Direct naar artikelinhoud
NieuwsHolocaust

Herontdekte striptekening toonde Holocaust al expliciet aan einde Tweede Wereldoorlog

Striptekening van August M. Froehlich in het politieke pamflet 'The bloody record of Nazi atrocities'.Beeld Arco Publishing Company NYC 1944-1945

Al in de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog heeft de Amerikaanse bevolking kennis kunnen nemen van de gruwelen van de Holocaust. Op een herontdekte striptekening zijn de massamoorden op Joden in gaskamers expliciet te zien.

De strip is eind 1944 gemaakt – nog voor de bevrijding van concentratiekamp Auschwitz – en werd onlangs herontdekt door Kees Ribbens, NIOD-onderzoeker en hoogleraar populaire historische cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

De tekeningen verschenen in het politieke pamflet The bloody record of Nazi atrocities, bedoeld om de strijd tegen nazi-Duitsland te legitimeren. In zes plaatjes legde de Amerikaanse tekenaar August M. Froehlich vast hoe Joden in Europa werden vervolgd, vernederd en vermoord.

In andere strips uit de jaren veertig en vijftig kwamen wel concentratiekampen voor, maar nooit zo expliciet als in deze. Ook films over dit onderwerp en foto's van bijvoorbeeld gaskamers stammen van na de oorlog. “Achteraf gezien vind ik het daarom logisch dat de makers van het pamflet een striptekenaar hebben gevraagd om te laten zien wat die eindfase van de Holocaust precies inhield”,  zegt Ribbens.

Expliciete tekeningen

De tekeningen van Froehlich, tijdens de Tweede Wereldoorlog een zestiger, laten weinig aan de verbeelding over. Op het eerste plaatje is te zien hoe Joden in treinen worden geduwd. Hun kleding wordt afgepakt en naar Berlijn gestuurd. Vervolgens worden mannen, vrouwen en kinderen een gaskamer ingebracht en vergast. Op de twee laatste plaatjes verdwijnen hun gouden kiezen in de zakken van de Duitsers en hun lichamen in verbrandingsovens.

Ribbens stuitte bij toeval op de tekeningen. Omdat universiteitsbibliotheken amper stripboeken in hun collectie hebben, struint hij zo nu en dan het internet af op zoek naar nieuw materiaal. “Op een website van een verzamelaar vond ik een plaatje van een vergeelde bladzijde met zwart-wittekeningen die ik helemaal niet kende. In Europa was het pamflet niet voorhanden, maar het holocaustmuseum van Washington bleek een exemplaar te hebben.”

Waarom de strip zo lang onopgemerkt is gebleven, blijft voor Ribbens een raadsel. De oplage van het pamflet is vermoedelijk niet hoog geweest. Voor veel lezers waren de tekeningen wellicht “te erg om waar te zijn”, denkt Ribbens, waardoor ze de beelden gauw vergaten. Bovendien was het pamflet – en dus de strip – wellicht te veel omgeven met de geur van propaganda “uit de linkse hoek”: Froehlich baseerde zijn strip op journalistieke reportages van een Russische correspondent van het Sovjet-leger.

Sonderkommando

De strip geeft een interessant inkijkje in wat men aan het eind van de Tweede Wereldoorlog over de Holocaust wist – en hoe men erover dacht. Zo laat Froehlich Duitse soldaten de gevangen de gaskamers indrijven en de lijken eruit halen. “Wij weten nu dat de Joden uit de Sonderkommando’s daartoe gedwongen werden, maar Froehlich was afhankelijk van de informatie die hij toen had.”

Ribbens bespeurt een zekere terughoudendheid bij de striptekenaar, waarschijnlijk uit vrees om antisemitisme aan te wakkeren. “Het woord ‘joods’ valt in de uitleg onder de strip nergens, al wordt het elders in het pamflet wel genoemd. Ik heb het idee dat de maker van deze strip heel voorzichtig met die benaming is omgegaan.”

De vondst van de onbekende strip wijst Ribbens op de soms grote kennislacunes in zijn vakgebied. “Populaire cultuur hangt van vergetelheid aan elkaar. Blijkbaar zijn dus al voor het einde van de Tweede Wereldoorlog holocaustvertolkingen gepubliceerd. Maar daarvan hebben wij bijna tachtig jaar het bestaan niet vermoed.”