heb hem toen stapje voor stapje overtuigd om een volledige medische check-up te laten doen, fysiek én mentaal. Eerst was er nog weerstand, maar na een halfuur was hij enthousiast. Ik heb toen een bewindvoerder voor hem aangesteld, die ook een woonst voor hem zal zoeken, en een psychiater. ‘Dank u voor wat u voor me doet, het is super,’ zei hij. Net voor hij buitengaat, valt hij zijn drie zussen om de hals en geeft hij elk van hen een knuffel. Toen ze buiten waren, keek mijn griffier me aan: ‘Dat was toch speciaal.’ – ‘Dat is van een hogere orde,’ antwoordde ik haar. ‘Hiervoor doen we het, Sabrina.’ Dan komt er een groot gevoel van contentement over mij.”

Bij bewindvoeringen horen we geregeld over misbruiken, zoals door de vader van Britney Spears, die zijn dochter dertien jaar lang bijna gevangen heeft gehouden. Zou zoiets ook bij ons kunnen gebeuren?

Vanbelle: “Misbruiken zijn er overal, maar in België zou er toch sneller worden ingegrepen. Rechters zouden ook niet toelaten dat het zo wordt gemediatiseerd. Maar ik heb al vergelijkbare situaties gezien, zeker wanneer er wrijvingen binnen de familie zijn. Een welgestelde pater familias overlijdt en de kinderen willen de erfenis van papa, maar ze kunnen nog niet aan het geld omdat de tweede echtgenote – dus niet hun moeder – geniet van een langstlevende clausule in het testament. Soms zie ik dat de kinderen de stiefmama gek proberen te laten verklaren of onder bewindvoering proberen te plaatsen. Om een beslissing te kunnen nemen moet je als vrederechter uitzoeken wat er écht speelt in die familie. Daar heb je ervaring en mensenkennis voor nodig.”

Mensen laten zich in uw rechtbank niet altijd van hun mooiste kant zien. Heeft dat uw mensbeeld beïnvloed?

Vanbelle: “Niet beïnvloed, anders zou ik een norse, wrange mens worden. Wel verduidelijkt. Wat me het meest opvalt, is hoe mensen van een mug een olifant kunnen maken. Er zijn zaken waarvan ik denk: moet dit nu? Kunnen jullie die niet onder elkaar uitpraten? Je activeert een heel apparaat, dat kost geld aan de gemeenschap… Ik word volgend jaar 50 en ik had onlangs twee bejaarde buurvrouwen voor me die al jaren ruziemaken. Nu eens over een kanarie die te veel lawaai maakt, dan weer over een perenboom die overhangt… ‘Hoe oud zijn jullie samen? 150 jaar?’ vroeg ik hen. ‘Hebben jullie echt een peuter van 50 jaar nodig om jullie te proberen te verzoenen?’”

“Als ik me wil ontspannen, kijk ik graag eens naar F.C. De Kampioenen.”

Nee!

Vanbelle: “Jawel, jawel. Ik kan niet wachten op de heruitzendingen! Ik installeer me in de zetel met mijn twee katten: ‘Kom, we gaan naar F.C. De Kampioenen kijken.’ Dat ontspant me ongelofelijk. Wat je daar ziet, is een reflectie van de Vlaamse samenleving op haar best, met alle misverstanden, de familiale en maatschappelijke intriges, de kleinmenselijkheid. Fernand de antiekboer, die altijd de voetbal van de Kampioenen in zijn ruit krijgt. Of een figuur als Carmen Waterslaeghers, een poetsvrouw die haar kennis van de wereld uit de boekskes haalt. Zéér herkenbaar voor een vrederechter. Soms zien we hier in de rechtbank taferelen die zo uit F.C. De Kampioenen geplukt lijken.”

‘De rechtbank’, iedere donderdag om 20.35 uur op Play4.

© HUMO